Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het verweer
5.De beoordeling
6.De beslissing
griffierecht € 81,00
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 april 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen [verzoeker] en Cardium Holding B.V. [verzoeker], die sinds 26 september 2005 in dienst was bij Cardium Holding, had een verzoek ingediend om zijn arbeidsovereenkomst te ontbinden, omdat hij sinds 31 december 2016 wegens arbeidsongeschiktheid geen arbeid meer verrichtte. Cardium Holding had haar activiteiten per 27 maart 2017 gestaakt en was niet bereid om in te stemmen met het beëindigingsvoorstel van [verzoeker]. De kantonrechter oordeelde dat er sprake was van een slapend dienstverband en dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve moest eindigen. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, maar de gevraagde transitievergoeding werd afgewezen omdat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever. Echter, de kantonrechter oordeelde dat Cardium Holding wel schadeplichtig was jegens [verzoeker] op grond van artikel 7:611 BW, omdat zij niet had meegewerkt aan het beëindigen van de arbeidsovereenkomst met toekenning van een transitievergoeding. De kantonrechter heeft Cardium Holding veroordeeld tot betaling van € 12.191,02 bruto aan [verzoeker] als schadevergoeding, evenals de proceskosten.