Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.Inleiding
4.Beoordeling van het bewijs
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sancties
8.Vermogensmaatregel onttrekking aan het verkeer
9.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer 1], vertegenwoordigd door haar moeder [naam] , een vordering tot schadevergoeding van € 5.000,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die [slachtoffer 1] als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 2], vertegenwoordigd door haar moeder [naam] , een vordering tot schadevergoeding van € 10.071,25 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die [slachtoffer 2] , naar de rechtbank begrijpt, als gevolg van de onder 2, 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
[slachtoffer 3]een vordering tot schadevergoeding van € 10.000,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die [slachtoffer 3] als gevolg van de onder 3, 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 4], vertegenwoordigd door haar moeder [naam] , een vordering tot schadevergoeding van € 11.836,52 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die [slachtoffer 4] als gevolg van de onder 4 en 8 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
- Reiskosten GGZ De Praktijk jeugdzorg in Alkmaar t/m 12/2/2019: 38x60x0,26 = € 561,60
- Reiskosten GGZ De Praktijk in Alkmaar 25/2/2019 – 6/1/2020: 19x60x0,26 = € 296,40
- Reiskosten met psycholoog naar school in Schagen 2x11x0,26 = € 5,72
- Reiskosten naar politie, advocaat en rechtbank Alkmaar: 9x60x0,26 = € 140,40
- Reiskosten naar politie Den Helder 3x40,8x0,26 = € 32,00
- Aanschaf nieuwe telefoon € 238,80
[slachtoffer 5], een vordering tot schadevergoeding van € 15.025,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 5 primair, 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
[slachtoffer 6]heeft een vordering tot schadevergoeding van € 6.500,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die zij als gevolg van de onder 6, 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 7], vertegenwoordigd door haar ouders [naam] en [naam] , een vordering tot schadevergoeding van € 1.916,72 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 7 , 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 9]een vordering tot schadevergoeding van € 6.051,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die [slachtoffer 9] als gevolg van de onder 10, 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 10]een vordering tot schadevergoeding van € 7.148,42 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 11, 12 en 13 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 14]een vordering tot schadevergoeding van € 1.814,10 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 11 en 12 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 11], vertegenwoordigd door haar moeder [naam] , een vordering tot schadevergoeding van € 15.025,00 ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder parketnummer 15/800000-19 en 11 en 12 (parketnummer 15/871659-18) ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde schade bestaat uit:
[slachtoffer 12], vertegenwoordigd door haar moeder [naam] , een vordering tot schadevergoeding van € 1.000,00 ingediend tegen verdachte wegens immateriële schade die [slachtoffer 12] als gevolg van het onder 1 ten laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
[slachtoffer 13]een vordering tot schadevergoeding van € 28.616,15 (ter terechtzitting verhoogd tot € 29.316,15) ingediend tegen verdachte wegens materiële en immateriële schade die zij als gevolg van de onder 2 en 3 ten laste gelegde feiten zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
zes (6) jaren.
ter beschikking wordt gesteld, en beveelt dat hij
van overheidswege wordt verpleegd.
[slachtoffer 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 5.000,00(zegge: vijfduizend euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 1] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 5.000,00 (zegge: vijfduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 29 (negenentwintig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 2]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.571,25(zegge: zevenduizend vijfhonderdeenenzeventig euro en vijfentwintig cent), bestaande uit € 71,25 als vergoeding voor de materiële en € 7.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 maart 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 150,00(zegge: honderdvijftig euro) ter zake reiskosten, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.571,25 (zegge: zevenduizend vijfhonderdeenenzeventig euro en vijfentwintig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 44 (vierenveertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 3]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.500,00(zegge: zevenduizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 3] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 250,00(zegge: tweehonderdvijftig euro), en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 3] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.500,00 (zegge: zevenduizend vijfhonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 43 (drieënveertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 4]geleden schade tot een bedrag van
€ 8.442,34(zegge: achtduizend vierhonderdtweeënveertig euro en vierendertig cent), bestaande uit € 942,34 als vergoeding voor de materiële en € 7.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 4] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 8.442,34 (zegge: achtduizend vierhonderdtweeënveertig euro en vierendertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 49 (negenenveertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 5]geleden schade tot een bedrag van
€ 10.025,00(zegge: tienduizend vijfentwintig euro) bestaande uit € 25,00 als vergoeding voor de materiële en € 10.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 5] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 5] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 10.025,00 (zegge: tienduizend vijfentwintig euro, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 58 (achtenvijftig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 6]geleden schade tot een bedrag van
€ 3.000,00(zegge: drieduizend euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 november 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 6] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 6] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 3.000,00 (zegge: drieduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 17 (zeventien) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 7]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.145,48(zegge: eenduizend honderdvijfenveertig euro en achtenveertig cent), bestaande uit € 145,48 als vergoeding voor de materiële en € 1.000,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 1 december 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordigers van [slachtoffer 7] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 7] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.145,48 (zegge: eenduizend honderdvijfenveertig euro en achtenveertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 9]geleden schade tot een bedrag van
€ 2.000,00(zegge: tweeduizend euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 9] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 9] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 2.000,00 (zegge: tweeduizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 11 (elf) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 10]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.000,00(zegge: duizend euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 10] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 10] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,00 (zegge: duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 14]geleden schade tot een bedrag van
€ 1.000,00(zegge: duizend euro) als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 oktober 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 14] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 14] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 1.000,00 (zegge: duizend euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 6 (zes) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 11]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.525,00(zegge: zevenduizend vijfhonderdvijfentwintig euro), bestaande uit € 25,00 als vergoeding voor de materiële en
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 11] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.525,00 (zegge: zevenduizend vijfhonderdvijfentwintig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 44 (vierenveertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 12]geleden schade tot een bedrag van
€ 500,00(zegge: vijfhonderd euro als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 2 juli 2017 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 12] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 12] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 500,00 (zegge: 500,00), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 3 (drie) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
[slachtoffer 13]geleden schade tot een bedrag van
€ 7.633,40(zegge: zevenduizend zeshonderddrieëndertig euro en veertig cent), bestaande uit € 133,40 als vergoeding voor de materiële en € 7.500,00 als vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 augustus 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan de wettelijk vertegenwoordiger van [slachtoffer 13] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
schadevergoedingsmaatregelten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 13] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van € 7.633,40 (zegge: zevenduizend zeshonderddrieëndertig euro en veertig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 44 (vierenveertig) dagen gijzeling. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.