Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
TURISTIK HAVA TAŞIMACILIK A.Ş.,
1.Het procesverloop
2.De feiten
- 11 maart 2013 – 31 oktober 2014;
- 1 november 2014 – 7 november 2015;
- 8 november 2015 – 7 november 2018;
- 8 november 2018 – 7 november 2019;
Employment contract of aircraft crew’zijn – voor zover relevant – de volgende bepalingen opgenomen:
U werkt sinds 15 april 2013 als Co-piloot bij ons bedrijf.
3.Het verzoek
Omdat terugkeer van [werknemer] nooit door Turistik Hava geaccepteerd zou worden, berust hij in het ontslag en verzoekt hij om een billijke vergoeding in plaats van vernietiging van de opzegging. De verschuldigdheid van de billijke vergoeding is gegeven, nu Turistik Hava de arbeidsovereenkomst in strijd met artikel 7:671 BW heeft opgezegd en zij door haar manier van handelen de arbeidsrelatie onherstelbaar heeft verstoord. Een billijke vergoeding van een jaarsalaris is gelet op de omstandigheden redelijk.
Daarnaast is Turistik Hava een gefixeerde schadevergoeding verschuldigd doordat zij heeft opgezegd zonder de opzegtermijn in acht te nemen.
Verder is de transitievergoeding verschuldigd en dient Turistik Hava op grond van artikel 15 van de Wet Minimumloon en vakantietoeslag (WML) vakantietoeslag (ter hoogte van € 233.033,60) over het salaris (na) te betalen.
4.Het verweer
5.Het (voorwaardelijk) tegenverzoek
6.De beoordeling
nauwereband heeft met Turkije dan met Nederland. Daarbij vindt de kantonrechter van belang dat (door [werknemer] onbetwist is gesteld dat) [werknemer] ook in Nederland belastingplichtig is en dientengevolge ook in Nederland substantiële bedragen aan loonbelasting over zijn inkomen van Turistik Hava heeft afgedragen. [werknemer] heeft ter zitting toegelicht dat hij op grond van een belastingverdrag tussen Nederland en Turkije ter voorkoming van dubbele belasting, slechts over de belasting die al in Turkije was afgedragen, geen loonbelasting in Nederland verschuldigd was. Verder is van belang dat [werknemer] in Nederland voor zijn ziektekosten verzekerd was en dat zijn salaris en daggelden in euro’s respectievelijk dollar’s (en niet in Turkse lira) werd uitbetaald, welk salaris hij gedurende een periode in 2016-2017 op een Nederlandse bankrekening ontving. Verder is meegewogen dat Turistik Hava niet duidelijk heeft gemaakt aan de hand van welke nationale schaal het salaris en de arbeidsvoorwaarden zijn vastgesteld. Ter zitting heeft Turistik Hava toegelicht dat de werkgever in Turkije de keuze heeft om het salaris netto te betalen, maar niet duidelijk is geworden of zij deze keuze ook voor haar Turkse piloten heeft gemaakt en of het (netto) salaris (en bijbehorende toeslagen) dat met [werknemer] en de andere Nederlandse piloten is overeengekomen, ook geldt voor de in Turkije wonende en werkende piloten van Turistik Hava, danwel marktconform is in Turkije.
gefixeerdeschadevergoeding is gerelateerd aan het bedongen geldloon en onafhankelijk is van de geleden schade. Daarbij is niet van belang of de werkgever daadwerkelijk tot loonbetaling gehouden was (HR 30 juni 1995, JAR 1995/152).
7.De beslissing
woensdag 21 oktober 2020 te 13.30 uur, aan het adres Jansstraat 8 te 2011 RW Haarlem.