ECLI:NL:RBNHO:2019:9623

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
21 november 2019
Publicatiedatum
21 november 2019
Zaaknummer
AWB - 19 _ 4979
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevel tot sluiting van het terrein en pand van Companeros Motorcycleclub in Heiloo

Op 21 november 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een zaak betreffende een bevel tot sluiting van het terrein en pand van de Companeros Motorcycleclub (CMC) in Heiloo. De burgemeester van Heiloo had op 30 oktober 2019 besloten om het terrein en pand op het perceel Kanaalweg 11a te sluiten, omdat de Hells Angels Motorcycle North West (HAMC NW) daar gebruik van maakte, wat een ernstig gevaar voor de openbare orde met zich meebracht. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoeker, in zijn hoedanigheid als vertegenwoordiger van CMC, als belanghebbende kon worden aangemerkt en dat het bestreden besluit rechtmatig was. De voorzieningenrechter beoordeelde de ontvankelijkheid van het bezwaar en de inhoud van de bestuurlijke rapportage van de politie, waaruit bleek dat HAMC NW daadwerkelijk gebruik maakte van het pand. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester op basis van de rapportage en eerdere uitspraken van de rechtbank gerechtigd was om het bevel tot sluiting uit te vaardigen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, omdat de vrees voor een schending van de openbare orde gerechtvaardigd was. De voorzieningenrechter benadrukte dat de uitspraak een voorlopig karakter heeft en niet bindend is voor een eventueel bodemgeding. De beslissing werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Zittingsplaats Alkmaar
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 19/4979
uitspraak van de voorzieningenrechter van 21 november 2019 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker

(gemachtigde: mr. J.J.C. Engels),
en

de burgemeester van de gemeente Heiloo, verweerder

(gemachtigde: mr. M.E. Biezenaar).

Procesverloop

Bij besluit van 30 oktober 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder verzoeker, in zijn hoedanigheid als [functie 1] van Companeros Motorcycleclub (CMC) en Hells Angels Motorcycle North West (HAMC NW) bevolen het terrein en het pand op het perceel Kanaalweg 11a in Heiloo uiterlijk op 12 november 2019 om 10.00 uur voor onbepaalde tijd te (laten) sluiten en gesloten te (laten) houden. Daarbij heeft verweerder medegedeeld dat indien CMC en/of HAMC NW niet aan het bevel voldoet, verweerder zelf zal overgaan tot sluiting van het terrein en het pand.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt. Hij heeft de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Bij brief van 11 november 2019 heeft verweerder medegedeeld de uitspraak van de voorzieningenrechter af te wachten.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 18 november 2019. Verzoeker is verschenen, vergezeld door [naam 1] en bijgestaan door zijn gemachtigde. Verweerder is vertegenwoordigd door zijn gemachtigde en [naam 2] .

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
2.1
De voorzieningenrechter is gehouden ambtshalve de ontvankelijkheid van het bezwaar te beoordelen.
2.2
Op grond van artikel 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan een belanghebbende tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter. Op grond van artikel 7:1, eerste lid, van de Awb dient degene aan wie het recht is toegekend beroep bij een bestuursrechter in te stellen, alvorens beroep in te stellen bezwaar te maken.
Op grond van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb wordt onder belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
2.3
De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoeker als belanghebbende in de zin van artikel 1:2, eerste lid, van de Awb bij het bestreden besluit is aan te merken, omdat dat besluit aan hem is geadresseerd.
3. Op 10 september 2019 heeft verweerder van de politie eenheid Noord-Holland een bestuurlijke rapportage ontvangen met betrekking tot het gebruikt van het perceel. Uit de rapportage blijkt dat niet CMC, maar HAMC NW daadwerkelijk is gevestigd, en gebruik maakt van het terrein en het pand op het perceel. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt het volgende:
 in de periode van 1 september 2009 tot en met 29 mei 2019 zijn geen activiteiten rondom CMC waargenomen op het perceel;
 in de periode van 28 mei 2011 tot en met 10 september 2019 is veelvuldig geconstateerd dat de leden van HAMC NW rondom het perceel aanwezig waren (174 registraties in BVH);
 in de periode van 28 mei 2011 tot en met 10 september 2019 is het gebruik van de Hells Angels van het terrein en het pand op het perceel aangetoond. Er zijn tevens verschillende evenementen georganiseerd door de Hells Angels op het perceel, waarbij de toenmalige president en vice-president namens de Hells Angels een vergunningaanvraag hebben gedaan;
 gedurende de periode 28 mei 2011 tot en met 29 mei 2019 is aangetoond dat de vaste clubavond van de HAMC NW plaatsvond op vrijdagavond en werd gehouden op het perceel;
 HAMC NW maakt gebruik van de huurovereenkomst en het recht van opstal op basis waarvan de grond wordt gebruikt en die uitgegeven is op naam van CMC. De feitelijke situatie komt niet overeen met hetgeen in de vergunning is opgenomen;
 op grond van de in de bestuurlijke rapportage genoemde bevindingen kan worden geconcludeerd dat het pand op het perceel in gebruik is als clubhuis voor motorclub Hells Angels en dat veel leden van de club hier regelmatig samenkomen.
Voorts blijkt uit het gespreksverslag van het overleg op 17 februari 2016 tussen de Driehoek Alkmaar en Duinstreek en CMC, vertegenwoordigd door [naam 3] (toenmalig [functie 2] ) en verzoeker (toenmalig [functie 3] ), dat zij hebben aangegeven Hells Angels te zijn geworden (zie bijlage 2A bij de bestuurlijke rapportage). Verder blijkt uit het gespreksverslag van het overleg op 26 juli 2017 tussen de gemeente en CMC, vertegenwoordigd door [naam 4] , dat [naam 4] heeft aangegeven dat CMC nu Hells Angels zijn en Hells Angels NoordWest heten (zie bijlage 2B bij de bestuurlijke rapportage).
4. Verweerder heeft aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd dat in de uitspraak van 29 mei 2019 van de rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2019:2302, is bepaald dat de organisatie Hells Angels Motorcycle Club Holland (HAMC Holland) in strijd is met het de openbare orde en wordt verboden en ontbonden. CMC en HAMC NW zijn onderdeel (charter) van HAMC Holland, en hierdoor tevens verboden en ontbonden. Gelet op de vaststelling in de genoemde uitspraak is de vrees gewettigd dat het gebruik van de grond en het pand als clubhuis van de HAMC NW ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde als bedoeld in artikel 230b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Algemene plaatselijke verordening Heiloo 2017 (Apv). De openbare orde is ernstig geschonden door het gebruik als clubhuis van de HAMC NW en de openbare orde wordt opnieuw geschonden als het pand in gebruik blijft als clubhuis voor de HAMC NW. Dat CMC nationaal en internationaal bekend staat als HAMC NW en dat het terrein en het pand op het perceel gebruikt worden als clubhuis van de HAMC NW blijkt uit de bestuurlijke rapportage. Gelet op het bepaalde in artikel 174, eerste en derde lid, van de Gemeentewet (Gw) en artikel 2:30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Apv heeft verweerder CMC en HAMC NW bevolen over te gaan tot sluiting van het terrein en het pand op het perceel.
5.1
Op grond van artikel 174, eerste lid, van de Gw is de burgemeester belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven.
Op grond van artikel 174, derde lid, van de Gw is de burgemeester belast met de uitvoering van verordeningen voor zover deze betrekking hebben op het in het eerste lid bedoelde toezicht.
5.2
Op grond van artikel 2:30b, eerste lid, aanhef en onder e, van de Apv kan de burgemeester de sluiting bevelen van een voor publiek toegankelijk gebouw, inrichting of ruimte als daar zich andere feiten en omstandigheden hebben voor gedaan die de vrees wettigen dat het geopend blijven van het gebouw, de inrichting of de ruimte ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde.
6.1
Verzoeker betoogt dat verweerder de bestuurlijke rapportage van 10 september 2019 niet aan het bestreden besluit ten grondslag heeft mogen leggen. Aan de bestuurlijke rapportage komt minder gewicht toe dan aan een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal, waarbij degene wiens belang het betreft het recht van hoor en wederhoor toekomt. Door CMC kon in het geheel niet worden gereageerd op de inhoud van de bestuurlijke rapportage. Bovendien bevat de bestuurlijke rapportage subjectiveringen. Ook staat geen rechtsmiddel open tegen de inhoud van de bestuurlijke rapportage, hetgeen te meer klemt nu gewag wordt gemaakt van diverse gevoerde gesprekken tussen politieagenten en een aantal personen, zonder dat deze personen in de gelegenheid zijn gesteld te reageren op hetgeen door de politie is vermeld in de bestuurlijke rapportage.
6.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat verzoeker in de zienswijze heeft kunnen reageren op de inhoud van de bestuurlijke rapportage. Niet gewezen is op feiten of omstandigheden in de bestuurlijke rapportage die onjuist zouden zijn. Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) mag verweerder in beginsel afgaan op hetgeen de politie in een ambtsedig opgemaakt proces-verbaal bestuurlijke rapportage heeft gesteld, behoudens tegenbewijs. De onderhavige bestuurlijke rapportage is opgemaakt aan de hand van ambtsedig opgemaakte processen-verbaal, politiemutaties en andere open en niet-open bronnen. Ook hier mag verweerder in beginsel op de juistheid afgaan. Nu verzoeker geen inhoudelijke argumenten heeft genoemd waarom de bestuurlijke rapportage niet juist zou zijn, heeft verweerder geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de bestuurlijke rapportage.
6.3
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling), zie bijvoorbeeld de uitspraak van 4 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2222, mag de verweerder in beginsel uitgaan van de juistheid van een op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakt proces-verbaal, tenzij tegenbewijs noopt tot afwijking van dit uitgangspunt. Dit geldt eveneens voor de op ambtsbelofte opgemaakte bestuurlijke rapportage. Het is aan verzoeker om tegenbewijs te leveren waaruit blijkt dat de inhoud van de bestuurlijke rapportage onjuist is. Nu verzoeker dat heeft nagelaten is de voorzieningenrechter van oordeel dat verweerder heeft mogen uitgaan van de inhoud van de bestuurlijke rapportage. Het betoog slaagt niet.
7.1
Verzoeker betoogt dat CMC op geen enkele wijze onderdeel of charter is van de inmiddels verboden HAMC Holland, dan wel HAMC NW. Dat blijkt uit de tenaamstelling, de uiterlijke verschijningsvorm/kleding van betreffende clubleden, de organisatiestructuur, de bij akte vastgelegde statutaire doelstellingen, de samenstelling alsook de nadere vormgeving van de betreffende informele vereniging. CMC is een lokale, informele, vereniging met een hobbymatig karakter. Verweerder heeft in het verleden meerdere vergunningen verleend op naam van CMC, waaruit blijkt dat wel degelijk sprake is van een eigen, zelfstandige rechtsvorm. Ook de tenaamstelling van CMC op de met verweerder afgesloten huurovereenkomst en opstalovereenkomst is veelzeggend. Daarnaast kan geen parallelle structuur worden aangetoond tussen CMC enerzijds en de buitenlandse coöperatie HAMC anderzijds, terwijl deze link wel is aangenomen in de uitspraak van 29 mei 2019 van de rechtbank Midden-Nederland tussen voormelde buitenlandse coöperatie HAMC en HAMC Holland dan wel HAMC NW. De uitspraak van 29 mei 2019 bevat in rechtsoverweging 4.40 juist een contra-indicatie voor het standpunt dat CMC onderdeel of charter is van welke HAMC dan ook, want waarom zou een HAMC zich een andere tenaamstelling aanmeten en zich uitdrukkelijk en bewust voordoen als een andere motorclub, terwijl in de uitspraak van 29 mei 2019 wordt geconstateerd dat de leden van HAMC trots zijn op hun identiteit en hun eigen motorclub.
7.2
Verweerder stelt zich op het standpunt dat CMC is te vereenzelvigen met HAMC NW, dan wel daarvan onderdeel is. In de bestuurlijke rapportage is de geschiedenis van CMC beschreven. In 2010 is CMC overgegaan in een Charter van Confederates mc. In het kader van het uitbreiden van de invloed van verschillende Outlaw Motorgangs hebben de Confederates zich aangesloten bij de Hells Angels. Op 28 mei 2011 is op de officiële website van de Hells Angels aangekondigd dat mc HAMC NW zich heeft gevestigd op het perceel. Op de website van de Hells Angels is op de overzichtskaart van Nederland bij Heiloo een vestiging met de naam HAMC NW te zien. Ook op de facebook pagina van de Hells Angels is het charter uit Heiloo in beeld. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt voorts dat sinds lange tijd het clubhuis en de bezoekers niet meer de kenmerken van CMC dragen maar alleen die van Hells Angels en met name van HAMC NW. Tot voor kort hing een groot bord met het embleem van de Hells Angels op het hek van het terrein en HAMC stond met grote letters op het dak geschreven. De leden vertoonden zich tot de ontbinding van de HAMC Holland in colors van de Hells Angels en niet die van CMC. Het clubhuis en het terrein zijn door CMC in gebruik gegeven aan de Hells Angels en de leden van CMC zijn alle toegetreden tot de Hells Angels. De kentekens van de auto’s die bij het terrein worden aangetroffen staan op naam van Hells Angels. De voorzitter van CMC is tevens president van het charter HAMC NW. CMC is het charter HAMC NW geworden en staat ook nationaal en internationaal zo bekend. Uit de bestuurlijke rapportage blijkt verder dat de leden zich nog steeds als Hells Angels beschouwen en dat alleen de uiterlijke kenmerken zijn weggehaald en niet met worden gedragen. Dat CMC andere activiteiten zou hebben dan het zijn van charter van Hells Angels blijkt niet uit enige waarneming van de politie en daarover heeft CMC ook niets toegelicht, laat staan aangetoond. CMC heeft geen website. Ook van de informele en hobbymatige sfeer waarop CMC zich beroept, is verweerder niet overtuigd. In het verleden zijn vergunning voor evenementen aangevraagd door CMC, maar dan altijd door personen met e-mailadressen die op lidmaatschap van Hells Angels duidde. De afgelopen jaren zijn vergunningen ook aangevraagd door HAMC NW. Bovendien hebben de vergunningen altijd en zonder uitzondering betrekking op feesten voor Hells Angels en supportclubs van Hells Angels. De handelingen van CMC zijn alle handelingen van de Hells Angels, de leden en bezoekers van CMC zijn alle Hells Angels dan wel leden van supportclubs, en ook de kenmerken van het clubhuis en de kleding van de leden zijn die van de Hells Angels. CMC heeft geheel de identiteit en cultuur van de Hells Angels aangenomen. Indien CMC niet is te vereenzelvigen met HAMC NW, dan wel daarvan onderdeel uitmaakt, heeft CMC het clubhuis in gebruik gegeven aan HAMC NW.
7.3
Gelet op alle feiten en omstandigheden zoals opgenomen in de bestuurlijke rapportage en de daarbij behorende bijlagen, die verzoeker niet feitelijk heeft weersproken, is naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter de conclusie dat CMC is te vereenzelvigen met HAMC NW gerechtvaardigd. De voorzieningenrechter acht daarbij met name van belang dat is geconstateerd dat in de periode van 1 september 2009 tot en met 29 mei 2019 geen activiteiten rondom CMC zijn waargenomen op het perceel, terwijl wel leden van HAMC NW veelvuldig waargenomen zijn, dat HAMC verschillende evenementen heeft georganiseerd op het perceel en dat in de periode 2011-2019 de vaste clubavond van de HAMC NW op vrijdagavond werd gehouden in het betreffende perceel. Ook de verklaringen van verzoeker zelf, [naam 3] en [naam 4] zoals vermeld onder rechtsoverweging 3 van deze uitspraak bevestigen het beeld dat CMC vereenzelvigd kan worden met HAMC NW. De onder rechtsoverweging 7.1 door verzoeker genoemde feiten en omstandigheden leiden niet tot een ander oordeel. Het betoog slaagt niet.
8. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de betogen van verzoeker dat het bestreden besluit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het verbod van détournement de pouvoir reeds niet kunnen slagen wegens gebrek aan feitelijke en juridische onderbouwing ervan. Bovendien is het de voorzieningenrechter met betrekking tot het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet gebleken dat de 13 door verzoeker genoemde motorclubs uit Noord-Holland ook verboden motorclubs betreffen.
9. De voorzieningenrechter is met verweerder van oordeel dat de vrees gerechtvaardigd is dat gebruik van genoemd perceel en clubhuis door HAMC NW, al dan niet onder de naam CMC, een ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde, nu HAMC NW een door de rechter verboden organisatie is. Dat tegen laatstgenoemd oordeel van de rechter hoger beroep is ingesteld, doet daar niet aan af.
10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek daarom af.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.P. de Valk, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M. van Excel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 november 2019.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.