Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Didi Fashion B.V.
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
FNV/Pontmeyer)).
Wegener)). Maar van een dergelijke eenzijdig wijzigingsbeding is hier geen sprake. Zoals hiervoor al is overwogen, hebben partijen in de vaststellingsovereenkomsten van 6 juli 2012 en 19 oktober 2012 juist afgesproken dat [eiseres] als werkplek de winkel in Bergen heeft en dat die afspraak alleen kan worden gewijzigd als partijen daarover overeenstemming hebben bereikt. Het door Didi genoemde beleid om haar werknemers geen vaste werkplek te garanderen en de mogelijkheid genoemd in de personeelsgids om werknemers te kunnen herplaatsen, zijn ondergeschikt aan de afspraken die partijen daarvoor expliciet – en voor zover nodig in afwijking van dat beleid en de personeelsgids – hebben gemaakt. Overigens heeft [eiseres] niet ingestemd met de toepasselijkheid van de personeelsgids, is die personeelsgids geen onderdeel gaan uitmaken van de arbeidsovereenkomst tussen partijen en erkent Didi ook dat zij geen beroep kan doen op een eenzijdig wijzigingsbeding. Dat de positie van [eiseres] daarmee afwijkt van die van alle andere werknemers, zoals Didi stelt, is inherent aan de afspraken die Didi in de vaststellingsovereenkomst heeft gemaakt.
Stoof/Mammoet)). In dat kader moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen, waaronder de aard van de gewijzigde omstandigheden die tot het voorstel aanleiding hebben gegeven en de aard en ingrijpendheid van het gedane voorstel. Ook van belang is de positie van de betrokken werknemer en zijn belang bij het ongewijzigd blijven van de arbeidsvoorwaarden. Vervolgens moet nog worden onderzocht of aanvaarding van het door de werkgever gedane redelijke voorstel in het licht van de omstandigheden van het geval in redelijkheid van de werknemer gevergd kan worden.
5.De beslissing
laten tot haar gebruikelijke werkzaamheden op het filiaal te Bergen NH, met veroordeling van Didi tot het betalen van een dwangsom aan [eiseres] van € 250,00 per dag voor elke dag dat Didi nalaat aan deze veroordeling gevolg te geven, tot een maximum van € 50.000,00;