Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Schneider Electric Systems Netherlands N.V.
SRLEV N.V., handelend onder de naam Zwitserleven
1.Het procesverloop
2.De feiten
1 januari 2014 tot en met 31 december 2018.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
ECN/OMEN). In dat geval wordt die rechtsverhouding voortgezet in de pensioenovereenkomst. Uit genoemde uitspraak van de Hoge Raad, die overigens is gedaan in het kader van de Pensioen- en spaarfondsenwet, volgt dat ook een aanspraak op indexatie van het pensioen onder omstandigheden kan worden aangetast, afhankelijk van de wet en de regels die de uitvoering van de pensioenovereenkomst beheersen.
Kamerstukken I, 2006-2007, 30 413, C, pag. 11):
kunnen de opgebouwde pensioenaanspraken immers niet worden gewijzigd als gevolg van een wijziging van de pensioenovereenkomst. Aangezien in het verleden toegezegde onvoorwaardelijke toeslagen onderdeel uitmaken van de pensioenaanspraken van gepensioneerden, volgt hieruit dat ook de indexatie van reeds ingegane pensioenen niet meer beperkt kan worden. Dat zou immers een ongeoorloofde beperking van in het verleden opgebouwde pensioenaanspraken betekenen.”
Stichting Katholieke Scholengroep)). Als in de wettelijke regel al een afweging van belangen door de wetgever besloten ligt, zal een beroep op de genoemde redelijkheid en billijkheid alleen in heel uitzonderlijke gevallen kunnen slagen.
Kamerstukken I, 2006-2007, 30 413, C, pag. 30-31):
Kamerstukken II, 2005-2006, 30 413, nr. 18, pag. 17). Een eventuele strijd met artikel 3:67 Wft kan er naar het oordeel van de kantonrechter daarom niet toe leiden dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat [eiser] met een beroep op artikel 20 Pw ongewijzigde voortzetting van de onvoorwaardelijke indexering vordert. Onder verwijzing naar wat hiervoor is overwogen onder 5.21 merkt de kantonrechter overigens nog op dat niet is gesteld of gebleken dat toezichthouder DNB in dit kader handhavend zou (willen) optreden tegen Zwitserleven.
“Hiervoor hebben we al vermeld dat bij een onvoorwaardelijke toekenning er altijd recht bestaat op toeslagen en bij een voorwaardelijke toekenning niet. (...) Een juridische verplichting is er dan niet meer, maar Schneider (...) heeft absoluut de intentie de toeslagen te blijven toekennen.”De voorwaardelijke indexering kan dus een nadelig effect hebben voor [eiser]. Verder heeft [eiser] er terecht op gewezen dat Schneider niet alleen de onvoorwaardelijke indexering heeft gewijzigd, maar ook de bestaande voorwaardelijke indexering voor toeslagverlening voor CPI-stijgingen boven 3% heeft afgeschaft. Ook dat is nadelig voor [eiser].