Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- dagvaarding van 14 augustus 2018, met 1 productie (genummerd 14);
- akte tot in geding brengen stukken, met producties A t/m P;
- conclusie van antwoord;
- proces-verbaal van comparitie van 13 juni 2019.
2.De feiten
Inleiding
2. De bevalling op 9 maart 1996 had beter moeten worden voorbereid.
3. Op 9 maart 1996 had gekozen moeten worden voor een keizersnede.
4. De schouderdystocie is niet zorgvuldig behandeld.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Gedaagde partij
nietheeft plaatsgevonden.
(vgl. ECLI:NL:HR:2019:272, rov. 3.3.2).
2.148,00(2,0 punt × tarief € 1.074,00)