Uitspraak
[naam verdachte]
Beoordeling
het onderzoek aan de gegevens op deze in beslag genomen voorwerpen kan uitwijzen of het betreffende seksfilmpje vanaf een van deze gegevensdragers online is geplaatst en, zo ja, wanneer dat is gedaan.
dat foto’s, afbeeldingen en andere bestanden kunnen worden aangetroffen, waarvan de kennisneming door opsporingsinstantie een zeer ingrijpende inbreuk op de privacy van de verdachte met zich zou kunnen brengen.
tactischerecherche krijgt alleen datgene van de digitaal rechercheur overhandigd wat relevant is voor het onderzoek. De officier van justitie heeft de vordering aangevuld door onder meer te stellen dat er niet enkel gezocht gaat worden naar het filmpje, maar ook naar bijvoorbeeld chatsessies (tussen verdachte en aangever).
zeeringrijpende inbreuk op de privacy die tussenkomst van de rechter-commissaris vereist, is evenwel minder eenvoudig te beantwoorden. In ieder geval zal de omstandigheid dat er hoogstwaarschijnlijk vele geheimhoudersstukken op de gegevensdragers zullen staan, in het hiernavolgende buiten beschouwing worden gelaten, nu de digitaal rechercheur ervan uitgaat dat hij het onderzoek zal kunnen doen zonder die stukken te openen en in te zien, nog daargelaten dat het beroep van de verdachte en de daarmee samenhangende inhoud van werkgerelateerde bestanden weliswaar een complicerende factor in het geheel van relevante omstandigheden vormen, maar als zodanig geen betrekking hebben op het aspect van privacy dat hier ter beoordeling voorligt.
misdrijf. Ten tweede zijn er interceptiemethoden die een verdergaande inbreuk op de privacy meebrengen, waarbij de officier van justitie door de wetgever als bevoegde partij is aangewezen. Zo kan de officier van justitie verkeersgegevens en overige (toekomstige) gegevens vorderen, voor zover die geen betrekking hebben op iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele leven of lidmaatschap van een vakvereniging (artikelen 126n, 126nd en 126ne Sv). In dit geval moet het gaan om verdenking van een
misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis open staat. Ten derde zijn er interceptiemethoden die een vergaande inbreuk op de privacy opleveren, zoals neergelegd in de artikelen 126l (OVC) en 126m (tap), waarbij communicatie inhoudelijk wordt onderschept. Een bevel daartoe kan door de officier van justitie slechts worden gegeven na machtiging door de rechter-commissaris. Het moet dan gaan om verdenking van een
misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis open staat en dat een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert.