Uitspraak
Rechtbank noord-holland
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
46.336
18.72
Rechtbank Noord-Holland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 april 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een actrice, en de inspecteur van de Belastingdienst. Eiseres had voor het jaar 2013 een aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ontvangen, berekend op een belastbaar inkomen van € 71.259. De inspecteur handhaafde deze aanslag na bezwaar, waarop eiseres beroep instelde. De gemachtigde van eiseres stelde dat de door haar ontvangen inkomsten als omzet van een onderneming gekwalificeerd dienden te worden, zodat zij recht had op ondernemersfaciliteiten. De rechtbank oordeelde dat de gemachtigde niet voldoende bewijs had geleverd dat verweerder op grond van het gelijkheids- of vertrouwensbeginsel gehouden was om een andere wetstoepassing toe te passen. De rechtbank verwierp het beroep van eiseres en verklaarde het ongegrond, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor belastingplichtigen om concrete bewijsstukken te overleggen die hun stelling ondersteunen dat zij in vergelijkbare omstandigheden verkeerden als andere belastingplichtigen.