In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 27 februari 2019 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie van een meerderjarige, [meerderjarige], door verzoekers, [verzoeker] en [verzoekster]. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel er sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden, het verzoek tot adoptie is afgewezen omdat niet voldaan is aan de wettelijke vereisten. De verzoekers hebben [meerderjarige] sinds haar jonge leeftijd in hun gezin opgenomen en hebben de rol van ouders vervuld. Echter, [meerderjarige] was op het moment van indiening van het verzoek al 24 jaar oud, wat in strijd is met artikel 1:228, eerste lid, onder a van het Burgerlijk Wetboek, dat vereist dat het kind minderjarig is op het moment van indiening van het verzoek. De rechtbank heeft overwogen dat de weigering om de adoptie uit te spreken geen inbreuk maakt op het familieleven van verzoekers en [meerderjarige] zoals beschermd door artikel 8 EVRM. De rechtbank heeft ook geconcludeerd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, aangezien verzoekers en [meerderjarige] eerder tevreden waren met de naamswijziging van [meerderjarige] en pas later de wens tot adoptie hebben geuit. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie afgewezen, waarbij verdere bespreking van de gronden voor adoptie niet nodig was.