Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 juli 2018 in de zaken tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
De Staatssecretaris van Financiën, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
29 december 2016 ongegrond verklaard.
11 september 2016 ontving eiseres feitelijk dus geen bezoldiging meer. Dat de vermelding van de bruto bezoldiging op de loonstroken niet is gewijzigd maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat eiseres die vermelde bruto bezoldiging laatstelijk ook volledig heeft genoten. Het feit dat eiseres tegen het besluit van 10 augustus 2016 bezwaar heeft aangetekend kan evenmin tot een andere conclusie leiden. Daarbij merkt de rechtbank op dat het aanwenden van het rechtsmiddel van bezwaar/beroep de werking van het besluit overigens ook niet schorst. De beroepsgronden van eiseres slagen dus niet. Het beroep tegen het bestreden besluit van
29 december 2016 is ongegrond.
Beslissing
- verklaart het beroep, voor zover gericht tegen het bestreden besluit van 21 april 2017, gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 21 april 2017;