ECLI:NL:RBNHO:2018:6229

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
25 juli 2018
Publicatiedatum
18 juli 2018
Zaaknummer
6491412
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg artikel 36 van de cao voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen met betrekking tot ploegendienst en ploegendiensttoeslag

In deze zaak heeft de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV c.s.) een vordering ingesteld tegen Federal Express Europe Inc. (FedEx) met betrekking tot de uitleg van artikel 36 van de cao voor het beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen. De vordering betreft de vraag of de werknemers van FedEx die op de afdeling Global Trade Services (GTS) werken, recht hebben op een ploegendiensttoeslag. FNV c.s. stelt dat de medewerkers in ploegendienst werken volgens de cao-bepalingen, terwijl FedEx dit betwist. De kantonrechter heeft op 25 juli 2018 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vorderingen van FNV c.s. zijn afgewezen. De rechter oordeelde dat de medewerkers van de afdeling GTS niet voldoen aan de definitie van ploegendienst zoals beschreven in de cao. De kantonrechter concludeerde dat er geen sprake is van een rouleersysteem met meerdere ploegen, maar dat de medewerkers slechts incidenteel in een middagdienst werken. Dit betekent dat de werknemers niet in aanmerking komen voor de ploegendiensttoeslag. De proceskosten zijn voor rekening van FNV c.s. omdat zij ongelijk kregen in deze procedure.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton - locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 6491412 \ CV EXPL 17-10634
Uitspraakdatum: 25 juli 2018
Vonnis in de zaak van:
1. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Federatie Nederlandse Vakbeweging, gevestigd te Utrecht,
2.
[eiser 1], wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 2], wonende te [woonplaats] ,
eisers
verder gezamenlijk te noemen: FNV c.s.,
en afzonderlijk te noemen: FNV, [eiser 1] en [eiser 2] .
gemachtigde: mr. A.A.M. Broos
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Federal Express Europe Inc.
mede handelend onder de naam
Federal Express Nederland
gevestigd en kantoorhoudende te Oude Meer
gedaagde
verder te noemen: FedEx
gemachtigde: mr. G. van Nes

1.Het procesverloop

1.1.
FNV c.s. heeft bij dagvaarding van 9 november 2017 een vordering tegen FedEx ingesteld. FedEx heeft schriftelijk geantwoord.
1.2.
Op 29 mei 2018 heeft een zitting plaatsgevonden. Partijen hebben hun standpunten toegelicht aan de hand van pleitnotities. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht.

2.De feiten

2.1.
FNV is een vereniging die als doel heeft de belangen te behartigen van haar leden en werknemers, of groepen van werknemers.
2.2.
FedEx is een internationaal transportbedrijf. Wereldwijd werken bij FedEx circa 400.000 werknemers. In Nederland zijn bij FedEx circa 550 medewerkers in dienst. De afdeling Global Trade Services (hierna: de afdeling GTS) houdt zich bezig met de douaneafhandeling. Deze afdeling van FedEx heeft in Nederland een vestiging in Amsterdam en een vestiging in Eindhoven. De afdeling GTS bestaat uit circa 50 werknemers, van wie 32 werkzaam zijn in de vestiging te Amsterdam en 18 in de vestiging te Eindhoven.
2.3.
[eiser 1] is op 1 augustus 1997 in dienst getreden bij FedEx en is thans werkzaam in de functie van Clearance Broker Senior tegen een salaris van € 3.702,95 bruto per maand exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
2.4.
[eiser 2] is op 1 januari 1991 in dienst getreden bij FedEx en is thans ook werkzaam in de functie van Clearance Broker Senior tegen een salaris van € 3.634,21 bruto per maand exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten.
2.5.
Op de arbeidsovereenkomsten van de werknemers van FedEx zijn de bepalingen van de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (hierna: de cao) van toepassing.
2.6.
FNV is partij bij de laatste cao met de looptijd van 1 januari 2017 tot 1 januari 2020. De cao is algemeen verbindend verklaard voor de periode van 16 augustus 2017 tot 16 augustus 2019.
2.7.
Artikel 36 van de cao luidt als volgt:

Ploegendiensttoeslag
1. Onder ploegendienst wordt verstaan het structureel verrichten van werkzaamheden in een rouleersysteem volgens een dienstrooster. Hierbij dient tenminste sprake te zijn van twee diensten per etmaal gedurende 5 dagen per week of 10 dagen per twee weken. Tussen de aanvangstijdstippen van twee diensten dienen tenminste 8 uren te liggen.
Indien de werkgever besluit tot het instellen van een ploegendienst, zal het dienstrooster worden uitgevoerd door en in overleg met een tevoren aangezochte ploeg werknemers.
2. Indien de werknemer arbeid verricht in een ploegendienst ontvangt hij:
- In een systeem van 2 ploegen met een vroege dienst die begint op of na 05.00 uur en
een late dienst, niet zijnde een nachtdienst, die begint op of na 14.00 uur een toeslag
van 8,75% van het voor hem geldende functieloon;
- In een systeem van 2 ploegen met een dagdienst en een nachtdienst die begint op of na
22
uur danwel eindigt na 02.00 uur een toeslag van 11,25% van het voor hem
geldende functieloon;
- In een systeem van 3 of meer ploegen een toeslag van 13,75% van het voor hem geldende functieloon.
3. (…)
2.8.
Tot 1 februari 2017 werkten de medewerkers van de afdeling GTS op basis van een rooster waarin twee van de twaalf aan het rooster deelnemende medewerkers in een periode van twaalf weken iedere vijfde dan wel zesde week gedurende een nachtdienst werkten. Gedurende de nachtdienst werd op maandag tot en met donderdag of vrijdag gewerkt van 21:30 uur tot 06:00 uur en op zondag van 16:00 uur tot 00:30 uur. Deze medewerkers ontvingen hiervoor een ploegendiensttoeslag voor een 2-ploegendienst in de zin van artikel 36 lid 2 van de cao.
2.9.
Per 1 februari 2017 heeft FedEx – met instemming van de ondernemingsraad – genoemd rooster gewijzigd.
2.10.
Per vestiging geldt een afzonderlijk rooster. In de vestiging te Amsterdam werken zestien (van de tweeëndertig) GTS medewerkers zeven van de acht weken een dagdienst, waarbij de aanvangstijd verschilt per individuele medewerker (06:00 uur, 07:00 uur, 08:00 uur, 09:00 uur, 10:00 uur of 12:00 uur). Iedere individuele medewerker heeft (in beginsel) een vaste aanvangstijd voor zijn of haar dagdienst. Verder geldt voor iedere werknemer dat eens in de zestien weken de dagdienst op vrijdag aanvangt om 10:30 uur. Een keer in de acht weken werken deze zestien medewerkers een week (van zondag tot en met donderdag) een middagdienst (van 15:00 uur tot 23:30 uur).
2.11.
In de vestiging te Eindhoven werken acht (van de achttien) GTS medewerkers drie van de vier weken een dagdienst die begint om 06:00 uur of 09:00 uur. Een keer in de vier weken werken deze acht medewerkers een week (van maandag tot en met vrijdag) een middagdienst die om 14:00 uur aanvangt.
2.12.
Met ingang van de nieuwe roosters heeft FedEx de ploegendiensttoeslag als bedoeld in artikel 36 lid 2 van de cao afgeschaft. FedEx is met haar ondernemingsraad een overgangsregeling overeengekomen waarbij de ploegendiensttoeslagen in een periode van een jaar zouden worden afgebouwd. De eerste vier maanden vanaf 1 februari 2018 ontvingen de GTS medewerkers 75% van de oude toeslagen, hierna vier maanden 50% en vervolgens vier maanden 25%. FedEx heeft de medewerkers hierover schriftelijk geïnformeerd.
2.13.
Per 1 februari 2018 betaalt FedEx geen ploegendiensttoeslagen meer.

3.De vordering

3.1.
FNV c.s. vordert dat de kantonrechter voor recht verklaart dat:
a. de werknemers van FedEx, die op de afdeling GTS werken conform de door FedEx per 1 februari 2017 ingevoerde roosters, werken in een ploegendienst in de zin van artikel 36 lid 1 van de cao, mits zij te Amsterdam de dagdienst starten om 06:00 uur dan wel uiterlijk om 07:00 uur en te Eindhoven de dagdienst starten om uiterlijk 06:00 uur;
b. deze werknemers, als zij in enige maand gedurende vijf dagen achtereen werken in een middagdienst, in die maand recht hebben op een ploegendiensttoeslag in de zin van artikel 36 lid 2 van de cao van 8,75% over het voor hen geldende functiemaandloon, waarbij als de vijf dagen zich uitstrekken over twee maanden, zij desalniettemin recht hebben op voormelde ploegendiensttoeslag over één functiemaandloon.
3.2.
FNV vordert voorts dat de kantonrechter FedEx veroordeelt om – onder verbeurte van een dwangsom – aan alle werknemers die op de afdeling GTS werken conform de door FedEx per 1 februari 2017 ingevoerde roosters en die werken in een ploegendienst in de zin van artikel 36 lid 1 van de cao:
a. correcte en inzichtelijke berekeningen te verstrekken van de verschuldigde ploegendiensttoeslag, waarop in mindering mag worden gebracht de verschuldigde ploegendiensttoeslag op grond van de overgangsregeling;
b. de verschuldigde achterstallige ploegendiensttoeslag te betalen, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en onder gelijktijdige verstrekking van een bruto-/netto specificatie en een specificatie van de wettelijke rente;
c. de toekomstig verschuldigde ploegendiensttoeslag te betalen;
3.3.
[eiser 1] en [eiser 2] vorderen bovendien dat de kantonrechter FedEx veroordeelt:
a. om aan hen correcte en inzichtelijke berekeningen te verstrekken van de verschuldigde ploegendiensttoeslag, waarop in mindering mag worden gebracht de betaalde ploegendiensttoeslag op grond van de overgangsregeling;
b. tot betaling van de achterstallige ploegendiensttoeslag, te vermeerderen met de wettelijke verhoging en de wettelijke rente en onder gelijktijdige verstrekking van een bruto-/netto specificatie en een specificatie van de wettelijke rente;
c. tot betaling aan hen van de toekomstig verschuldigde ploegendiensttoeslag van 8,75% over het voor hen geldende functiemaandloon, wanneer zij in enige maand gedurende vijf dagen achtereen in een middagdienst werken, waarbij als die vijf dagen zich uitstrekken over twee maanden voornoemde toeslag over een maand verschuldigd zal zijn.
3.4.
Tenslotte vordert FNV c.s. dat de kantonrechter FedEx veroordeelt tot betaling van de proceskosten.
3.5.
FNV c.s. legt aan de vorderingen – kort weergegeven – het volgende ten grondslag. Op de afdeling GTS van FedEx is sprake van een rooster waarin door diverse werknemers structureel werkzaamheden worden verricht in een rouleersysteem volgens een dienstrooster. In dit rouleersysteem is sprake van tenminste twee diensten per etmaal en deze twee diensten zijn op tenminste vijf dagen per week gepland. Er werken immers medewerkers in de dagdienst, terwijl andere medewerkers op diezelfde dag in de middagdienst werken. Verder ligt er voor de meerderheid van de werknemers tussen de aanvangstijdstippen van twee diensten tenminste acht uren. Hiermee is op grond van artikel 36 lid 1 van de cao sprake van ploegendiensten, zodat het recht bestaat op een ploegendiensttoeslag als bedoeld in artikel 36 lid 2 van de cao.

4.Het verweer

4.1.
FedEx betwist de vorderingen. Zij voert aan – samengevat – dat uit de bewoordingen van artikel 36 van de cao niet volgt dat de medewerkers van de afdeling GTS die werken conform de roosters die vanaf 1 februari 2017 zijn gaan gelden, werken in een ploegendienst in de zin van artikel 36 lid 1 van de cao. Er is geen sprake van verschillende ploegen werknemers die elkaar frequent afwisselen, maar slechts van individuele werknemers die ieder afzonderlijk eens in de vier dan wel acht weken een werkweek middag- in plaats van dagdiensten draaien. Er is geen systeem van twee of meer vaste diensten waartussen werknemers als ploeg wisselen of rouleren.
4.2.
Ook uit de objectieve partijbedoeling van de cao-partijen volgt dat de roosters niet kwalificeren als ploegendienst. De ratio achter de ploegendiensttoeslag is immers om een werknemer te compenseren voor zodanige schommelingen in diens rooster dat diegene binnen korte tijd wordt geconfronteerd met aanzienlijk wisselende aanvangstijdstippen van zijn diensten. Uit artikel 36 lid 1 van de cao blijkt dat het moet gaan om twee diensten per etmaal gedurende ofwel vijf dagen per week ofwel tien dagen per twee weken, waarbij minimaal acht uren tussen de aanvangstijdstippen van de verschillende diensten liggen. Daarvan is ten aanzien van de betreffende medewerkers geen sprake.

5.De beoordeling

5.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat FNV op grond van artikel 3:305a BW bevoegd is tot het instellen van de onderhavige vorderingen.
5.2.
De kern van het geschil dat partijen verdeeld houdt, betreft de vraag of bepaalde medewerkers van de afdeling GTS van FedEx werkzaam zijn in een ploegendienst in de zin van artikel 36 lid 1 van de cao en zij daarom aanspraak hebben op de in lid 2 van dat artikel genoemde ploegendiensttoeslag. Het gaat om de uitleg van de betrokken cao-bepaling.
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de uitleg van de betrokken cao-bepaling dient te geschieden op grond van de zogeheten cao-norm. Dit betekent dat bij de uitleg van een cao-bepaling de bewoordingen daarvan, gelezen in het licht van de gehele tekst van die overeenkomst en een eventuele schriftelijke toelichting daarop, in beginsel van doorslaggevende betekenis zijn en dat het daarbij niet aankomt op een grammaticale uitleg van de tekst van de betrokken bepaling, maar op het vaststellen van de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen van de cao. Daarbij dient, behalve op de taalkundige betekenis, ook acht te worden geslagen op de kenbare ratio, strekking en systematiek van de regeling waartoe de bepaling behoort, en op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe verschillende, op zichzelf mogelijke, tekstinterpretaties zouden leiden. (Zie onder meer: HR 20 februari 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO1427, HR 11 november 2005, ECLI:NL:HR:2005:AU3719, HR 24 februari 2012, ECLI:NL:HR:2012:BU9889 en HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2002:AE2376).
5.4.
Met inachtneming van het voorgaande is de kantonrechter van oordeel dat in artikel 36 lid 1 van de cao met een ‘
ploegendienst’ wordt gedoeld op een aantal werknemers, een ploeg, die als zodanig dagelijks (‘
twee diensten per etmaal’) in afwisseling met een of meer andere ploegen (‘
rouleersysteem’), gedurende een zekere periode (‘
5 dagen per week of 10 dagen per twee weken’) volgens een bepaald patroon van werktijden (‘
dienstrooster’) werkzaam is.
5.5.
De enkele omstandigheid dat steeds een individuele werknemer van de afdeling GTS sinds de wijziging van het rooster per 1 februari 2017 eens in de acht (vestiging te Amsterdam) dan wel vier weken (vestiging te Eindhoven) één werkweek van vijf dagen werkt in een middagdienst in plaats van in een dagdienst (zoals het geval is in de overige zeven respectievelijk drie weken) betekent weliswaar dat sprake is van een zeker roulerend element, maar naar het oordeel van de kantonrechter is hiermee niet voldaan aan het in artikel 36 van de cao bedoelde criterium van ‘
het structureel verrichten van werkzaamheden in een rouleersysteem’. Er is slechts sprake van het individueel en incidenteel verrichten van de gebruikelijke werkzaamheden in een middag- in plaats van een dagdienst. Dit is anders dan een dienstrooster waarbij de werknemers werken in een ‘op- en af systeem’, zoals in artikel 36 van de cao beschreven, waarbij diverse groepen van werknemers elkaar afwisselen.
5.6.
Het voorgaande geldt temeer nu – zoals tussen partijen ook niet in geschil is – met artikel 36 van de cao een inconveniëntentoeslag is beoogd. Dit betekent dat de werknemer door deze toeslag wordt gecompenseerd voor zodanige schommelingen in zijn rooster dat diegene steeds en binnen korte tijd wordt geconfronteerd met aanzienlijk wisselende aanvangstijden van zijn diensten. Van een zodanige inconveniëntie is in het huidige rooster van de medewerkers van de afdeling GTS geen sprake. De betreffende medewerkers worden immers niet binnen een korte tijd (van maximaal twee weken, gelet op artikel 36 lid 1 cao) geconfronteerd met wisselende aanvangstijdstippen van de diensten van minimaal acht uren. Zij werken steeds slechts eens in de acht of vier weken vijf dagen achtereenvolgend een middagdienst in plaats van een dagdienst. Dat vormt niet de inconveniëntie die artikel 36 lid 2 van de cao beoogt te compenseren.
5.7.
De uitleg zoals FNV c.s. die voorstaat, zou bovendien leiden tot onaannemelijke rechtsgevolgen. Immers op grond van artikel 36 lid 2 van de cao ontvangt de werknemer die in een ploegendienst werkt een ploegendiensttoeslag over het voor hem geldende functieloon, waarmee naar tussen partijen vaststaat is gedoeld op het maandloon van de betreffende werknemer. Hieruit valt af te leiden dat het moet gaan om een situatie waarbij de werknemer gedurende die maand diverse keren wordt geconfronteerd met wisselende aanvangstijdstippen en niet, zoals hier het geval is, één keer in de acht of vier weken gedurende een werkweek middagdienst in plaats van dagdienst vervullen. De stelling van FNV c.s. dat cao-partijen kennelijk hebben gemeend het verschil in onregelmatigheid gelijk te belonen van een werknemer die bijvoorbeeld in een maand om de week een dag-/middag-/dag-/middagdienst werkt met een werknemer die maar gedurende een week in de maand een middagdienst draait, acht de kantonrechter onvoldoende onderbouwd en ook niet aannemelijk.
5.8.
De kantonrechter volgt FNV c.s. dan ook niet in de gedachtegang dat de wijze waarop de medewerkers van de afdeling GTS van FedEx sinds 1 februari 2017 de werkzaamheden verrichten, betekent dat zij in ‘
ploegendienst’ in de zin van artikel 36 van de cao werkzaam zijn.
5.9.
Dat heeft tot gevolg dat de kantonrechter de vorderingen als ongegrond dient af te wijzen.
5.10.
De proceskosten komen voor rekening van FNV c.s., omdat zij ongelijk krijgt.
De beslissing
De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt FNV c.s. tot betaling van de proceskosten, die tot en met vandaag voor FedEx worden vastgesteld op een bedrag van € 1.000,00 aan salaris van de gemachtigde van FedEx.
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.E. van Oosten-van Smaalen en op bovengenoemde datum in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter