ECLI:NL:HR:2005:AU3719
Hoge Raad
- Cassatie
- D.H. Beukenhorst
- O. de Savornin Lohman
- A.M.J. van Buchem-Spapens
- P.C. Kop
- W.A.M. van Schendel
- E.J. Numann
- Rechtspraak.nl
Cassatie over arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en uitleg CAO BVE
In deze zaak gaat het om een arbeidsgeschil tussen een onderwijsinstelling, de Stichting voor Beroepsonderwijs, Volwassenen-educatie en Voortgezet Onderwijs, handelende onder de naam Noorderpoortcollege (Npc), en een deeltijd-docente, aangeduid als eiseres. Eiseres heeft in cassatie beroep ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof te Leeuwarden, dat de vordering van eiseres om haar dienstbetrekking te continueren had afgewezen. Eiseres was sinds 1 september 2000 in dienst bij Npc op basis van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. De laatste arbeidsovereenkomst eindigde op 28 juni 2003, en Npc heeft haar meegedeeld dat de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2003 niet zou worden voortgezet. Eiseres vorderde in kort geding dat Npc haar zou verplichten om haar met ingang van het nieuwe schooljaar te werk te stellen en haar salaris door te betalen.
De kantonrechter heeft de vordering van eiseres afgewezen, en het gerechtshof heeft deze beslissing in hoger beroep bekrachtigd. Eiseres stelde dat de arbeidsovereenkomsten ten onrechte als tijdelijke overeenkomsten waren aangemerkt, omdat zij reguliere onderwijstaken vervulde. De Hoge Raad oordeelt dat de uitleg van het hof over de CAO BVE, specifiek artikel H-12, niet juist was. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof te Amsterdam voor verdere behandeling. Tevens wordt Npc veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie.