ECLI:NL:RBNHO:2018:5079
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vastgestelde waarde van een onroerende zaak in het kader van de Wet waardering onroerende zaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in een geschil over de vastgestelde waarde van een onroerende zaak voor het kalenderjaar 2016. Eiseres, een sportvereniging, had bezwaar gemaakt tegen de beschikking van de heffingsambtenaar van de gemeente Haarlem, die de waarde van de onroerende zaak had vastgesteld op € 508.000. Eiseres stelde dat de waarde te hoog was en concludeerde tot een vermindering van de waarde tot € 455.000. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 30 mei 2018, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en de verweerder door een taxateur.
De rechtbank overwoog dat de waarde van de onroerende zaak was vastgesteld met behulp van de gecorrigeerde vervangingswaarde, conform de Taxatiewijzer Sport. Eiseres voerde aan dat de uitspraak op bezwaar niet deugdelijke motivering bevatte en dat de restwaarde van de onroerende zaak ten onrechte op nihil was gesteld. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar de waarde op een verifieerbare en controleerbare wijze had onderbouwd en dat de restwaarde niet op nihil kon worden gesteld. De rechtbank verwierp de argumenten van eiseres en concludeerde dat de waarde niet te hoog was vastgesteld.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en gaf geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.