Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
- een- of meerma(a)l(en) (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [aangever 2] te slaan en/of te stompen en/of
- een- of meerma(a)l(en) (met een vuurwapen) (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam van die [aangever 1] te slaan en/of te stompen;
2.Voorvragen
3.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 mei 2018;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van aangifte gedaan door
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal opgesteld door [verbalisant]
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van onderzoek wapen
- tegen het hoofd van die [aangever 2] te slaan en
- meermalen met een vuurwapen op het hoofd van die [aangever 1] te slaan;
4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
5.Strafbaarheid van verdachte
6.Motivering van de sancties
7.Vorderingen benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
vierentwintig (24) dagen.
tweehonderd (200) urentaakstraf die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door honderd (100) dagen hechtenis.
[aangever 1]geleden schade tot een bedrag van
€ 500,- (zegge: vijfhonderd euro), bestaande in vergoeding voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 26 januari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [aangever 1] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
kostendoor de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op
€ 500,-, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
tien (10) dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.
22 mei 2018.