1.4Eiseres heeft bezwaar gemaakt, dat door verweerder gegrond is verklaard. Het primaire besluit wordt herroepen, de begeleiding wordt weer toegekend, maar verweerder heeft de vaststelling van de kostprijs op € 50,31 per uur gehandhaafd.
2. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat zij met de door verweerder gehanteerde regeling voor de eigen bijdrage voor 100% haar eigen zorgkosten betaalt. Uit het woord bijdrage volgt dat slechts een deel van het bedrag betaald hoeft te worden en niet het gehele bedrag. Eiseres vraag zich verder af op welke grondslag deze regeling van de gemeente Schagen is gebaseerd. Daarbij heeft eiseres opgemerkt dat, gezien de politieke lading die dit onderwerp binnen de gemeente heeft, de vaststelling van de kostprijs bij de gemeenteraad zou moeten liggen en niet, zoals gebeurd is, kan worden gedelegeerd aan het college.
Verweerder is daarnaast niet ingegaan op haar voorstel van een eigen bijdrage van 1/3, waarbij 2/3 voor rekening van verweerder komt.
Eiseres meent dat gezien het uitgavenpatroon van haar echtgenoot en haarzelf er onvoldoende mogelijkheden zijn om de extra zorgkosten van ongeveer € 220,00 per maand in te passen.
3. Verweerder stelt – samengevat – dat hij met de vaststelling van de eigen bijdrage binnen de wettelijke kaders is gebleven. Verweerder acht de wijze waarop de kostprijs van een maatwerkvoorziening wordt vastgesteld niet zodanig essentieel dat delegatie van de bevoegdheid door de gemeenteraad aan het college niet zou zijn toegestaan.
De wetgever heeft verder de consequentie aanvaard dat de hoogte van het inkomen ertoe kan leiden dat de betrokkene de volledige kostprijs van de maatwerkvoorziening in de vorm van een eigen bijdrage moet betalen. De kostprijs die voor de maatwerkvoorziening Begeleiding Basis Module Extra is vastgesteld, is niet hoger dan de kostprijs die de gemeente daadwerkelijk aan de aanbieder betaalt. Verweerder ziet geen aanleiding om gevolg te geven aan het voorstel van eiseres om een lager tarief dan de door het college vastgestelde kostprijs van € 50,41 per uur aan het CAK door te geven, omdat er voldoende mogelijkheden zijn geweest om de hogere bijdrage in te passen in het bestaande bestedingspatroon door andere keuzes te maken en andere prioriteiten te stellen. Verweerder heeft het overgangsrecht verlengd tot 1 mei 2016 in plaats van 1 januari 2016. Het inkomen van eiseres en haar echtgenoot bedraagt € 3.314 (inclusief vakantietoeslag) en is daarmee meer dan tweemaal de bijstandsnorm. Het is volgens verweerder niet aannemelijk geworden dat dit inkomen te laag is om de te verwachten verhoging van de eigen bijdrage te kunnen voldoen.