ECLI:NL:RBNHO:2018:1745
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor Rijnvarende met A1-verklaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 maart 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een Rijnvarende, en de inspecteur van de Belastingdienst over de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2013. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aanslag, die was opgelegd op basis van een belastbaar inkomen van € 15.765, waarbij geen vrijstelling voor premie volksverzekeringen was verleend. Eiser stelde dat hij recht had op deze vrijstelling op basis van een A1-verklaring die door de Sociale Verzekeringsbank (SVB) was afgegeven, en betwistte de rechtskracht van deze verklaring na eerdere uitspraken van de rechtbank Noord-Nederland en de Centrale Raad van Beroep.
De rechtbank oordeelde dat de A1-verklaring, afgegeven op grond van de Verordening (EG) 987/2009, nog steeds rechtskracht had en dat de eerdere uitspraken niet leidden tot de vernietiging van deze verklaring. De rechtbank concludeerde dat de SVB en de Belastingdienst gebonden zijn aan de A1-verklaring, zolang deze niet is ingetrokken. Eiser's beroep op vrijstelling van premies volksverzekeringen werd verworpen, evenals zijn verzoek om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, aangezien Nederland geen verdrag ter voorkoming van dubbele belasting had met Cyprus of Liechtenstein.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werd de mogelijkheid geboden om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.