In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 november 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen Javadoplant B.V. en twee gedaagden, die als hoofdelijk aansprakelijk werden gesteld voor een leningsovereenkomst. Javadoplant, een groothandel in bloemen en planten, had een handelsrelatie met Linia Directa B.V., die in betalingsproblemen verkeerde. Op 31 oktober 2012 werd een overeenkomst van geldlening gesloten, waarin de bestaande schuld van Linia Directa aan Javadoplant werd omgezet in een lening. De rechtbank moest beoordelen of de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk waren of dat de overeenkomst als borgtocht moest worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat, ondanks de terminologie in de overeenkomst, de gedaagden enkel als borg hadden getekend. Dit leidde tot de conclusie dat de gedaagden slechts wettelijke rente verschuldigd waren, en niet de hogere handelsrente. De rechtbank heeft de vordering van Javadoplant tot betaling van de hoofdsom en de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen, maar de hoogte van de verschuldigde bedragen werd vastgesteld op basis van de overeenkomst en de omstandigheden van de zaak. De gedaagden werden veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.