ECLI:NL:RBNHO:2017:9412
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Intrekking van toestemming voor beveiligingswerkzaamheden door de korpschef van de politie
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 1 november 2017 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekers, bestaande uit een individu en de besloten vennootschap Safety and Care Beveiliging B.V., hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de korpschef van de politie, waarbij de toestemming voor het verrichten van beveiligingswerkzaamheden door verzoeker sub 1 is ingetrokken. Dit besluit is genomen naar aanleiding van een incident op 13 december 2016, waarbij verzoeker sub 1 betrokken was en waarvan de korpschef meende dat het zijn betrouwbaarheid als beveiliger in twijfel trok.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van spoedeisend belang, aangezien verzoeker sub 1 door het intrekken van de toestemming niet meer in staat is om beveiligingswerkzaamheden te verrichten, wat gevolgen heeft voor zijn bedrijfsvoering en inkomen. De rechter heeft de argumenten van verzoekers, die stelden dat verzoeker sub 1 proportioneel had gehandeld tijdens het incident, gewogen tegen de verklaringen van getuigen en de camerabeelden.
De voorzieningenrechter concludeert dat de korpschef in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat verzoeker sub 1 onvoldoende betrouwbaar is om beveiligingswerkzaamheden te verrichten. De rechter heeft de belangenafweging van de korpschef onderschreven en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak benadrukt de hoge eisen die aan de betrouwbaarheid van beveiligingspersoneel worden gesteld en bevestigt dat de intrekking van de toestemming gerechtvaardigd was op basis van de feiten en omstandigheden van de zaak.