Overwegingen
1. Eiseres drijft een onderneming onder de naam [X] (hierna: [X] ). De activiteiten van [X] bestaan uit de exploitatie van een escortbureau, webcamdiensten, stripteaseshows en een limousineservice in de seksbranche. Twee van de chauffeurs die de escorts vervoeren verrichten ook werkzaamheden als telefonist (hierna: chauffeurs/telefonisten). De vennoten van eiseres zijn [E] en [A] . In de jaren 2009 en 2010 was eiseres gevestigd in [F] , nadien in [Z] .
2. Eiseres maakt voor haar activiteiten gebruik van de volgende handelsnamen en websites:
- [G] met als website [G] .nl;
- [H] met als website [H] .com;
- [I] met als website [I] .com;
- [J] met als website [J] .eu;
- [K] met als website [K] .nl;
- [L] met als website [L] .com;
- [N] met als website [N] .eu;
- [O] met als website [O] .eu;
- [P] met als website [P] .com;
- [Q] met als website [Q] .nl;
- [R] met als website [Q] .nl;
- [S] met als website [S] .com;
- [T] met als website [T] .com;
- [U] met als website [U] .nl;
- [V] met als website [V] ; en
- [W] met als website [W] .com.
3. Eiseres en verweerder hebben op 26 juni 2008 een vaststellingsovereenkomst gesloten (hierna: VSO). Deze luidt, voor zover van belang:
“(…) In aanmerking nemende dat:
1. De duiding van de arbeidsverhouding voor sekswerkers, en daaruit voortvloeiend de heffing van omzetbelasting, de loonheffing en de bijdrage Zorgverzekeringswet in de prostitutiebranche verschil van inzicht oplevert tussen enerzijds de Belastingdienst en anderzijds exploitanten in deze branche;
4. De Belastingdienst exploitanten in de prostitutiebranche in de gelegenheid stelt onderhavige overeenkomst te sluiten ter voorkoming van geschilpunten en/of onzekerheden voor de toekomst;
5. Belastingplichtige onder andere onder de namen [G] en [L] te [F] een onderneming drijft in de prostitutiebranche. Hierna zal deze onderneming worden aangeduid als “de Onderneming”;
6. Binnen de Onderneming één of meerdere sekswerkers werkzaam zijn, hierna te noemen: “de Sekswerker”;
7. Belastingplichtige en Belastingdienst ter voorkoming van geschilpunten en/of onzekerheden ter zake van de heffing van enerzijds loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen en de bijdrage ingevolge de Zorgverzekeringswet, en anderzijds omzetbelasting afspraken wensen te maken;
8. Partijen hun gemaakte afspraken schriftelijk wensen vast te leggen.
Verklaren het navolgende te zijn overeengekomen:
Artikel 1 - Bijlagen en Onverbrekelijkheid
Een integraal en onverbrekelijk onderdeel van deze overeenkomst vormt het “Voorwaardenpakket” zoals vastgelegd in de volgende bijlagen:
(…)
hierna gezamenlijk te noemen: “de Bijlagen”
(…)
Artikel 2 - Reikwijdte van deze overeenkomst
Deze overeenkomst regelt de afspraken tussen de Belastingdienst en Belastingplichtige ter zake navolgende afdrachten:
1. De afdracht van omzetbelasting ten laste van Belastingplichtige;
2. De afdracht van loonbelasting, premies volksverzekeringen, premies werknemersverzekeringen (hierna gezamenlijk te noemen: “de Loonheffing”) en bijdrage Zorgverzekeringswet ten laste van de Sekswerker, op basis van en onder toepassing van het in de Bijlagen uiteengezette “Voorwaardenpakket”.
Artikel 3 - Heffing van omzetbelasting
De gehele binnen de Onderneming van Belastingplichtige gerealiseerde omzet (inclusief het door de Sekswerker te genieten aandeel in deze omzet) is omzet van Belastingplichtige welke is onderworpen aan de heffing van omzetbelasting ten laste van Belastingplichtige tegen het algemeen tarief, zoals is uiteengezet in de Bijlagen.
Artikel 4 - Loonheffing en werknemersverzekeringen
1. Belastingplichtige zal de verschuldigde loonheffing en premie Zorgverzekeringswet voor de binnen de Onderneming werkzame Sekswerkers afdragen, zoals uiteengezet in de Bijlagen. In de administratie van Belastingplichtige zullen de verklaringen opting-in worden vastgelegd.
2. Voor de Loonheffing is op de verhouding tussen Belastingplichtige en de Sekswerker het bepaalde in artikel 4, letter f van de Wet op de Loonbelasting 1964 van toepassing.
3. Van de aan de Sekswerker toekomende inkomsten (exclusief omzetbelasting) wordt voor de Loonheffing een gedeelte ter grootte van 20% aangemerkt als een fiscaal onbelaste
onkostenvergoeding ter dekking van de door de Sekswerker voor eigen rekening te maken kosten voor de uitoefening van haar/zijn werkzaamheden.
4. De (Tarief)Tabel voor aannemers van werk, thuiswerkers en andere gelijkgestelden is van
Artikel 5 - Aanvang en duur van deze overeenkomst alsmede opzegging
2. Deze overeenkomst heeft een looptijd tot 1 januari 2014. In 2013 zal een evaluatie plaatsvinden. De intentie is er op gericht om te komen tot een voortzetting van de overeenkomst.
3. Ieder der partijen heeft het recht deze overeenkomst per kalenderjaar op te zeggen, met
inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Van deze mogelijkheid kan pas gebruik gemaakt worden per 1 januari 2010.
Artikel 7 - Tussentijdse beëindiging
1. De Belastingdienst heeft het recht deze overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen op het moment dat blijkt dat Belastingplichtige handelt in strijd met deze overeenkomst.
2. In geval van tussentijdse beëindiging als bedoeld in lid 1, heeft deze beëindiging terugwerkende kracht tot het tijdstip van waaraf Belastingplichtige heeft gehandeld in strijd met deze overeenkomst.
4. Bij brief van 26 juli 2011 aan [AA] van Accountantskantoor [AB] (de adviseur van eiseres) heeft verweerder een (boeken)onderzoek aangekondigd naar de aanvaardbaarheid van de aangiften/aanslagen loon- en omzetbelasting over het tijdvak
1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en naar de naleving van de afspraken uit de VSO. Verweerder heeft in deze brief verzocht om ervoor te zorgen dat de benodigde administratie van de jaren 2009 en 2010 op het controleadres aanwezig is. Specifiek heeft verweerder in deze brief verzocht om:
- bank- en girobescheiden;
- overige vastleggingen van ontvangsten;
- vastleggingen afspraken van de verdeling van verdiensten tussen belastingplichtige en de sexwerkers;
- agenda’s en afsprakenboeken;
- kopieën van de aangiften omzetbelasting;
- specificaties van de aangiften omzetbelasting en aansluitingsoverzichten tussen de aangiften en de financiële administratie;
- omzetdagstaten en verzameldagstaten;
- kopieën van de aangiften loonbelasting;
- specificaties van de aangiften loonbelasting;
- aansluitingsoverzichten tussen de financiële administratie en de verzamelloonstaten;
- de loonstaten van het personeel;
- verklaringen Loonheffingen Opting-in;
- afschriften van de wettelijk voorgeschreven identiteitsbewijzen van het personeel.
5. Het boekenonderzoek heeft plaatsgevonden op 9 augustus en 14 december 2011 en op 10 januari 2012. Bij brief van 22 november 2011 heeft verweerder eiseres bericht dat het onderzoek wordt uitgebreid en zich ook richt op de volledigheid van de verschuldigde omzetbelasting en heeft verweerder verzocht om de volledige administratie over de controleperiode beschikbaar te stellen. Specifiek heeft verweerder in deze brief aanvullend verzocht om:
- de jaarstukken met bijlagen;
- het grootboek, de kolommenbalansen, inclusief de voorafgaande journaalposten en de aansluiting met de jaarstukken (brugstaten);
- de debiteuren- en crediteurenlijsten en afschrijvingsstaten.
6. Bij brief van 20 februari 2012 heeft verweerder ten name van eiseres een informatiebeschikking genomen. De brief luidt, voor zover van belang:
“(…) Het doel van het boekenonderzoek is de aanvaardbaarheid vast te stellen van de aangiften:
- Omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 en
- Loonheffingen over het tijdvak 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010.
- Inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van beide vennoten over het jaar 2009.
In verband met het boekenonderzoek heb ik u op 26 juli 2011 en op 22 november 2011 verzocht om de administratie te overleggen die van belang is om de aangiften te beoordelen. U hebt niet geheel aan deze informatieverzoeken voldaan. De volgende boeken en bescheiden en andere gegevensdragers hebt u niet aan mij overgelegd:
- afsprakenboeken, waaronder vastleggingen van reserveringen door klanten;
- overige vastleggingen van ontvangsten;
- overzichten van de gewerkte dagen per individuele escortdame met daarbij de gewerkte uren;
- vastleggingen van afspraken over de verdeling van de verdiensten tussen de belastingplichtige en de escortdames.
Volgens u zijn bepaalde primaire gegevens niet bewaard gebleven. Tijdens het boekenonderzoek op 9 augustus 2011 heb ik aan uw adviseur, de heer [AC] van [AB] bv, gevraagd naar overzichten van de gewerkte dagen, gespecificeerd per individuele escortdame, met daarbij de gewerkte uren. De heer [AC] liet mij vervolgens een korte brief zien met dagtekening 9 mei 2011 waarin de heer [E] verklaart dat op 8 mei 2011 de computer kapot is gegaan. In de brief geeft de heer [E] verder aan dat alle data kwijt zijn geraakt en dat tevergeefs geprobeerd is om de data terug te halen via de harde schijf. In een telefonisch gesprek met de heer [E] op 30 januari 2012 verklaart hij dat op deze harde schijf de digitale administratie van de onderneming werd opgeslagen. Onder andere de reserveringen en overzichten van het aantal gewerkte uren van de escortdames zouden volgens de heer [E] op deze harde schijf zijn opgeslagen. Van de betreffende harde schijf is geen back-up gemaakt. Tenslotte verklaart de heer [E] de computer te hebben weggegooid in de vuilnisbak omdat de data op de harde schijf niet meet veilig te stellen waren. Op 7 februari 2012 heeft de heer [E] deze verklaring schriftelijk aan mij bevestigd.
Nu u niet adequaat op mijn informatieverzoek hebt gereageerd en u bepaalde primaire gegevens niet hebt bewaard, ontvangt u hierbij deze informatiebeschikking. De informatiebeschikking is geregeld in artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
U kunt er naar aanleiding van deze beschikking voor kiezen alsnog de gevraagde informatie te verstrekken. In dat geval verzoek ik u met mij contact op te nemen om een termijn daarvoor af te spreken.
(…)
Als u niet aan uw informatieverplichtingen voldoet en niet of niet tijdig bezwaar hebt gemaakt tegen deze beschikking, wordt deze informatiebeschikking onherroepelijk. Dat betekent dat u zich dan in een nadelige bewijspositie hebt gemanoeuvreerd in de bezwaarfase tegen de belastingaanslagen waarop de informatieverzoeken zien. U dient dan namelijk ‘te doen blijken’ dat die belastingaanslagen niet juist zijn, de zogeheten omkering en verzwaring van de bewijslast. Dit is geregeld in artikel 25, lid 3 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
(…)”
7. Eiseres heeft geen bezwaar gemaakt tegen de informatiebeschikking.
8. Bij het boekenonderzoek is gebruik gemaakt van de door de Dienst Nationale Recherche Unit Randstad Noord, Korps Landelijke Politiediensten met toestemming van de Officier van Justitie verstrekte gegevens uit onderzoeken naar vrouwenhandel. Het betreft processen-verbaal van getuigenverhoren van [A] , [AD] en [AE] uit het onderzoek “ [AF] ” en van [AG] uit het onderzoek “ [AH] ”. Voorts betreft het processen-verbaal van bevindingen met bijlagen en uitgewerkte verslagen van afgeluisterde en opgenomen telefoongesprekken uit het onderzoek “ [AH] ”, en wel:
- telefoonnummer [# 1] , verbonden aan de websites van eiseres van [G] , [H] , [I] en [W] , over de periode van 29 maart tot en met 8 april 2010;
- telefoonnummer [# 2] , verbonden aan de websites van eiseres van [G] , [L] , [I] , en [M] , over de periode 29 maart 2010 tot en met 8 april 2010;
- telefoonnummer [# 3] van [AI] , werkzaam voor eiseres als escort onder de naam [AJ] , over de periode 15 tot en met 17 juni 2010;
- telefoonnummer [# 4] van [AK] , werkzaam voor eiseres als escort onder de naam [AL] op 18 juni 2010; en
- telefoonnummer [# 5] van [AM] , werkzaam voor eiseres als escort onder de naam [AN] op 15 juni 2010.
9. Bij brief van 2 juli 2012 is het conceptrapport van het boekenonderzoek aan eiseres gezonden. Op 11 januari 2013 heeft op het kantoor van de Belastingdienst/Amsterdam een bespreking van het conceptrapport tussen de gemachtigde en verweerder plaatsgevonden. Vervolgens is op verzoek van de gemachtigde verschillende malen uitstel verleend voor een reactie, laatstelijk tot 1 maart 2013. Bij gebreke van een reactie is het definitieve rapport van het boekenonderzoek met dagtekening 11 maart 2013 aan eiseres verzonden (hierna: het Rapport).
10. In het Rapport wordt onder meer geconcludeerd dat de administratie niet kan dienen als betrouwbare grondslag voor de winstberekening als gevolg waarvan niet de vereiste aangifte is gedaan. In verband hiermee is geconcludeerd:
- er is geen deugdelijke kasadministratie bijgehouden;
- de kasadministratie vormt geen betrouwbare basis voor de winstberekening;
- de kasadministratie voldoet niet aan de eisen die het bedrijf stelt;
- de administratie is zodanig gevoed dat niet te allen tijde de rechten en verplichtingen van belastingplichtige duidelijk blijken;
- verschillende kosten die per bank zijn betaald worden ook als kosten geboekt in de kasadministratie;
- de onderliggende databestanden met vastgelegde gegevens worden door eiseres niet bewaard overeenkomstig artikel 52 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR). De computer waarop de digitale administratie is opgeslagen is namelijk weggegooid. De digitale administratie omvat belangrijke primaire vastleggingen, waaronder de reserveringen van de klanten, overzichten van het aantal gewerkte uren per datum door de escortdames en e-mailverkeer. Van de harde schijf is geen back-up gemaakt. Van de vastleggingen zijn geen prints of auditfiles bewaard;
- eiseres heeft omzet verzwegen;
- eiseres heeft de beloningen aan de chauffeurs en telefonisten zonder inhoudingen uitbetaald.
11. In het Rapport wordt geconcludeerd dat eiseres niet heeft voldaan aan haar administratieplicht, bewaarplicht en inlichtingenplicht van artikel 47 en artikel 52 van de AWR, omdat ondanks een verzoek daartoe niet zijn overgelegd agenda’s, afsprakenboeken, overzichten van gewerkte dagen en uren per escort en de vastleggingen van afspraken over de verdeling van de verdiensten tussen eiseres en de escorts.
12. In het Rapport wordt geconcludeerd dat eiseres in strijd handelt met de VSO en dat de escorts daarom per 1 februari 2011 in fictieve dienstbetrekking zijn ex artikel 4 onderdeel e van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) jo. artikel 2ca van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna: Uitvoeringsbesluit). In het Rapport wordt voorts geconcludeerd dat de arbeidsverhoudingen tussen eiseres enerzijds en de chauffeurs die de escorts vervoeren en de chauffeurs/telefonisten anderzijds moeten worden aangemerkt als privaatrechtelijke dienstbetrekkingen, zodat de betalingen voor hun diensten als loon uit dienstbetrekking moeten worden aangemerkt. Geconcludeerd wordt ten slotte tot het vaststellen van naheffingsaanslagen LB/PVV en omzetbelasting over de jaren 2009 en 2010 en tot het opleggen van vergrijpboetes ex artikel 67f van de AWR van 50% vanwege het (voorwaardelijk) opzettelijk te weinig aangeven en afdragen van belasting.
13. Bij uitspraken op bezwaar heeft verweerder de naheffingsaanslagen gehandhaafd en de opgelegde vergrijpboetes gematigd tot 40% omdat deze zijn opgelegd naar een grondslag die met omkering van de bewijslast is vastgesteld.