ECLI:NL:RBNHO:2017:4948
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de hoogte van vergrijpboetes en immateriële schadevergoeding in belastingzaken met buitenlandse bankrekeningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 7 juni 2017 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij eiseres, een belastingplichtige, in beroep ging tegen navorderingsaanslagen en vergrijpboetes opgelegd door de Belastingdienst. De navorderingsaanslagen betroffen de jaren 2004 tot en met 2010, waarbij eiseres een buitenlandse bankrekening had verzwegen. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde vergrijpboetes in beginsel 100% van de verschuldigde belasting bedragen, maar dat deze konden worden verminderd tot 75% indien de belastingplichtige in de bezwaarfase meewerkt. In dit geval heeft eiseres pas in de bezwaarfase openheid van zaken gegeven, wat leidde tot een vermindering van de boetes tot 60% van de verschuldigde belasting. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat eiseres recht heeft op een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De rechtbank heeft de overschrijding vastgesteld op meer dan vier jaar, wat resulteerde in een schadevergoeding van € 4.500, waarvan € 1.596 door de Belastingdienst en € 1.904 door de Staat der Nederlanden moet worden betaald. De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres vergoed tot een bedrag van € 1.485. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen.