Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.Tenlastelegging
2.Voorvragen
3.InleidingOp 12 mei 2016 ontvangt de politie een melding dat er een vrouw is neergestoken bij het [adres] te Zuidoostbeemster. Ter plaatse zien zij het slachtoffer op een stoel zitten, van top tot teen onder het bloed, verdwaasd voor zich uitstarend. Het slachtoffer wordt door ambulancepersoneel overgebracht naar VU medisch centrum, alwaar zij wordt geopereerd.
4.Bewijs
Bij de vraag of sprake is van voorbedachte raad gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval, waarbij de rechter het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachte raad pleiten. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen (HR 28 februari 2012,
ECLI:NL:HR:2012:BR2342, HR 15 oktober 2013,
ECLI:NL:HR:2013:963, HR 23 september 2014,
ECLI:NL:HR:2014:2761).
5.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straf
8.Vordering benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- Ziekenhuis- en revalidatievergoeding € 784,00
- Eigen bijdrage ziektekostenverzekering 2016 en 2017 € 770,00
- Reiskosten € 2.053,87
- Hyundai auto € 5.500,00
- Kosten onderhoud tuin € 1.140,00
- Kosten beveiliging huis € 1.700,00
- Huishoudelijke hulp € 6.240,00
€ 14.616,23rechtstreeks voortvloeit uit de bewezen verklaarde feiten.
€ 40.000,00billijk voor. De rechtbank heeft bij het bepalen van de hoogte van de toe te wijzen schade gekeken naar uitspraken zoals die in Nederland in soortgelijke strafzaken zijn gedaan. Ook heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat thans nog geen sprake is van een medische eindsituatie die (mogelijk) toekenning van een hoger bedrag aan immateriële schade zou kunnen rechtvaardigen.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
8 (acht) jaren.
[aangeefster]geleden schade tot een bedrag van
€ 54.616,23, bestaande uit € 14.616,23 voor de materiële en € 40.000,00 voor de immateriële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [aangeefster] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
€ 350,00en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
[aangeefster]de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van
€ 54.616,23,vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 12 mei 2016 tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
300 dagenhechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft.