13.5Gelet op het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat verweerder zich ten onrechte onder verwijzing naar het rapport van SAOZ op het standpunt heeft gesteld dat wel een planvergelijking kan worden gemaakt. Het bestreden besluit komt ook hierom voor vernietiging in aanmerking.
14. Hoewel het bestreden besluit ten aanzien van perceel I voor vernietiging in aanmerking komt ziet de rechtbank aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit met betrekking tot perceel I in stand te laten. Immers ook verweerder is ten aanzien van perceel I tot de conclusie gekomen dat op dit moment geen sprake is van planschade die voor vergoeding in aanmerking komt.
15. Ten aanzien van de op perceel II rustende bestemming “Verkeer” is in artikel 6.1 van de planvoorschriften bepaald dat de voor “Verkeer” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. wegen met ten hoogste 2x1 doorgaande rijstrook, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden;
b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water.
In artikel 6.2 van de planvoorschriften is bepaald dat op deze gronden mag worden gebouwd en de volgende regels gelden:
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd;
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 6 meter.