ECLI:NL:RBNHO:2017:2005
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake crisisheffing op loonheffingen
In deze zaak heeft eiseres, een 100% dochteronderneming van [A] B.V., beroep ingesteld tegen de handhaving van een aanslag loonheffingen door de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zaandam. Eiseres had voor het tijdvak maart 2013 aangifte gedaan van een bedrag van € 2.009.625 aan pseudo-eindheffing hoog loon, ook wel crisisheffing genoemd, welke op 6 mei 2013 was afgedragen. Na bezwaar tegen de afdracht, dat door de inspecteur werd afgewezen, heeft eiseres beroep ingesteld. De rechtbank heeft bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, en eiseres heeft nadere stukken overgelegd met betrekking tot de geldigheid van de volmacht.
De rechtbank heeft ambtshalve de vraag onderzocht of het beroep bevoegdelijk was ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een beroepschrift ondertekend zijn en de naam en het adres van de indiener bevatten. De rechtbank constateert dat de volmacht die door eiseres is overgelegd niet voldoet aan de vereisten, omdat de statuten van de vertegenwoordigde vennootschap niet zijn overgelegd. Hierdoor kan niet worden vastgesteld dat de gemachtigden bevoegd waren om namens eiseres op te treden. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het niet op de juiste wijze is ingediend. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 17 maart 2017. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof Amsterdam, waarbij partijen binnen zes weken na verzending van de uitspraak een beroepschrift moeten indienen, vergezeld van een afschrift van de uitspraak en andere vereiste gegevens.