ECLI:NL:RBNHO:2017:2004

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
17 maart 2017
Publicatiedatum
13 maart 2017
Zaaknummer
AWB - 14 _ 503
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake crisisheffing loonbelasting

In deze zaak heeft eiseres, [X] BV, voor het tijdvak maart 2013 aangifte loonheffingen gedaan, waarbij een bedrag van € 1.803.177 aan pseudo-eindheffing hoog loon is aangegeven. Dit bedrag is op 26 april 2013 afgedragen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de afdracht, maar de inspecteur van de Belastingdienst heeft de aanslag gehandhaafd. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld. Tijdens de procedure heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, en eiseres heeft nadere stukken overgelegd met betrekking tot de geldigheid van de volmacht.

De rechtbank heeft ambtshalve de vraag onderzocht of het beroep bevoegdelijk is ingediend. Volgens de Algemene wet bestuursrecht moet een beroepschrift ondertekend zijn en de naam en het adres van de indiener bevatten. De rechtbank constateert dat de volmacht die door de gemachtigde is overgelegd niet voldoet aan de vereisten, omdat de statuten van de vertegenwoordigde vennootschap niet zijn overgelegd. Hierdoor kan niet worden vastgesteld of de gemachtigde bevoegd was om namens eiseres op te treden.

De rechtbank concludeert dat het beroep onbevoegdelijk is ingesteld, omdat de medewerking van een derde bestuurder vereist was voor de vertegenwoordiging van de vennootschap. Aangezien deze medewerking ontbreekt, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 17 maart 2017. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

Rechtbank noord-holland

Zittingsplaats Haarlem
zaaknummer: HAA 14/503

uitspraak van de meervoudige kamer van 17 maart 2017 in de zaak tussen

[X] BV, gevestigd te [Z] , eiseres

(gestelde gemachtigde: prof.dr. P. Kavelaars),
en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zaandam, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft voor het tijdvak maart 2013 aangifte loonheffingen gedaan, waarbij een bedrag van € 1.803.177 aan pseudo-eindheffing hoog loon in de zin van artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna ook: crisisheffing) is aangegeven. Dit bedrag is afgedragen op 26 april 2013. Tegen deze afdracht heeft eiseres bezwaar gemaakt.
Verweerder heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag gehandhaafd.
Eiseres heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Beide partijen hebben nadere stukken ingediend, die telkens in afschrift zijn verstrekt aan de wederpartij.
Met toestemming van partijen heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft.
Eiseres heeft op verzoek van de rechtbank nadere stukken overgelegd in verband met de geldigheid van de volmacht.

Overwegingen

1. Eiseres is een 100% dochter van [A] B.V. Eiseres vormt met haar moedermaatschappij en (onder meer) [B] B.V. en [C] B.V.) een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Eiseres vormt met (onder meer) [B] B.V. tevens een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.
2. De totale loonsom van eiseres over 2012 bedraagt € 22.036.594. Voor het tijdvak maart 2013 heeft eiseres aangifte loonheffingen gedaan en daarbij een bedrag van € 1.803.177 aan crisisheffing aangegeven.
3. In 2012 heeft een aantal werknemers van eiseres een voordeel behaald met de uitoefening van optierechten die in het verleden zijn toegekend.
4. Tussen partijen is in geschil of eiseres gehouden is de crisisheffing af te dragen. Meer in het bijzonder is in geschil of de crisisheffing in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (hierna: EP EVRM).
5. De rechtbank ziet zich ambtshalve gesteld voor de vraag of het beroep bevoegdelijk is ingediend.
6. Op grond van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en letter a, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt het beroepschrift ondertekend en bevat het - voor zover hier van belang - ten minste de naam en het adres van de indiener. Daarbij wordt met ‘indiener’ bedoeld degene die voor zichzelf beroep instelt of degene namens wie beroep wordt ingesteld (zie HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BO7505). Op grond van artikel 6:6 van de Awb kan het beroep niet-ontvankelijk worden verklaard indien niet is voldaan aan artikel 6:5 van de Awb of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het beroep, mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn. Het ontbreken van een schriftelijke volmacht moet als verzuim in de zin van artikel 6:6 van de Awb worden aangemerkt
(HR 10 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:2).
7. Artikel 2:240 van het Burgerlijk Wetboek luidt, voor zover van belang:
“1. Het bestuur vertegenwoordigt de vennootschap, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.
2. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging komt mede aan iedere bestuurder toe. De statuten kunnen echter bepalen dat zij behalve aan het bestuur slechts toekomt aan een of meer bestuurders. Zij kunnen voorts bepalen dat een bestuurder de vennootschap slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.[…]”
8. Het beroepschrift is ondertekend door de gestelde gemachtigde. Blijkens de overgelegde uittreksels uit het handelsregister is [D] B.V. alleen/zelfstandig bevoegd eiseres te vertegenwoordigen. Het overgelegde uittreksel uit het handelsregister betreffende [D] B.V. van 7 februari 2017 vermeldt als bestuurders [E] , [F] en [G] . De bevoegdheid van ieder van de bestuurders is omschreven als: ‘Gezamenlijk bevoegd (met andere bestuurder(s), zie statuten)’.
9. Eiseres heeft ter vervanging van een door [H] , Director Compensation & Benefits ondertekende ongedateerde ‘Power of Attorney’ een op 20 februari 2014 gedateerde ‘Power of Attorney’ overgelegd, ondertekend door [F] en [E] . Eiseres heeft niet de statuten van [D] overgelegd. De bevoegdheidsomschrijving in het handelsregister sluit uit dat de bestuurders van [D] B.V. bevoegd zijn haar alleen/zelfstandig te vertegenwoordigen. Deze bevoegdheidsomschrijving sluit niet uit dat iedere bestuurder slechts met beide andere bestuurders vertegenwoordigingsbevoegd is. De rechtbank leidt uit de bevoegdheidsomschrijving in het handelsregister voorts af dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid in de statuten van [D] B.V. is vastgelegd. Nu deze statuten niet zijn overgelegd kan de rechtbank niet vaststellen dat [E] en [F] zonder medewerking van [G] bevoegd zijn [D] B.V. te vertegenwoordigen. Het moet er daarom voor worden gehouden dat daarvoor tevens de medewerking van bestuurder [G] is vereist. Aangezien een volmacht van laatstgenoemde ontbreekt, is het beroep onbevoegdelijk ingesteld en zal het niet-ontvankelijk worden verklaard. Aan een inhoudelijke beoordeling van het geschil van partijen wordt niet toegekomen.

Proceskosten

10. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.W. Koenis, voorzitter, en mr. B. van Walderveen en mr. G.H. de Soeten, leden, in aanwezigheid van mr. drs. K.M.E. de Moor, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 maart 2017.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na verzending hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam (belastingkamer), Postbus 1312,
1000 BH Amsterdam.
Bij het instellen van hoger beroep dient het volgende in acht te worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak overgelegd.
2. het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. een dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het hoger beroep is ingesteld;
d. de gronden van het hoger beroep.