ECLI:NL:RBNHO:2017:10608
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen intrekking nummeraanduiding kantoorruimte op basis van Wet basisregistraties adressen en gebouwen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 december 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, eigenaar van een woning met kantoorruimte, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Texel. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van verweerder om de aan de kantoorruimte toegekende nummeraanduiding in te trekken. Dit besluit volgde op een eerder besluit waarin het bezwaar van eiser ongegrond werd verklaard. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kantoorruimte, gebouwd in 2012, niet als verblijfsobject kan worden aangemerkt volgens de Wet basisregistraties adressen en gebouwen (Wet BAG), omdat deze niet zelfstandig kan functioneren zonder de woning. Verweerder stelde dat de kantoorruimte afhankelijk is van de woning, onder andere omdat er geen toilet aanwezig is. Eiser betoogde echter dat het hebben van een eigen nummer essentieel is voor zijn bedrijf, omdat klanten niet aan de voordeur van zijn woning moeten komen. De rechtbank oordeelde dat de kantoorruimte wel degelijk als verblijfsobject moet worden aangemerkt, ondanks het ontbreken van een toilet, en verklaarde het beroep gegrond. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, herstelde het primaire besluit en droeg verweerder op het griffierecht en de proceskosten aan eiser te vergoeden.