In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland op 29 november 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn over de herindicatie van hulp bij het huishouden op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). Eiseres, die lijdt aan verschillende medische aandoeningen, had eerder een indicatie voor 300 minuten hulp per week, maar deze werd verlaagd naar 205 minuten per week. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gemeente Hoorn de normtijden voor huishoudelijke hulp had verlaagd zonder deugdelijk onderzoek, wat in strijd is met de wet. De voorzieningenrechter heeft het bestreden besluit vernietigd en verweerder opgedragen om een nieuw besluit te nemen op bezwaar. Tevens is er een voorlopige voorziening getroffen, waarbij eiseres recht heeft op 240 minuten hulp per week tot het nieuwe besluit is genomen. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat verweerder de proceskosten en het griffierecht aan eiseres moet vergoeden.