Primair
hij op of omstreeks 22 mei 2014 te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto
(merk Ford, type Focus, kenteken [kenteken 1] ), daarmee heeft gereden over de weg,
de Aalsmeerderweg en zich daarbij zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, ter plaatse waar voor een kruisende weg, te weten de voor het verkeer openstaande weg, de Beech Avenue, een bord B 6 van bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 was geplaatst en op het wegdek
haaientanden waren aangebracht - aanduidende: verleen voorrang aan bestuurders op de kruisende weg - geen gevolg heeft gegeven aan dat verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt,
immers de bestuurster van een op die kruisende weg rijdende motorfiets (merk Suzuki, kenteken [kenteken 2] ) niet in staat heeft gesteld ongehinderd haar weg te vervolgen, door, terwijl zijn zicht niet werd belemmerd en hij ter plaatse goed bekend is, (zonder te remmen) het kruisingsvlak van die Beech Avenue en de Aalsmeerderweg op te rijden op het moment dat de bestuurster van die motorfiets zo dicht was genaderd dat zij een botsing of aanrijding niet heeft kunnen voorkomen,
waardoor aan die bestuurster van die motorfiets, genaamd [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten (zodanig beenletsel dat haar linker onderbeen moest worden geamputeerd, een open bovenbeenbreuk links en een gebroken pols rechts), of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;