ECLI:NL:HR:2008:BD0544
Hoge Raad
- Cassatie
- W.J.M. Davids
- J.P. Balkema
- A.J.A. van Dorst
- B.C. de Savornin Lohman
- H.A.G. Splinter-van Kan
- Rechtspraak.nl
Schuld aan verkeersongeval ex art. 6 Wegenverkeerswet 1994 en bewijsvoering
In deze zaak gaat het om de schuld van de verdachte aan een verkeersongeval dat plaatsvond op 9 april 2005 te Geervliet. De verdachte, bestuurder van een personenauto, heeft op de Groene Kruisweg, bij het oprijden van de weg vanuit een tankstation, een motorrijdster over het hoofd gezien. De Hoge Raad oordeelt dat de bewezenverklaring van schuld aan het verkeersongeval niet naar de eisen van de wet is gemotiveerd. De Hoge Raad stelt dat uit de enkele omstandigheid dat de verdachte de motorrijdster niet heeft gezien, niet kan worden afgeleid dat hij aanmerkelijk onoplettend en met aanmerkelijke verwaarlozing van de geboden zorgvuldigheid heeft gereden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het Hof en wijst de zaak terug naar het Gerechtshof te 's-Gravenhage voor herbehandeling.
De verdachte had zich ervan bewust moeten zijn dat hij een voorrangsweg opreed en had zijn auto tot bijna stilstand gebracht om te kijken of er verkeer naderde. De Hoge Raad benadrukt dat de schuld aan het verkeersongeval moet worden afgeleid uit het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan, en de overige omstandigheden van het geval. De ernst van de gevolgen van het verkeersgedrag kan niet op zichzelf staan als bewijs van schuld. De Hoge Raad concludeert dat de bewezenverklaring niet voldoende is onderbouwd en dat de zaak opnieuw moet worden beoordeeld door het Hof.