In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland, gedateerd 25 februari 2016, wordt de aanvraag van de Stichting Muziek- en Dansschool Heiloo voor subsidie voor het jaar 2015 behandeld. De stichting had een subsidie van € 408.071,00 aangevraagd, maar het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heiloo heeft deze aanvraag deels afgewezen. In plaats daarvan werd een bedrag van € 342.779,00 toegekend, terwijl € 65.292,00 werd geweigerd. De stichting maakte bezwaar tegen deze beslissing en stelde beroep in bij de rechtbank.
De rechtbank behandelt de vraag of het college een redelijke termijn in acht heeft genomen bij de gedeeltelijke weigering van de subsidie, zoals vereist door artikel 4:51 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat de stichting al vanaf maart 2013 op de hoogte was van de mogelijke bezuinigingen en dat zij voldoende tijd had om maatregelen te treffen. De rechtbank concludeert dat de termijn van vijf maanden, die verstreken is tussen de kennisgeving van de subsidieverlaging en de beslissing, als redelijk kan worden beschouwd. De rechtbank wijst het beroep van de stichting af, omdat er geen aanleiding is om te veronderstellen dat de stichting niet adequaat kon anticiperen op de aangekondigde bezuinigingen.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige communicatie van bezuinigingen door de overheid en de verantwoordelijkheden van subsidieontvangers om zich aan te passen aan veranderende omstandigheden. De rechtbank concludeert dat de stichting niet kan aantonen dat de termijn onvoldoende was om de gevolgen van de subsidieverlaging te ondervangen, en dat er geen frictiekosten vergoed hoeven te worden. De uitspraak wordt openbaar gemaakt en partijen worden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.