ECLI:NL:RBNHO:2016:3929
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van informatiebeschikkingen en proceskostenvergoeding in belastingzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 mei 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, [X], en de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Hoofddorp, over twee informatiebeschikkingen die zijn genomen met betrekking tot de aangiften inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de jaren 2009 en 2010. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze informatiebeschikkingen, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder niet kan worden verweten onrechtmatig te hebben gehandeld. Eiser heeft verzocht om een integrale proceskostenvergoeding, maar dit verzoek is afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die een vergoeding van de werkelijke kosten rechtvaardigen. Eiser en zijn partner hebben voor de jaren 2009 en 2010 gekozen voor fiscaal partnerschap, en de rechtbank concludeert dat eiser verplicht was om de door verweerder gestelde vragen over de buitenlandse bankrekening te beantwoorden. De rechtbank heeft wel geoordeeld dat verweerder op forfaitaire wijze in de proceskosten moet worden veroordeeld, en heeft deze vastgesteld op € 1.238, plus het griffierecht van € 90. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam.