ECLI:NL:RBNHO:2016:2624
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van de bevordering van generalist GGP naar senior GGP binnen de politie
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een politieagent, en de korpschef van politie over de afwijzing van haar aanvraag voor bevordering van generalist Gebiedsgebonden Politie (GGP) naar senior GGP. Eiseres had in 2012 verzocht om bevordering, maar de korpschef had haar aanvraag afgewezen op basis van de eis van drie jaar relevante werkervaring als generalist GGP. Eiseres stelde dat deze eis niet van toepassing was op haar situatie, omdat de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche (HAP II) deze stap expliciet uitzonderde van de drie jaar werkervaringseis.
De rechtbank overwoog dat de korpschef beoordelingsruimte had bij de invulling van de eis van relevante werkervaring. De rechtbank vond het niet onredelijk dat de korpschef drie jaar werkervaring als generalist GGP had gesteld, gezien de specifieke situatie binnen de Eenheid Amsterdam en de veiligheid van zowel collega’s als de publieke omgeving. Eiseres had niet kunnen aantonen dat er sprake was van willekeur in de beslissingen van de korpschef, aangezien er bijzondere omstandigheden waren voor andere collega’s die niet voor haar golden.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de bevorderingsdatum van 31 mei 2012, zoals vastgesteld door de korpschef. De rechtbank oordeelde dat de korpschef binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling had gehandeld en dat de motivering voor de eis van drie jaar werkervaring voldoende inzichtelijk was.