ECLI:NL:RBNHO:2016:2525
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bij aanvraag bijstandsuitkering na intrekking
In deze zaak hebben verzoekers, [verzoeker 1] en [verzoeker 2], een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening na de buiten behandelingstelling van hun aanvraag voor een bijstandsuitkering door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem. De aanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat verzoekers niet voldeden aan de inlichtingenplicht en onvoldoende gegevens hadden verstrekt om hun recht op bijstand vast te stellen. De voorzieningenrechter heeft op 23 maart 2016 uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter overweegt dat het op de weg van de aanvrager ligt om aan te tonen dat er sprake is van een wijziging van omstandigheden die hen in staat stelt om opnieuw een bijstandsuitkering aan te vragen. Verzoekers hadden eerder een bijstandsuitkering ontvangen, maar deze was ingetrokken vanwege het niet melden van onroerend goed en andere inkomsten. Ondanks dat verzoekers stelden dat zij niet over middelen van bestaan beschikten, hebben zij niet de benodigde informatie aangeleverd om hun aanvraag te onderbouwen.
De voorzieningenrechter concludeert dat verzoekers onvoldoende gegevens hebben verstrekt om een goede beoordeling van hun aanvraag mogelijk te maken. De verzoeken om voorlopige voorziening worden afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van mening is dat het bestreden besluit naar verwachting in stand zal blijven. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.