Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
21 januari 2016in de zaak tegen:
1.Procesverloop
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
Het hof heeft daarop de onderhavige zaak teruggewezen naar de rechtbank.
Het Openbaar Ministerie heeft wat betreft de categoriale omschrijving volhard in de gehanteerde wijze van ten laste leggen - en het daarmee afwijken van de door de Hoge Raad aanbevolen werkwijze -, maar het komt tegemoet aan de eis die de Hoge Raad in zijn arrest van 17 november 2015 stelt om, als de tenlastelegging geen voldoende concrete beschrijving bevat, in de tenlastelegging de vindplaats van die beschrijving in het dossier te vermelden. De dagvaarding voldoet dan ook, zo oordeelt de rechtbank, aan de eisen die art. 261 Sv stelt. Ten overvloede wordt opgemerkt dat de verdediging na wijziging van de tenlastelegging expliciet geen beroep meer heeft gedaan op nietigverklaring van de dagvaarding.
4.Bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting afgelegd;
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal met zaaknummer 2012-10843 van verbalisant [verbalisant 1] van 11 april 2012 (doorgenummerde pagina’s 10 en 11);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal beeldmateriaal van verbalisant [verbalisant 2] met zaaknummer 2012-10843/A van 11 april 2012 (doorgenummerde pagina’s 29 en 30);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 3] met proces-verbaalnummer 12KPKIA-DZ-01 van 22 oktober 2013 (doorgenummerde pagina’s 35 en 36, evenals doorgenummerde pagina 42);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed met proces-verbaalnummer 12KP Kia-BEV-01 van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] van 2 april 2014 (doorgenummerde pagina’s 54 tot en met 57, met bijlage II (doorgenummerde pagina’s 60-62) en bijlage III (doorgenummerde pagina’s 63 en 64);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte aanvullend proces-verbaal onderzoek in beslag genomen goed met proces-verbaalnummer KIA van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] van 14 september 2015 (los in het dossier gevoegd).
en de einddatum, zijnde de datum van inbeslagneming van de gegevensdragers.
Ten overvloede tekent de rechtbank daarbij aan dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard reeds in 2011 te hebben gehoord dat hij zich in dit opzicht bezig hield met ongeoorloofde praktijken.
- [bestandsnaam 1]
- [bestandsnaam 2]
- [bestandsnaam 3]
- [bestandsnaam 4]
- [bestandsnaam 5]
5.Kwalificatie en strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de sanctie
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank mee dat het bewezenverklaarde feit een ouder feit betreft. Het onderzoek hiernaar heeft bijna vier jaar geleden een aanvang genomen.
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
183 (honderddrieëntachtig) dagen.
180 (honderdtachtig) dagen nietten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van
2 (twee) jaren.
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
- zich wanneer hij een schrijven daartoe ontvangt zal melden bij Reclassering Nederland, Stationsstraat 73, 1506 DE Zaandam en zich gedurende de proeftijd zal blijven melden zo lang en zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht.
- gedurende de proeftijd zijn behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg zal voortzetten, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.