Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 2 februari 2015 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Achmea Zorgkantoor, verweerder
Procesverloop
1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 afgekeurd en het pgb van eiseres per 16 maart 2013 beëindigd.
M. Pelleboer.
Overwegingen
26 juli 2012 heeft verweerder eiseres in het kader van een intensieve controle verzocht om een uitgebreide verantwoording over de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012 en eiseres verzocht diverse stukken op te sturen, zoals een kopie van de zorgovereenkomst, facturen en declaratieformulieren. Eiseres heeft vervolgens diverse stukken opgestuurd naar verweerder en bij brief van 28 juli 2012 gereageerd op nadere vragen van verweerder. Bij brief van 6 december 2012 heeft verweerder eiseres meegedeeld dat er onduidelijkheden zijn naar aanleiding van de intensieve controle. Het is verweerder niet duidelijk waar eiseres heeft verbleven in de periode van 1 januari 2012 tot en met 30 juni 2012, of eiseres zelf haar pgb beheert, hoe de administratie van Zorgcentrum [naam] precies tot stand komt en welke zorg er wordt geleverd, nu Zorgcentrum [naam] hieromtrent geen nadere informatie wenste te verstrekken. Eiseres heeft bij brief van 8 december 2012 een schriftelijke reactie gegeven en op 14 januari 2013 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen verweerder en de gemachtigde van eiseres. Verweerder heeft vervolgens het primaire besluit genomen. Op 20 maart 2013 heeft verweerder een bezoek gebracht aan Zorgcentrum [naam] . Daarbij is niemand aangetroffen en zijn op grond van de bevindingen aldaar twijfels gerezen omtrent de vraag of deze zorginstelling verantwoorde zorg heeft geleverd. Naar aanleiding daarvan en het door eiseres gemaakte bezwaar heeft verweerder eiseres bij brief van 8 oktober 2013 nadere vragen omtrent het verblijfadres van eiseres, de urenstaten, de geleverde zorg, de administratie van het pgb en de zorginstelling gesteld. Eiseres heeft deze vragen bij brief van 20 oktober 2013 beantwoord.
30 juni 2012 niet aan haar verantwoordingsplicht heeft voldaan. Verweerder heeft het persoonsgebonden budget van eiseres dan ook terecht beëindigd per 16 maart 2013.
Beslissing
mr. M.E. Fortuin, leden, in aanwezigheid van mr. H.R.A. Horring, griffier.