ECLI:NL:RBNHO:2015:6388

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
23 juli 2015
Publicatiedatum
24 juli 2015
Zaaknummer
15/700300-14
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezit van kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal met betrekking tot verdachte

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 23 juli 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het bezit van kinderpornografisch en dierenpornografisch materiaal. De tenlastelegging omvatte drie feiten: het bezit van kinderpornografische afbeeldingen, het bezit van virtuele kinderpornografische afbeeldingen en het bezit van dierenpornografische afbeeldingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 4 juni 2012 tot en met 8 oktober 2013 in Heerhugowaard gegevensdragers in bezit heeft gehad die afbeeldingen en films bevatten met seksuele gedragingen waarbij personen onder de 18 jaar betrokken waren. De officier van justitie heeft gepleit voor een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling. De rechtbank heeft de dagvaarding geldig verklaard, ondanks de discussie over de wijze van tenlastelegging, en heeft de verdachte schuldig bevonden aan de feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het bezit van kinderpornografisch materiaal. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, die niet ten uitvoer zal worden gelegd, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft ook bepaald dat de in beslag genomen voorwerpen onttrokken worden aan het verkeer, met uitzondering van een laptop die aan de rechthebbende moet worden teruggegeven.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700300-14
Uitspraakdatum: 23 juli 2015
Tegenspraak
verkort strafvonnis(art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van
9 juli 2015 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres]
De rechtbank heeft kennisgenomen van
  • het standpunt van de officier van justitie, mr. A. van Eck, dat ertoe strekt dat de rechtbank het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde bewezen zal verklaren en verdachte hiervoor zal veroordelen tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaren. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd dat bij het voorwaardelijk strafdeel de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden worden opgelegd;
  • hetgeen door de raadsman mr. E. Boskma en verdachte naar voren is gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging als bedoeld in artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
Feit 1:
Bezit kinderpornografische afbeeldingen (pagina's 67 t/m 79 van het dossier)
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 juni 2012 tot en met 08 oktober 2013 te Heerhugowaard, in elk geval in Nederland, (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten 821 (in elk geval 808) foto('s) en/of 1 video/film
en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten:
- een laptop (merk Acer) (goednummer S1-1000) bevattende 1 foto (pagina 79 van
het dossier) en/of
- een computer (merk HP) (goednummer S1-1002) bevattende 1 foto (pagina 79 van
het dossier) en/of
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004) bevattende 327 foto's (pagina
79 van het dossier) en/of
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005) bevattende
682 foto's en/of 1 video/film (pagina 79 van het dossier) en/of
- een laptop (merk Asus) (goednummer S1-1006) bevattende 2 foto's (pagina 79
van het dossier),
(telkens) in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand en/of de mond/tong)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of met sadomasochistische elementen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het masturberen (dicht)bij en/of ejaculeren/zichtbaar maken van sperma op het gezicht en/of het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (telkens) een gewoonte heeft
gemaakt;
Feit 2:
Bezit virtuele kinderpornografische afbeeldingen (pagina's 67 t/m 71 & pagina 79 van het dossier en/of pagina's 1 t/m 5 van het Proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (de aanvulling))
hij op of omstreeks 08 oktober 2013 te Heerhugowaard, in elk geval in Nederland, (een) afbeelding(en), te weten 248 (realistische op foto's gelijkende beelden van) tekeningen/computeranimaties
en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten: - een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004) bevattende 4 (realistische op foto's gelijkende beelden van) tekeningen/computeranimaties (pagina 79 van het dossier) en/of
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005) bevattende 227 (realistische op foto's gelijkende beelden van) tekeningen/computeranimaties (pagina 79 van het dossier),
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedraging(en) - zakelijk weergegeven - (telkens) bestonden uit:
het vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden, waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het houden van een (stijve) penis dichtbij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
Feit 3:
Bezit dierenpornografische afbeeldingen (pagina's 67 t/m 79 van het dossier)
hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 04 juni 2012 tot en met 08 oktober 2013 te Heerhugowaard, in elk geval in Nederland, (een) (groot aantal) afbeelding(en), te weten 3266 foto's en/of 13 video's/films
en/of
(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) afbeelding(en), te weten:
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004) bevattende 381 foto's en/of 5 video's/films (pagina 79 van het dossier) en/of
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005) bevattende 2882 foto's en/of 8 video's/films (pagina 79 van het dossier),
(telkens) in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een mens en een dier zijn betrokken en/of schijnbaar zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handeling(en) - zakelijk weergegeven - (telkens)
bestond(en) uit:
het door een dier anaal en/of oraal penetreren van het lichaam van een mens
en/of
het door een dier ejaculeren over het lichaam van een mens
en/of
het door een mens likken/in de mond nemen van de geslachtsdelen van een dier
en/of
het door een mens betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier,
van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, (telkens) een gewoonte heeft
gemaakt.
-------------------------------------------------------------------------------
MEDEDELINGEN De officier van justitie deelt mede dat bovengenoemde afbeeldingen ter voorkoming van strafbare feiten en verdere verspreiding van bovengenoemd materiaal, niet in het dossier zijn gevoegd en ook niet in afschrift zullen worden verstrekt. De officier van justitie zal deze afbeeldingen als stuk van overtuiging op de terechtzitting aanwezig hebben en aan de rechtbank overleggen. Voorafgaand aan de terechtzitting kan inzage in genoemd materiaal verleend worden op afspraak met de officier van justitie. art 254a lid 2 Wetboek van Strafrecht.

2.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
De officier van justitie heeft betoogd dat de in de onderhavige zaak - en overigens ook in soortgelijke zaken - gehanteerde (nieuwe) wijze van ten laste leggen weliswaar niet in lijn is met het advies dat de Hoge Raad in het arrest van 24 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1497) ten aanzien van het verwijt van het grootschalig bezit van kinderpornografisch materiaal heeft uitgesproken, maar in de rechtspraak alom geaccepteerd wordt. De rechtbank Noord-Holland heeft in een aantal zaken waarin de nieuwe wijze van tenlasteleggen een rol speelde, de dagvaarding nietig verklaard maar ook in enkele gevallen de zaak inhoudelijk behandeld. Gelet op de lijn die naar voren komt in de uitspraken van de rechtbank Noord-Holland alsmede gelet op een verschil van inzicht tussen de in deze zaak betrokken zedenrechercheurs heeft de officier van justitie een nieuw (aanvullend) proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal laten opmaken waarin een algemene beschrijving is gegeven van het aangetroffen kinderpornografisch materiaal en voorts een zevental bestanden alsmede één film - te vinden op verschillende in de tenlastelegging genoemde gegevensdragers - feitelijk is omschreven. Voor zover de rechtbank meent dat de wijze waarop de tenlastelegging is vormgegeven geen mogelijkheid biedt om de zaak ter terechtzitting inhoudelijk te bespreken, bieden de zeven genoemde voorbeelden daartoe voldoende gelegenheid, aldus de officier van justitie. Vooropgesteld dat de tenlastelegging moet worden bezien in combinatie met het dossier, in aanmerking nemend de verwijzingen die op de tenlastelegging staan vermeld naar de betreffende paginanummers en gegevensdragers, de ter terechtzitting voorhanden zijnde map met stukken van overtuiging, de mogelijkheid voor de verdediging het materiaal voorafgaand aan de zitting in te zien en de proceshouding van de verdachte en zijn raadsman, stelt de officier van justitie zich op het standpunt dat het voldoende duidelijk is wat de verdachte wordt verweten en dat de dagvaarding derhalve geldig is.
Verdachte heeft desgevraagd ter zitting verklaard dat hij weet welk verwijt de officier van justitie hem maakt; het gaat om een verzameling (virtuele) kinder – en dierenporno die is aangetroffen op de in deze zaak in beslaggenomen gegevensdragers die in de tenlastelegging zijn genoemd.
De rechtbank overweegt als volgt.
Ten aanzien van zaken over het ten laste leggen van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) heeft de Hoge Raad meerdere voor de rechtbank relevante uitspraken gedaan, te weten:
- HR 21 april 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1030;
- HR 1 december 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZD1409;
- HR 28 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ3710;
- HR 23 januari 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ0226;
- HR 1 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC8645;
- HR 20 december 2011, ECLI:NL:HR:2011:BS1739;
- HR 24 juni 2014, ECLI:NL:HR:2014:1497.
In genoemde uitspraken wordt voorop gesteld dat op grond van artikel 261 Wetboek van Strafvordering (Sv) een dagvaarding de opgave dient te behelzen van het feit dat aan de verdachte wordt verweten. De wezenlijke functie van de tenlastelegging brengt mee dat - en de opgave van het feit zal dan ook voldoen aan art. 261 Sv indien - deze zo duidelijk is dat de verdachte zich naar behoren tegen het strafrechtelijke verwijt kan verdedigen. Aan de opgave van het feit in de tenlastelegging worden kort samengevat drie voorwaarden gesteld:
- het geheel moet in de eerste plaats duidelijk en begrijpelijk zijn,
- in de tweede plaats niet innerlijk tegenstrijdig en
- in de derde plaats voldoende feitelijk.
Uit de genoemde uitspraken vloeit voorts voort dat aan de wetsterm "afbeelding van een seksuele gedraging" in de zin van artikel 240b Sr in dit verband op zichzelf onvoldoende feitelijke betekenis toekomt. Zonder feitelijke omschrijving van die afbeelding in de tenlastelegging voldoet de dagvaarding niet aan de in artikel 261, eerste lid, Sv, gestelde eis van opgave van het feit. Er bestaat geen grond anders te oordelen in het geval de tenlastelegging betrekking heeft op meer afbeeldingen.
In zijn arrest van 24 juni 2014 geeft de Hoge Raad zich rekenschap van de steeds groter wordende collecties kinderpornografie en de daaruit voorvloeiende problemen rondom het ten laste leggen en heeft daarom de volgende uitgangspunten geformuleerd voor het ten laste leggen in zaken met een grote hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen:
“3.7 (...) in verband met de wenselijkheid in gevallen als de onderhavige van begrenzing van enerzijds de omvang van het voorbereidend onderzoek en anderzijds de omvang van het onderzoek ter terechtzitting, (...) [zou] de steller van de tenlastelegging zich bij voorkeur (...) moeten beperken tot het beschrijven van een gering aantal afbeeldingen, zo mogelijk ten hoogste vijf zonder in de tenlastelegging zelf enige aanduiding van of verwijzing op te nemen naar een wellicht grotere hoeveelheid waarvan die afbeeldingen deel uitmaken.”
De Hoge Raad voegt daar aan toe dat het grootschalige karakter van een delict – na bewezenverklaring van de beperkte tenlastelegging – kan doorwerken in de strafoplegging.
Het Openbaar Ministerie heeft niet gekozen voor een vormgeving van de tenlastelegging die voldoet aan de vereisten die de Hoge Raad heeft geformuleerd, maar voor de, zoals het Openbaar Ministerie het pleegt te noemen, nieuwe wijze van ten laste leggen, waarbij aan de hand van de in het dossier aanwezige collectiescan wordt volstaan met een zakelijke omschrijving van de door de rechercheur waargenomen seksuele handelingen, ingedeeld in categorieën.
Wat er ook zij van de stelling van de officier van justitie dat deze nieuwe wijze van ten laste leggen in den lande alom geaccepteerd wordt, de rechtbank ziet zich voor de vraag geplaatst of de tenlastelegging in deze specifieke zaak, mede bezien in het licht van het voorliggende dossier, voldoende feitelijke betekenis toekomt in de zin van artikel 261 Sv. Aan de bedoelde eis is in de onderhavige zaak invulling gegeven door in plaats van het opnemen van omschrijvingen van een aantal individuele afbeeldingen, een categoriale omschrijving te geven van de op de in de tenlastelegging genoemde aantallen afbeeldingen en films waargenomen handelingen, die de seksuele gedragingen als bedoeld in artikel 240b Sr zouden opleveren. Daarbij is in de tenlastelegging verwezen naar paginanummers en zijn er namen van gegevensdragers opgenomen die in het dossier terug te vinden zijn. In het dossier bevindt zich het voormelde (aanvullende) proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal waarin een aantal bestanden is beschreven, welk proces-verbaal ter zitting met verdachte is besproken. Ten slotte heeft verdachte erkend in het bezit te zijn geweest van een collectie (virtuele) kinder- en dierenporno die hij heeft gedownload en opgeslagen. Dit alles maakt dat de dagvaarding in de onderhavige zaak voldoet aan de in artikel 261 Sv gestelde eisen.
De rechtbank heeft voor het overige vastgesteld dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging
3.1
Bewijs
De rechtbank grondt de beslissing dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten aanvulling worden opgenomen.
3.2
Bewijsoverweging
Algemeen
Onderhavige zaak kwam aan het licht nadat de politie informatie ontving van afdeling “K” van het Ministerie van Binnenlandse zaken van de Russische Federatie omtrent personen die zich via een ‘peer to peer’ netwerk op internet bezig houden met het verspreiden van kinderpornografisch materiaal. Eén van de aanbieders van kinderpornografisch materiaal bleek gebruik te maken van een IP adres waarvan onder meer door verdachte gebruikt werd gemaakt. Op het bij het IP adres behorende abonneeadres zijn vijf (in de tenlastelegging genoemde) gegevensdragers inbeslaggenomen: een laptop (merk Acer, S1-1000), een computer (merk HP, S1-1002), een computer (merk Dell, S1-1004), een externe hard disk (merk Western Digital, S1-1005) en een laptop (merk Asus, S1-1006). Op deze gegevensdragers (met uitzondering van de laptop van het merk Acer) is een groot aantal foto’s en één film aangetroffen met daarop afbeeldingen van (virtuele) kinder- en dierenpornografische aard. Het overgrote deel van deze afbeeldingen is aangetroffen op de computer van het merk Dell en de externe hard disk (Western Digital). Verdachte heeft erkend in het bezit te zijn geweest van een collectie kinderporno die hij heeft gedownload en heeft opgeslagen op genoemde Dell computer en op de externe hard disk (Western Digital) die aan hem toebehoren. Met betrekking tot de overige twee gegevensdragers (de HP en de Asus) heeft verdachte verklaard dat deze niet aan hem toebehoren, maar wel eens door hem werden gebruikt. Het kan zijn dat de in totaal drie kinderpornografische afbeeldingen die op deze gegevensdragers zijn aangetroffen door hem zijn gedownload, aldus verdachte. Gelet op deze verklaring alsmede gelet op het feit dat het dossier geen enkele aanwijzing bevat voor de mogelijkheid dat een andere gebruiker deze afbeeldingen op de HP computer en Asus laptop heeft gedownload, houdt de rechtbank het ervoor dat verdachte ook deze drie afbeeldingen heeft gedownload en opgeslagen.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1:
De aangetroffen collectie op de hiervoor genoemde vier gegevensdragers is voor een klein deel nader feitelijk uitgewerkt in meergenoemd aanvullend proces-verbaal beschrijving van kinderpornografisch materiaal van 25 juni 2015. Dit aanvullend proces-verbaal betreft zeven afbeeldingen en vijf fragmenten van een kinderpornografische film. Alle aangetroffen en als kinderpornografisch beoordeelde afbeeldingen zijn gecategoriseerd in een collectiescan. Bezien in combinatie met het bijbehorende proces-verbaal onderzoek van in beslag genomen goed en de bijbehorende bijlagen waarin wordt gespecificeerd in welke vorm (‘accessible’ en ‘temporaryInternet’) de bedoelde afbeeldingen zijn aangetroffen en ook hoe vaak (procentueel gezien) bepaalde elementen van seksuele gedragingen op deze afbeeldingen zijn aangetroffen, kan louter worden vastgesteld dat verdachte 820 foto’s en 1 film in bezit heeft gehad met daarop seksuele gedragingen en dat de afbeeldingen zijn aangemerkt als kinderpornografisch gelet op de elementen als weergegeven in de collectiescan. Van de waargenomen seksuele gedragingen ontbreekt echter, behoudens ten aanzien van de in meerbedoeld aanvullend proces-verbaal opgenomen afbeeldingen, een nadere feitelijke concretisering. Aldus kan naar het oordeel van de rechtbank
nietworden beoordeeld in hoeverre deze niet nader omschreven afbeeldingen, aangetroffen op de inbeslaggenomen gegevensdragers, voldoen aan de volgens de steller van de tenlastelegging waar te nemen seksuele gedragingen per afgebakende categorie. Dat verdachte het feit heeft bekend maakt – hoewel van invloed geweest bij de beoordeling van de dagvaarding – het voorgaande niet anders.
Een en ander leidt er toe dat de rechtbank niet komt tot een bewezenverklaring van de aantallen genoemd in de tenlastelegging, maar slechts bewezen acht dat verdachte gegevensdragers bevattende kinderpornografische afbeeldingen en 1 film in het bezit heeft gehad voor zover de seksuele gedragingen zijn te herleiden tot de bestanden zoals omschreven in het aanvullende proces-verbaal.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 2:
Op de computer (merk Dell) en de externe hard disk (Western Digital) zijn in totaal 248 foto’s aangetroffen die beoordeeld kunnen worden als virtuele kinderpornografie. Alle aangetroffen en als kinderpornografisch beoordeelde afbeeldingen zijn gecategoriseerd in een collectiescan. In meergenoemd aanvullend proces-verbaal staat vermeld dat het gedetailleerde en realistische virtuele beelden zijn, waarbij de verhoudingen van volwassene en kind levensecht zijn. Voorts staat een feitelijke omschrijving weergegeven van hetgeen op deze afbeeldingen is te zien. Verdachte heeft erkend in het bezit te zijn geweest van virtuele kinderpornografische afbeeldingen en heeft bevestigd dat het om realistische afbeeldingen gaat.
Gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1 staat opgenomen komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van de aantallen genoemd in de tenlastelegging, maar acht zij slechts bewezen dat verdachte gegevensdragers bevattende virtuele kinderpornografische afbeeldingen in het bezit heeft gehad voor zover de seksuele gedragingen zijn te herleiden tot de feitelijke omschrijvingen zoals weergegeven in het aanvullende proces-verbaal.
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 3
Op de computer (merk Dell) en de externe hard disk (Western Digital) zijn in totaal 3266 foto’s en 13 films aangetroffen die beoordeeld kunnen worden als (virtuele) dierenpornografie. Verdachte heeft erkend dat hij in het bezit is geweest van een verzameling dierenpornografische afbeeldingen. Anders dan de (virtuele) kinderpornografische afbeeldingen zijn deze afbeeldingen niet gecategoriseerd in een collectiescan. In meergenoemd aanvullend proces-verbaal staat wel een korte feitelijk omschrijving van hetgeen op deze afbeeldingen is waargenomen. Gelet op hetgeen hiervoor ten aanzien van feit 1 staat opgenomen komt de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van de aantallen genoemd in de tenlastelegging, maar acht zij slechts bewezen dat verdachte gegevensdragers bevattende dierenpornografische afbeeldingen in het bezit heeft gehad voor zover de seksuele gedragingen zijn te herleiden tot de feitelijke omschrijvingen zoals weergegeven in het aanvullende proces-verbaal. Voor zover de tenlastelegging ziet op virtuele dierenpornografische afbeeldingen, zal de verdachte van het bezit daarvan worden vrijgesproken, nu niet is komen vast te staan dat deze afbeeldingen realistisch van aard zijn.
Gewoonte
Ten slotte acht de rechtbank ten aanzien van feit 1 ook bewezen dat verdachte van het plegen van het bewezenverklaarde misdrijf een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte heeft erkend in het bezit te zijn geweest van een omvangrijke collectie kinderpornografische afbeeldingen en dat is komen vast te staan dat verdachte zijn collectie over een periode van ongeveer een jaar heeft opgebouwd. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte keer op keer een wilsbesluit heeft genomen om bestanden met kinderpornografische afbeeldingen te downloaden en te bewaren.
3.3
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
Feit 1:
Bezit kinderpornografische afbeeldingen
hij in de periode van 04 juni 2012 tot en met 08 oktober 2013 te Heerhugowaard, gegevensdragers bevattende afbeeldingen en 1 film, te weten:
- een computer (merk HP) (goednummer S1-1002) bevattende 1 foto
en
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004)
en
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005)
en
- een laptop (merk Asus) (goednummer S1-1006) bevattende 2 foto's,
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het oraal en/of vaginaal penetreren (met de penis) van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met (een) vinger(s)/hand)
en/of
het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt (met de mond/tong)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij deze perso(o)n(en) poseert/poseren in (een)(erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) die niet bij haar/hun leeftijd past/passen en/of door het camerastandpunt en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
en/of
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij het lichaam van een perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben bereikt, (waarbij) de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling,
van welk misdrijf hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt.
Feit 2:
Bezit virtuele kinderpornografische afbeeldingen
hij op 08 oktober 2013 te Heerhugowaard gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten:
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004) en
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005)
bevattende realistische op foto's gelijkende beelden van tekeningen/computeranimaties,
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (telkens) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het vaginaal penetreren met de penis van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis dichtbij het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, waarbij de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Feit 3:
Bezit dierenpornografische afbeeldingen
hij in de periode van 04 juni 2012 tot en met 08 oktober 2013 te Heerhugowaard, gegevensdragers bevattende afbeeldingen, te weten:
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004) en
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005),
in bezit heeft gehad,
terwijl op die afbeeldingen (telkens) (een) ontuchtige handeling(en) zichtbaar is/zijn, waarbij telkens een mens en een dier zijn betrokken,
welke voornoemde ontuchtige handelingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het door een dier anaal en/of oraal penetreren van het lichaam van een mens
en/of
het door een dier ejaculeren over het lichaam van een mens
en/of
het door een mens in de mond nemen van de geslachtsdelen van een dier
en/of
het door een mens betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen van een dier,
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1 telkens:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt
Ten aanzien van feit 2:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, schijnbaar is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd
Ten aanzien van feit 3:
een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de straf

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van (virtuele) kinder- en dierenpornografische afbeeldingen (foto’s en films). Verdachte heeft deze afbeeldingen gedownload en op verschillende gegevensdragers opgeslagen.
Om juridisch-technische redenen zoals hiervoor omschreven onder de bewijsoverweging heeft de rechtbank slechts het bezit van een klein deel van de aangetroffen (virtuele) kinder- en dierenpornografische afbeeldingen bewezen verklaard. Dit laat onverlet, dat uit het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat verdachte dergelijke afbeeldingen op grote schaal voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft immers erkend dat hij in het bezit is geweest van een omvangrijke collectie (virtuele) kinder- en dierenpornografische afbeeldingen en dat hij zich ongeveer een jaar lang met het vormen van deze collectie bezig heeft gehouden. Gelet op het voorgaande, ziet de rechtbank aanleiding om bij de strafoplegging uit te gaan van in ieder geval een collectie kinderporno bestaande uit 820 afbeeldingen en 1 film en een collectie virtuele kinderporno bestaande uit 248 afbeeldingen.
Het hoeft geen betoog dat kinderporno bijzonder verwerpelijk is met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet daarvoor mede verantwoordelijk gehouden worden nu hij door zijn handelen heeft bijgedragen aan de instandhouding daarvan. Ten aanzien van virtuele kinderporno is dit niet anders nu dit materiaal seksueel misbruik van echte kinderen – minst genomen – suggereert en schade kan berokkenen omdat het bijdraagt aan de instandhouding van een kinderpornografische markt. Ten aanzien van de dierenpornografie geldt dat voor de vervaardiging van deze afbeeldingen dieren en veelal mensen zijn misbruikt en geëxploiteerd. Ook hiervoor geldt dat zolang er mensen zijn die dit materiaal bekijken en bewaren de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen wordt bevorderd.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 12 juni 2015, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder tot straf is veroordeeld en dan ook als een zogenoemde ‘first offender’ kan worden beschouwd.
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 6 juli 2015 van de heer [reclasseringswerker] als reclasseringswerker verbonden aan Reclassering Nederland waarin wordt vermeld dat ondanks een laag recidiverisico gelet op de geconstateerde problematiek behandeling bij de forensische polikliniek van de GGZ geïndiceerd is. Voorts wordt geadviseerd een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden (kort samengevat) een meldplicht en deelname aan een ambulante behandeling (gericht op een individuele en/of groepsbehandeling) bij de Forensische polikliniek van de GGZ Noord Holland Noord of gelijksoortige ambulante forensische zorg instantie.
Met de conclusies van genoemde rapportage kan de rechtbank zich verenigen. Verdachte heeft ter zitting te kennen gegeven dat hij bereid is zich aan de geadviseerde voorwaarden te houden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit. Daarnaast zal de rechtbank bijzondere voorwaarden verbinden aan het voorwaardelijk deel van de opgelegde straf, een en ander zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank heeft rekening gehouden met het blanco strafblad van verdachte en het feit dat hij zeer gebukt gaat onder schaamte voor zijn delict gedrag. Het delict gedrag vond plaats in een periode dat verdachte slecht in zijn vel zat en is inmiddels geruime tijd geleden geëindigd.

7.Vermogensmaatregel

De rechtbank is van oordeel dat de in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten
- een computer (merk HP) (goednummer S1-1002);
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004);
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005);
- een laptop (merk Asus) (goednummer S1-1006).
dienen te worden onttrokken aan het verkeer. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met betrekking tot deze voorwerpen zijn begaan en het ongecontroleerde bezit van die voorwerpen in strijd is met de wet of het algemeen belang.

8. Overige beslissingen omtrent in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen

De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten een laptop (merk Acer) (goednummer S1-1000), dient te worden teruggegeven aan [rechthebbende] , aangezien die redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikel 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57, 240b en 254a van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.3 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van6 (zes) maanden, met bevel dat deze strafnietten uitvoer zal worden gelegden stelt daarbij een proeftijd vast van
twee jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
  • zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
  • zich binnen één week na onherroepelijk worden van dit vonnis zal melden bij Reclassering Nederland, Rubenslaan 2-6 te (1816 MB) Alkmaar en zich gedurende de proeftijd van twee jaren zal blijven melden zo lang en zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht.
  • zich gedurende de totale proeftijd van twee jaar onder ambulante behandeling (individuele en/of groepsbehandeling) zal stellen van de Forensische polikliniek van de GGZ Noord Holland Noord of gelijksoortige ambulante forensische zorg instantie, zulks ter beoordeling van de reclassering, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde zich te laten behandelen voor zijn delictgedrag en verdere problematiek.
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland toe te zien op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden (artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht).
Onttrekt aan het verkeer:
- een computer (merk HP) (goednummer S1-1002);
- een computer (merk Dell) (goednummer S1-1004);
- een externe hard disk (merk Western Digital) (goednummer S1-1005);
- een laptop (merk Asus) (goednummer S1-1006).
Gelast de teruggaveaan [rechthebbende] :
een laptop (merk Acer) (goednummer S1-1000)
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. S.I.A.C. Angenent-Bakker, voorzitter,
mr. A.S. van Leeuwen en mr. M.L. Leenaers, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Klippel,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 juli 2015.
De voorzitter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen