ECLI:NL:RBNHO:2015:5138
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Omgevingsvergunning voor uitbreiding diervoederfabriek en geurhinder
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 22 juni 2015 uitspraak gedaan over een omgevingsvergunning die was verleend aan een diervoederfabriek voor uitbreiding van de productiecapaciteit. Eiser, een omwonende, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Opmeer, dat op 8 juli 2014 de vergunning verleende. Eiser betoogde dat de vergunning niet in overeenstemming was met de geldende geurvoorschriften en dat de geurhinder die hij ervaart niet adequaat was beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder, een besloten vennootschap, de productiecapaciteit van de extruder wilde verhogen van 5.000 ton naar 10.000 ton per jaar. Eiser heeft tijdens de zitting zijn bezorgdheid geuit over de geurhinder die hij al sinds 2002 ervaart, vooral bij bepaalde windrichtingen. De rechtbank heeft de argumenten van eiser tegen de geurmetingen en de beoordeling van de geuremissie door verweerder onderzocht. De rechtbank concludeerde dat de vergunningverlening niet zorgvuldig was voorbereid, omdat verweerder oude emissiegegevens had gebruikt zonder deze te verifiëren, ondanks eerdere kritiek van een deskundige.
De rechtbank heeft het beroep van eiser gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd. Verweerder moet nu een nieuw besluit nemen op de aanvraag, waarbij rekening moet worden gehouden met de geuremissie van de drooglijnen en de gevolgen voor het milieu. De rechtbank heeft ook bepaald dat verweerder het griffierecht van eiser moet vergoeden en de proceskosten moet vergoeden.