ECLI:NL:RBNHO:2015:3033

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
10 april 2015
Publicatiedatum
10 april 2015
Zaaknummer
15/000572
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Rekestprocedure
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergoeding voor kosten raadsman en schade door invordering rijbewijs

Op 26 januari 2015 heeft mr. G. Lieffijn, advocaat, een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, namens verzoeker, die een vergoeding van € 1.419,94 vroeg van de Staat. Dit bedrag was bedoeld ter compensatie van de kosten van een raadsman en de schade door het missen van zijn rijbewijs. De officier van justitie heeft het verzoek ondersteund. De strafzaak tegen verzoeker was beëindigd door sepot op 26 november 2014. De rechtbank oordeelde dat verzoeker recht had op vergoeding van de kosten van de raadsman, aangezien de strafzaak was geëindigd zonder straf of maatregel. De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 591a en artikel 90 van het Wetboek van Strafvordering, en artikel 164 lid 9 van de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank kende een forfaitaire vergoeding toe van € 10,-- per dag voor de periode dat het rijbewijs was ingevorderd. Uiteindelijk werd aan verzoeker een totale vergoeding van € 1.419,94 toegekend, bestaande uit verschillende componenten: € 989,94 voor de kosten van de raadsman in de strafzaak, € 150,00 voor de invordering van het rijbewijs gedurende 15 dagen, en € 280,00 voor de kosten van de raadsman voor het indienen van het verzoekschrift. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 10 april 2015 door mr. L.J. Saarloos, rechter, in aanwezigheid van M. Dambrink, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Alkmaar
Enkelvoudige raadkamer
Registratienummer: 15/000572
Beschikking(art. 591a Sv.)

1.Ontstaan en loop van de procedure

Op 26 januari 2015 is ter griffie van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, ingekomen een door mr. G. Lieffijn, advocaat, ingediend verzoekschrift, van
[naam verzoeker], verzoeker,
geboren op [geboortedatum verzoeker]
domicilie kiezende te [adres raadsman], ten kantore van mr. G. Lieffijn, voornoemd.
Het verzoekschrift strekt tot toekenning aan verzoeker van een vergoeding ten laste van de Staat ten bedrage van € 1.419,94, wegens de door deze met betrekking tot de strafzaak met bovengenoemd parketnummer gemaakte kosten van een raadsman, alsmede tot vergoeding van de dagen dat verzoeker zijn rijbewijs heeft moeten missen en vergoeding van de kosten van een raadsman met betrekking tot de indiening en behandeling van het onderhavige verzoekschrift.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot inwilliging van het verzoek.

2.Beoordeling

De strafzaak tegen verzoeker is geëindigd door een mail van de officier van justitie van 26 november 2014 aan de advocaat van verzoeker waarin deze meedeelt dat de strafzaak is geseponeerd.
Het door verzoeker ingediende verzoekschrift is tijdig ingediend.
Op de voet van het bepaalde in artikel 591a jo artikel 90 van het Wetboek van Strafvordering kan de gewezen verdachte – indien de strafzaak is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel – in beginsel aanspraak maken op vergoeding van de te zijnen laste gekomen kosten van een raadsman.
In een dergelijk geval kan de rechter op grond van artikel 164 lid 9 Wegenverkeerswet 1994 op verzoek van de gewezen verdachte hem ook een vergoeding ten laste van de Staat toekennen voor de schade die hij ten gevolge van de inhouding van zijn rijbewijs heeft geleden. Onder schade is begrepen het nadeel dat niet in vermogensschade bestaat. De artikelen 89, derde tot en met zesde lid, 90, 91 en 93 van het Wetboek van Strafvordering zijn hierop van overeenkomstige toepassing.
De rechtbank acht in dit geval gronden aanwezig die de toekenning van een vergoeding voor de kosten van een raadsman rechtvaardigen.
Ook zal een forfaitaire vergoeding worden toegekend voor iedere dag dat het rijbewijs van betrokkene ingevorderd is geweest. De rechtbank zal deze forfaitaire vergoeding vaststellen op het al geruime tijd gebruikelijke en verzochte bedrag van € 10,-- per dag (GHSHE:2008:BC5430).
Het verzoek zal dan ook worden ingewilligd op de wijze als hieronder is aangegeven.

3.Beslissing

De rechtbank:
Kent aan verzoeker ten laste van de Staat een vergoeding toe van
€ 1.419,94
(zegge: éénduizend vierhonderdnegentien euro en vierennegentig cent),
welk bedrag als volgt is samengesteld:
€ 989,94 wegens de kosten van een raadsman voor zijn werkzaamheden ten behoeve van de strafzaak;
€ 150,00 wegens invordering rijbewijs voor de duur van 15 dagen;
€ 280,- wegens de kosten van een raadsman voor de opstelling en indiening van het verzoekschrift.
Beveelt de uitbetaling door de griffier van deze rechtbank van de bij deze beschikking aan verzoeker toegekende vergoeding, bankrekeningnummer [bankrekeningnummer advocaat] ten name van [ten name van], onder vermelding van “schadevergoeding [omschrijving]
/om– dossiernummer [dossiernummer].”

4.Samenstelling raadkamer en uitspraakdatum

Deze beschikking is gegeven door mr. L.J. Saarloos, rechter,
in tegenwoordigheid van M. Dambrink, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 10 april 2015.