3.18De rechtbank gaat over tot bespreking van de (wijze van) verdeling van de diverse vermogensbestanddelen, in het onderstaande doorgenummerd I tot en met XI.
I. Overwaarde woning in Glasgow
De vrouw heeft de overwaarde op de woning in Glasgow geschat op 150.000 pond sterling en aangevoerd dat de man deze overwaarde op een voor de vrouw onbekende bankrekening in Glasgow heeft gestort. De man heeft de hoogte van de door de vrouw gestelde overwaarde betwist. Daarnaast betoogt hij dat de overwaarde op de rekening bij Clydesdale bank terecht is gekomen.
De rechtbank heeft bij aanvullend proces-verbaal van 26 augustus 2014 de man opgedragen om aan de vrouw een haar conveniërende volmacht te verlenen voor het opvragen van de “deed” en de afrekening ter zake van de verkoop van de woning in Glasgow bij de notaris die de overdracht van de woning heeft geregeld.
Bij brief van 29 september 2014 heeft mr. Sigmond namens de man aangegeven dat de gerealiseerde overwaarde van 70.500 pond sterling op de Clydesdale rekening terecht is gekomen. Ter onderbouwing heeft hij een e-mail van 30 september 2014 van [naam], cashier van [naam], een brief van [naam], en een Master Card overzicht van de periode vanaf 7 augustus 2009 tot 27 augustus 2010 overgelegd.
Naar het oordeel van de rechtbank is op grond van voornoemde door de man in het geding gebrachte stukken vast komen te staan dat de gerealiseerde overwaarde op de woning in Glasgow 70.505,46 pond sterling bedroeg en dat deze op 2 oktober 2009 op de bankrekening aangehouden bij de Clydesdale bank is gestort. De rechtbank volgt de vrouw derhalve niet in haar stelling dat de verkoopopbrengst op een onbekende, niet door de man genoemde, bankrekening is overgemaakt. De overwaarde is opgegaan in het saldo van de Clydesdale rekening, waarvan niet ter discussie staat dat deze deel uitmaakt van de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap.
II. Inboedel woningen Amsterdam, Alkmaar, Glasgow en Spanje
Partijen zijn het erover eens dat de inboedel van de appartementen in Alkmaar en Amsterdam reeds tegen elkaar weggestreept zijn, zonder nadere verrekening, zodat de rechtbank daarover niet hoeft te beslissen.
Ter zitting van 21 augustus 2014 hebben partijen zich akkoord verklaard met toedeling van de inboedel van de woning in Spanje aan de vrouw en toedeling van de inboedel van de woning in Glasgow, althans wat er van deze inboedel nog aanwezig is, aan de man, zonder nadere verrekening. De rechtbank zal deze overeenstemming onder de beslissing opnemen.
III. Auto’s
Ter zitting van 21 augustus 2014 hebben partijen zich akkoord verklaard met toedeling van de VW Touareg aan de vrouw en toedeling van de BMW M3 en de Mercedes met kenteken 63-SP-JX aan de man, zonder nadere verrekening. De rechtbank zal deze overeenstemming onder de beslissing opnemen.
IV. Polis Zwitserleven
Ter zitting van 21 augustus 2014 hebben partijen afgesproken dat de man een volmacht aan de vrouw zal afgeven die haar in staat stelt om bij Zwitserleven informatie in te winnen omtrent de waarde van de polis aldaar. Het polisnummer blijkt uit de brief van Zwitserleven die de vrouw als bijlage 8 heeft bijgevoegd.
Omtrent de polis bij Zwitserleven heeft de rechtbank binnen de gestelde termijnen niet van partijen mogen vernemen. De rechtbank zal bij gebrek aan informatie dienaangaande de wijze van verdeling van de waarde op deze polis vaststellen, een en ander voor zover er tegen de peildatum sprake is geweest van enige op deze polis opgebouwde waarde. Onder genoemde voorwaarde dient deze polis te worden toegedeeld aan de man, waarbij partijen de helft van de netto opgebouwde waarde per de datum van de onderhavige beschikking (dan wel, voor zover de polis enige waarde had op de peildatum en deze inmiddels doch na de peildatum is opgeheven, de waarde per de datum waarop de verzekering is opgeheven), door de man aan de vrouw te voldoen uiterlijk een maand na de datum van onderhavige beschikking, waarbij de man de eventuele fiscale gevolgen voor de vrouw voor zijn rekening dient te nemen.
V. CFK
Partijen zijn het er ter zitting van 21 augustus 2014 over eens geworden dat de splitsing (50-50%) zoals vermeld in de brief van CFK van 1 juli 2013 in stand zal worden gelaten, nu dit aansluit bij het CFK reglement. De rechtbank zal dit onder de beslissing opnemen.
VI. EBT trustfund
Ter zitting van 21 augustus 2014 heeft mr. Sigmond verklaard dat de man een door de vrouw op te stellen haar conveniërende volmacht zal tekenen, zodat de vrouw via mr. Caplan de door haar gewenste informatie kan opvragen bij het EBT. Daarbij heeft mr. Sigmond opgemerkt dat hij een e-mail van 13 februari 2014 heeft van de beheerder van het fonds, waaruit blijkt dat de nog aanwezige waarde in het fonds 330 pond sterling is.
Bij brief van 17 september 2014 heeft mr. Sigmond voornoemde e-mail van 13 februari 2014 in het geding gebracht. Bij brief van 29 september 2014 heeft mr. Sigmond opnieuw naar de e-mail verwezen. Volgens de man wordt in deze e-mail door de beheerder van het fonds bevestigd dat er op de peildatum 300 pond sterling aanwezig was. De man stelt bovendien dat de Schotse advocaat mr. Caplan al in een eerder stadium een volmacht heeft gekregen en dat het trustfund al lang toestemming had om rechtstreeks alle vragen van de vrouw te beantwoorden. De man betoogt voorts dat de vrouw het door hem gestelde saldo van 300 pond sterling niet heeft betwist. De vrouw heeft evenmin gemotiveerd weersproken dat met de lening van de trust de woning in Spanje is aangekocht, aldus de man.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de vrouw haar stelling dat de waarde van het trustfund EBT per peildatum hoger lag dan het door de man gestelde bedrag van 300 pond sterling, onvoldoende aannemelijk gemaakt. Hetgeen bij brief van 29 september 2014 door de man is gesteld omtrent het trustfund is door de vrouw in het faxbericht van 11 oktober 2014 ook niet weersproken. De rechtbank heeft van partijen begrepen dat het trustfund is gebruikt als constructie ten behoeve van het fiscaal onbelast uitbetalen van premies. De rechtbank zal thans volstaan met het bepalen dat partijen ieder voor de helft gerechtigd zijn tot de per peildatum in het trustfund aanwezige waarde.
De man dient gelet op het voorgaande aan de vrouw te voldoen de helft van de netto waarde die tegen de datum van deze beschikking aanwezig is in het trustfund.
VII. Huurinkomsten woning Spanje
Ter zitting van 21 augustus 2014 is afgesproken dat de vrouw een overzicht van de ontvangen en nog te ontvangen huurbedragen in het geding zal brengen.
Als bijlage bij de brief van 16 september 2014 heeft de vrouw voornoemd overzicht, alsmede stukken met betrekking tot de in Valencia aanhangige procedure tegen de voormalige huurder, in het geding gebracht.
De rechtbank constateert dat uit de door de vrouw overgelegde gegevens blijkt dat zij nog doende is een openstaande vordering van € 14.616,62 te incasseren, en dat een bedrag van € 2.262,12 door de vrouw is geïncasseerd. Het vorderingsrecht is een vermogensbestanddeel dat geacht kan worden deel uit te maken van de gemeenschap. De vrouw heeft nog een restantvordering op de huurder en deze vordering dient dan ook aan de vrouw te worden toegedeeld onder de verplichting van de vrouw om een bedrag ter hoogte van de helft van hetgeen de vrouw feitelijk - en netto, dat wil zeggen onder aftrek van de kosten van uitwinning - uitwint van deze vordering aan de man te voldoen. Daarnaast dient de vrouw aan de man te voldoen de helft van het door haar reeds geïncasseerde bedrag van € 2.262,12, derhalve € 1.131,06.
VIII. Voetbalattributen
Bij brief van 22 september 2014 heeft mr. Laus bericht dat de vrouw de persoonlijke spullen van de man, waaronder de voetbalattributen, aan hem heeft toegezonden, aangezien de man - in strijd met de ter zitting van 21 augustus 2014 gemaakte afspraken - heeft nagelaten een koerier te sturen. Partijen hebben derhalve geen belang meer bij een beslissing van de rechtbank op dit punt.
IX. Contanten
De vrouw heeft in de bijlage bij haar brief van 16 september 2014 aangegeven dat zij op de peildatum 9 november 2010 een bedrag van € 180.000,00 aan contanten beschikbaar had in een door haar aangehouden kluis bij de Rabobank.
De rechtbank zal bepalen dat de vrouw gehouden is de helft van dit bedrag, te weten € 90.000,00 aan de man te voldoen.
X. Saldi bankrekeningen
De rechtbank stelt voorop dat de saldi van de bankrekeningen van partijen per peildatum 9 november 2010 in beginsel uitgangspunt zijn bij het vaststellen van het te verdelen totale saldo. Omdat een overzicht van de betreffende saldi met onderliggende bankafschriften ontbrak, heeft de rechtbank partijen ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 21 augustus 2014 verzocht om alsnog een compleet en volledig en onderbouwd overzicht te geven van de saldi van alle rekeningen en contanten die per peildatum aanwezig waren. Partijen hebben aan dit verzoek voldaan.
De volgende banksaldi behoren tot de te verdelen gemeenschap:
Banksaldi per peildatum 9 november 2010
Rabobank(opgave vrouw bij brief van 16 september 2014)
[nummer] t.n.v. vrouw € 11.154,94 credit
[nummer] t.n.v. vrouw € 266,27 credit
[nummer] t.n.v. vrouw € 303,26 credit
[nummer] t.n.v. vrouw
€ 440.000,- credit
Totaal € 451.724,47
ABN AMRO(opgave vrouw bij brief van 16 september 2014)
[nummer] t.n.v. vrouw € 129,37 debet
[nummer] t.n.v. vrouw € 502.710,50 credit
[nummer] t.n.v. vrouw € 5.039,73 credit
[nummer] t.n.v. vrouw
€ 0,-
Totaal € 507.879,60
ABN AMRO(opgave man bij brief van 13 augustus 2014)
[nummer] t.n.v. man € 9.887,29 credit
[nummer] t.n.v. man
€ 0,-
Totaal € 9.887,29
Clydesdale(opgave man bij brief van 13 augustus 2014)
[nummer] t.n.v. man € 15.337,77
[nummer] t.n.v. man
€ 16.732,38
Totaal € 32.070,15 credit
Gazprombank(opgave man bij brief van 13 augustus 2014)
[nummer] t.n.v. man € 142.861,36 credit
Citibank(verklaring Citibank van 22 september 2014)
[nummer] t.n.v. man € 137,93 credit
[nummer] t.n.v. man € 0,-
[nummer] t.n.v. man € 333,51 credit
[nummer] t.n.v. man € 0,-
[nummer] t.n.v. man € 0,-
[nummer] t.n.v. man € 402,80 credit
[nummer] t.n.v. man € 34.932,71 credit
[nummer] t.n.v. man
€ 0,-
Totaal € 35.806,95
Rabobank(opgave vrouw bij brief van 16 september 2014)
[nummer] en/of € 76,95 credit
[nummer] en/of
€ 17,73 credit
Totaal € 94,68
ABN AMRO(opgave man bij brief van 13 augustus 2014)
[nummer] en/of € 0,88 credit
[nummer] en/of € 0,98 credit
[nummer] en/of € 7,98 credit
[nummer] en/of € 0,-
[nummer] en/of € 4,71 credit
[nummer] ?
€ 0,-
Totaal € 14,55
Spaanse bank(opgave vrouw bij brief van 16 september 2014)
[nummer] en/of € 0,-
[nummer] en/of
€ 3.135,12 credit
Totaal € 3.135,12
De rechtbank gaat ervan uit dat ieder der partijen de op zijn/haar naam staande bankrekeningen voortzet. Op grond van vorenstaande gegevens is gebleken dat de vrouw een totaal banksaldo behorend tot de ontbonden gemeenschap onder zich heeft van € 959.604,07 en de man van € 220.625,75. Dit betekent dat de vrouw uit hoofde van overbedeling betreffende de banksaldi nog een bedrag van € 369.489,16 aan de man dient te voldoen.
Ter zake van de gezamenlijke rekeningen dienen partijen nog te beslissen of een van hen deze voortzet, dan wel dat deze moeten worden opgeheven (voor zover dat nog niet is gebeurd). De saldi op deze rekeningen dienen bij helfte te worden gedeeld. Gelet op de omvang van deze tegoeden volstaat de rechtbank met deze vaststelling van de wijze van verdeling.
XI. Woning Spanje
De vrouw wenst dat deze woning aan haar wordt toegedeeld, omdat zij familie in Spanje heeft en zij de afgelopen jaren feitelijk ook het beheer daarover heeft uitgevoerd en het onderhoud daarvan heeft verzorgd en bekostigd. De vrouw is bereid om akkoord te gaan met de eerder in de stukken door de man aangegeven waarde van € 325.000,00, onder de nadrukkelijke voorwaarde dat alsdan met deze toedeling feitelijk geen daadwerkelijke betaling (liquiditeit) aan de man gemoeid zal dienen te gaan. De vrouw gaat ervan uit dat zij een aanzienlijk bedrag uit de verdeling van de man zal ontvangen. Mocht de rechtbank de vrouw in deze verzoeken volgen, dan heeft zij er geen bezwaar tegen indien op het door de man aan haar te betalen eindbedrag in mindering zal strekken de waarde van het onverdeelde aandeel van de man in de woning.
De man stemt in met toedeling van de woning aan de vrouw, gelet op de band die zij met Spanje heeft. Hij constateert dat over de waarde geen discussie meer bestaat nu partijen over en weer uitgaan van € 325.000,00. De man stelt dat de vrouw in staat is om hem uit te kopen. De door de vrouw gestelde nadrukkelijke voorwaarde levert geen invulling op van enig partijbelang op grond van artikel 3:185 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Volgens de man hebben partijen geen belang bij openbare verkoop tegen een reële onderhandse verkoopwaarde.
Nu de vrouw uitsluitend toedeling van de woning wenst onder de nadrukkelijke voorwaarde dat zij feitelijk geen betaling aan de man hoeft te verrichten en uit hetgeen is overwogen omtrent de verdeling van de saldi van de bankrekeningen blijkt dat niet aan de door haar gestelde voorwaarde wordt voldaan, zal de rechtbank bepalen dat de woning dient te worden verkocht aan een derde, waarna de netto opbrengst bij helfte tussen partijen wordt gedeeld. Vanzelfsprekend dienen beide partijen hun medewerking te verlenen aan alle uitvoerings- en rechtshandelingen die daarvoor nodig zijn.