Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/700177-14 (onderzoek Talpa&Bolero)
Uitspraakdatum: 16 maart 2015
Tegenspraak
Verkort strafvonnis (art. 138b Sv)
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 13 februari 2015 (sluiting van het onderzoek ter terechtzitting van 2 maart 2015) in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren in [geboortejaar] te [geboorteplaats] (Marokko),
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van:
- het standpunt van de officier van justitie, mr. J. van der Putte, dat ertoe strekt dat de rechtbank de onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en hem hiervoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij GGZ Reclassering Palier, klinische opname in een zorginstelling voor de duur van maximaal 15 maanden en opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat die vorderingen dienen te worden toegewezen tot het bedrag dat de benadeelde partijen in hun aangiftes hebben opgegeven als schade, met oplegging van de corresponderende schadevergoedingsmaatregelen;
- hetgeen door verdachte en mr. M.J. Bouwman, raadsman van verdachte, naar voren is gebracht.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Feit 1
(Talpa zaak 9)
Primair
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 november 2012 tot en met 01 januari 2013 te Alkmaar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal (ongeveer) E 16.671,--), heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
Subsidiair
[medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 15 november 2012 tot en met 01 januari 2013 te Alkmaar en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal (ongeveer) E 16.671,--), hebben/heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van dat voorwerp gebruik hebben/heeft gemaakt, terwijl die [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat genoemd voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 01 november 2012 tot en met 01 januari 2013 te Alkmaar en/of elders in Nederland opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest door twee, alhans een of meer van zijn, verdachtes, bankpas(sen) en/of bijbehorende pincode(s) ter beschikking te stellen aan en/of ter beschikking te houden voor die [medeverdachte 1] en/of diens mededader(s);
Feit 2
(Talpa zaak 14)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 24 december 2012 tot en met 23 januari 2013 te Alkmaar, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, 66 (zesenzestig) personen waaronder [slachtoffer 1] (aangifte 1) en/of [slachtoffer 2] (aangifte 2) en/of [slachtoffer 3] (aangifte 3) en/of [slachtoffer 4] (aangifte 4), althans een of meer personen, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op de internetsite WWW.martkplaats.nl één of meerdere advertenties geplaatst waarin een of meer goederen, zoals onder meer (een) mobiele telefoon(s) (iPhone en/of Samsung en/of HTC) en/of (een) computerspel(len) (Nintendo 3DS en/of Wii) en/of (een) tablet(s) (iPad) en/of (een) computerspel(len) (Fifa 2013) en/of (een) (fiets)computer(s) (Garmin Edge), in elk geval een of meer goederen, te koop werden aangeboden en/of
- zich op genoemde internetsite en/of in e-mailberichten (onder andere) [valse naam 1] en/of [valse naam 2] en/of [valse naam 3] en/of [valse naam 4] en/of [valse naam 5] genoemd en/of
- daarbij (onder meer) gebruik te maken van de e-mailadressen [valse mail 1]@hotmail.com en/of a.3geh11fg52s2fr@mail.marktplaats.nl en/of [valse mail 2]@hotmail.com en/of [valse mail 3]@hotmail.com en/of
- ( vervolgens) met voornoemde personen/persoon per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen/dat goed overeengekomen en/of
- ( vervolgens) voornoemde personen/persoon een rekeningnummer (te weten [rekeningnummer]) en/of de al dan niet juiste naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer (te weten (onder meer) [valse naam] (aangifte 1 en/of aangifte 2 en/of aangifte 3 en/of aangifte 4) en/of [valse naam]) gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag (zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan) diende te worden overgemaakt en/of
- ( vervolgens) een of meermalen aangegeven dat na ontvangst van de betaling
over zou worden gegaan tot verzending van de goederen/het goed en/of
- ( vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor genoemde personen/persoon (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 3
(Talpa zaak 18)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 januari 2013 tot en met 05 februari 2013 te Alkmaar, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 70 (zeventig) personen, waaronder [slachtoffer 5] (aangifte 1) en/of [slachtoffer 6] (aangifte 2) en/of [slachtoffer 7] (aangifte 3) en/of [slachtoffer 8] (aangifte 6), althans een of meer personen, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op de internetsite WWW.martkplaats.nl één of meerdere advertenties geplaatst waarin een of meer goederen, zoals onder meer (een) mobiele telefoon(s) (Samsung en/of iPhone) en/of (een) tablet(s) (iPad en/of Samsung) en/of (een) spelcomputer(s) (Playstation en/of Nintendo 3DS) en/of (een) computerspel(len) (voor een Playstation spelcomputer), in elk geval een of meer goederen, te koop werden aangeboden en/of
- zich op genoemde internetsite en/of in e-mailberichten (onder andere) [valse naam 6] en/of [valse naam 7] en/of [valse naam 8] genoemd en/of
- daarbij (onder meer) gebruik te maken van de e-mailadressen [valse mail 4]@hotmail.nl en/of [valse mail 5]@hotmail.com en/of [valse mail 6]@gmail.com en/of [valse mail 7]@hotmail.nl (aangifte 6) en/of b.2uug4hhxmuzwi@mail.marktplaats.nl en/of
- ( vervolgens) met voornoemde personen/persoon per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen/dat goed overeengekomen en/of
- ( vervolgens) voornoemde personen/persoon een rekeningnummer (te weten [rekeningnummer]) en/of de al dan niet juiste naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer (te weten (onder meer) [valse naam 7] en/of [valse naam 8] (aangifte 6)) gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag (zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan) diende te worden overgemaakt en/of
- ( vervolgens) een of meermalen aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen/het goed en/of
- ( vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor genoemde personen/persoon (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 4
(Talpa zaak 20)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 december 2012 tot en met 12 februari 2013 te Alkmaar, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, 22 (tweeentwintig) personen, waaronder [slachtoffer 9] (aangifte 1) en/of [slachtoffer 10] (aangifte 2) en/of [slachtoffer 11] (aangifte 3) en/of [slachtoffer 12], althans een of meer personen, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op de internetsite WWW.martkplaats.nl één of meerdere advertenties geplaatst waarin een of meer goederen, zoals onder meer (een) mobiele telefoon(s) (Samsung en/of iPhone) en/of (een) spelcomputer(s) (Nintendo 3DS en/of Wii), in elk geval een of meer goederen, te koop werden aangeboden en/of
- zich op genoemde internetsite en/of in e-mailberichten (onder andere) [valse naam 9] en/of [valse naam 10] en/of [valse naam 11] en/of [valse naam 12] genoemd en/of
- daarbij (onder meer) gebruik te maken van de e-mailadressen [valse mail 8]@hotmail.com (aangifte 1) en/of b.2rsaqc242@mail.marktplaats.nl (aangifte 1) en/of b.31j1rq50127dv@mail.marktplaats.nl en/of [valse mail 9]@hotmail.com en/of
- ( vervolgens) met voornoemde personen/persoon per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen/dat goed overeengekomen en/of
- ( vervolgens) voornoemde personen/persoon een rekeningnummer (te weten [rekeningnummer]) en/of de al dan niet juiste naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer (te weten (onder meer) [valse naam 13] (aangifte 1) en/of [valse naam 14] (aangifte 2) en/of [valse naam 15] (aangifte 3) en/of [valse naam 9]) gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag (zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan) diende te worden overgemaakt en/of
- ( vervolgens) een of meermalen aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen/het goed en/of
- ( vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor genoemde personen/persoon (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 5
(Talpa zaak 21)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 06 januari 2013 tot en met 11 januari 2013 te Alkmaar, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 37 (zevenendertig) personen, waaronder [slachtoffer 13] (aangifte 1) en/of [slachtoffer 14] (aangifte 2) en/of [slachtoffer 15] (aangifte 3) en/of [slachtoffer 16] (aangifte 4), althans een of meer personen, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op de internetsite WWW.martkplaats.nl één of meerdere advertenties geplaatst waarin een of meer goederen, zoals onder meer (een) mobiele telefoon(s) (Samsung en/of iPhone) en/of (een) tablet (s) (iPad) en/of (een) spelcomputer(s) (Nintendo 3DS en/of Wii) en/of navigatieapparatuur (Garmin Zumo en/of Garmin Edge), in elk geval een of meer goederen, te koop werden aangeboden en/of
- zich op genoemde internetsite en/of in e-mailberichten (onder andere) [valse naam 16] en/of [valse naam 17] en/of [valse naam 18] en/of [valse naam 19] genoemd en/of
- daarbij (onder meer) gebruik te maken van de e-mailadressen [valse mail 10]@hotmail.nl en/of [valse mail 11]@hotmail.nl (aangifte 2) en/of b.vqyt886viovr@mail.marktplaats.nl (aangifte 2) en/of b.s26pOddidh5f@mail.marktplaats.nl en/of [valse mail 12]@hotmail.nl en/of
- ( vervolgens) met voornoemde personen/persoon per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen/dat goed overeengekomen en/of
- ( vervolgens) voornoemde personen/persoon een rekeningnummer (te weten [rekeningnummer]) en/of de al dan niet juiste naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer (te weten (onder meer) [valse naam 18]) gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag (zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan) diende te worden overgemaakt en/of
- ( vervolgens) een of meermalen aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen/het goed en/of
- ( vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor genoemde personen/persoon (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 6
(Talpa zaak 22)
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 december 2012 tot en met 06 januari 2013 te Alkmaar, althans in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een
samenweefsel van verdichtsels, twintig personen, waaronder [slachtoffer 17] (aangifte 1) en/of [slachtoffer 18] (aangifte 2) en/of [slachtoffer 19] (aangifte 3) en/of [slachtoffer 20] (aangifte 4), althans een of meer personen, heeft/hebben bewogen tot de afgifte van een of meer geldbedragen, in elk geval van enig goed, immers heeft/hebben verdachte en/of is/zijn verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- op de internetsite WWW.martkplaats.nl één of meerdere advertenties geplaatst waarin een of meer goederen, zoals onder meer (een) mobiele telefoon(s) (Samsung en/of iPhone) en/of (een) tablet (s) (iPad) en/of (een) spelcomputer(s) (Nintendo 3DS), in elk geval een of meer goederen, te koop werden aangeboden en/of
- zich op genoemde internetsite en/of in e-mailberichten (onder andere) [valse naam 20] (aangifte 1 en/of 4) en/of [valse naam 21] en/of [valse naam 22] genoemd en/of
- daarbij (onder meer) gebruik te maken van de e-mailadressen [valse mail 13]@hotmail.nl (aangifte 1 en/of 4) en/of b.3izyOr497k8nk@mail.marktplaats.nl en/of b.30310kvupveax@mail.marktplaats.nl en/of
- ( vervolgens) met voornoemde personen/persoon per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen/dat goed overeengekomen en/of
- ( vervolgens) voornoemde personen/persoon een rekeningnummer (te weten [rekeningnummer]) de al dan niet juiste naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer (te weten (onder meer) [valse naam 23]) gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag (zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan) diende te worden overgemaakt en/of
- ( vervolgens) een of meermalen aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen/het goed en/of
- ( vervolgens) nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen/dat goed niet verzonden en/of afgeleverd aan voornoemde personen/persoon,
waardoor genoemde personen/persoon (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 7
hij in of omstreeks de periode van 01 december 2012 tot en met 15 maart 2013 te Alkmaar en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen, aan een organisatie, welke organisatie (al dan niet in wisselende samenstellingen) bestond uit (onder meer) verdachte en/of [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 3] en/of [medeverdachte 4], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk oplichting en/of witwassen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank grondt de beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De bewijsmiddelen worden slechts gebruikt ten aanzien van het feit waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten aanvulling worden opgenomen.
3.1. Bewijsmotivering
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van alle ten laste gelegde feiten moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van feit 1 primair
Verdachte wist niet en hoefde evenmin te vermoeden dat de op zijn bankrekening bijgeschreven en daarvan weer afgeschreven geldbedragen afkomstig waren uit enig misdrijf. Bovendien had verdachte geen feitelijke zeggenschap over de geldbedragen op zijn bankrekening, omdat hij zijn bankpas en pincode had afgegeven en onder bewind stond.
Ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6
Er is geen sprake van medeplegen, bij gebreke van een nauwe en bewuste samenwerking. Verdachte heeft geen van de ten laste gelegde gedragingen zelf verricht. Hij heeft slechts met anderen gesproken over het op deze wijze verdienen van geld. Hij had ook geen weet van de wijze waarop de oplichtingen concreet werden uitgevoerd, hij was daarbij niet aanwezig.
Ten aanzien van feit 7
Er was geen sprake van een structureel en duurzaam samenwerkingsverband met een vaste rolverdeling en hiërarchie. Voor zover er wel sprake was van een criminele organisatie, kan verdachte niet als deelnemer daaraan worden aangemerkt, nu zijn rol daarvoor veel te beperkt was, want gekwalificeerd zou moeten worden als medeplichtigheid aan door anderen gepleegde oplichtingen.
De rechtbank overweegt hieromtrent het volgende.
Ten aanzien van feit 1 primair
Verdachte heeft op 26 augustus 2013 bij de politie verklaard dat hij de bankpassen van zijn ING en Rabobank rekeningen aan [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] heeft gegeven. Verdachte kreeg daar dan geld voor, in totaal zo’n € 900 per bankpas. Verdachte geeft in deze verklaring aan dat hij er aanvankelijk niet van op de hoogte was dat er met behulp van zijn bankrekeningen mensen via Marktplaats.nl werden opgelicht, hij dacht dat “ze met zwart geld iets deden of hackers waren”. Op 27 augustus 2013 heeft verdachte bij de politie verklaard dat ene [betrokkene] hem had gevraagd of hij geld wilde verdienen. [betrokkene] had gezegd dat als verdachte zijn bankpas zou afgeven, er mensen waren die ervoor konden zorgen dat er geld op die rekening zou komen. Verdachte heeft toen zijn bankpas aan [betrokkene] afgegeven en daarvoor af en toe geld gekregen. Dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] zich bezig hielden met Marktplaatsoplichting begon verdachte te dagen toen hij zijn eerste pasje had afgegeven en door zijn bewindvoerder werd gebeld over via zijn rekening lopende bedragen.
Hieruit volgt dat verdachte reeds op het moment dat hij zijn bankpassen ter beschikking stelde, wist dat er geldbedragen op zijn bankrekeningen zouden worden gestort. Hij wist ook, minst genomen in de vorm van voorwaardelijk opzet, dat deze geldbedragen afkomstig waren uit enig misdrijf. Immers, uit zijn verklaringen blijkt dat hij ervan uitging dat zijn bankpassen voor illegale praktijken gebruikt zouden worden. De omstandigheid dat hij geld zou verdienen met het enkele afgeven van zijn bankpassen en pincodes vormde ook al een duidelijke objectieve indicatie dat deze aanname van verdachte juist was.
Dat verdachte niet feitelijk kon beschikken over de door de slachtoffers betaalde bedragen, is op zichzelf juist, maar brengt niet mee dat verdachte niet als medepleger van witwassen zou kunnen worden aangemerkt. Verdachte heeft in een nauwe en bewuste samenwerking met een ander of anderen een significante bijdrage aan het strafbare feit geleverd door zijn bankrekeningen ter beschikking te stellen: het (voortdurend) kunnen beschikken over bankrekeningen is immers een essentieel middel om van misdrijf afkomstige geldbedragen van giraal naar contant geld te kunnen omzetten. Verdachtes handelen was dan ook van wezenlijk belang voor het witwassen. Daarbij voorts in aanmerking genomen dat verdachte daarvan een voor opzet voldoende mate van wetenschap had, moet hij als medepleger van het witwassen worden aangemerkt.
Ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6
De omstandigheid dat verdachte geen van de ten laste gelegde feitelijk omschreven handelingen zelf heeft verricht leidt naar het oordeel van de rechtbank niet tot de slotsom dat geen sprake was van een voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en degenen die de in de tenlastelegging omschreven uitvoeringshandelingen hebben verricht. De rol van verdachte was blijkens de inhoud van het strafdossier omvangrijker en meer betekenisvol dan hij ter terechtzitting heeft doen voorkomen. In de verklaringen van de zogenaamde katvangers [katvanger 1], [katvanger 2], [katvanger 3] en [katvanger 4] kan geen ondersteuning worden gevonden voor het door verdachte ter terechtzitting ingenomen standpunt dat hij niemand actief benaderde om die ertoe aan te zetten een bankrekening ter beschikking te stellen. Integendeel, [katvanger 1] heeft verklaard dat verdachte meerdere mensen probeerde over te halen om een bankpas af te geven, [katvanger 2] heeft verklaard dat verdachte hem meerdere keren heeft gevraagd een bankrekening te openen, [katvanger 3] heeft als getuige bij de rechter-commissaris verklaard dat verdachte hem heeft gevraagd of hij wilde meedoen aan een soort piramidespel en [katvanger 4] heeft verklaard dat verdachte degene was die de passen regelde. Dit laatste komt ook duidelijk naar voren in de door medeverdachte [medeverdachte 1] als verdachte ten overstaan van de rechter-commissaris afgelegde verklaring. Zo heeft [medeverdachte 1] verklaard dat onder andere verdachte naar mensen zocht die pasjes ter beschikking wilden stellen. Ook hieruit blijkt een duidelijk actieve rol van verdachte bij het vergaren van bankpassen ten behoeve van de ten laste gelegde oplichtingen. Verdachte wist inmiddels ook dat de bankpassen daarvoor zouden worden gebruikt. Hij heeft op 27 augustus 2013 bij de politie verklaard dat hij met de oplichtingspraktijken bekend werd toen hij zijn eerste bankpas had gegeven en daarover door zijn bewindvoerder werd gebeld en voorts dat hij van de Marktplaatsoplichting wist op het moment dat hij de bankpassen van genoemde katvangers overhandigde. Dit alles leidt ertoe dat verdachte als medepleger van de ten laste gelegde oplichtingen moet worden aangemerkt.
Ten aanzien van feit 7
Aan verdachte is in het hier te bespreken verband ten laste gelegd dat hij gedurende de periode van 1 december 2012 tot en met 15 maart 2013 heeft deelgenomen aan een criminele organisatie van mogelijk wisselende samenstelling, welke organisatie als oogmerk had het plegen van oplichting en het witwassen van daarmee verkregen gelden. Van de zijde van de officier van justitie is het daarmee gekozen standpunt – samengevat weergegeven – als volgt toegelicht: reeds het aantal strafbare feiten dat en de periode waarin deze zijn gepleegd door het vijftal van deze organisatie deel uitmakende personen (naast verdachte ook [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3]) impliceren een grote mate van bestendigheid en gestructureerde samenwerking. Ook sluiten veel van de in het onderzoek afgelegde verklaringen aan bij dat beeld. In het geheel van de gezamenlijke onderneming was verdachte een essentiële schakel, want zonder bankrekeningnummers van katvangers werkt het systeem niet. Verdachte is zelf begonnen als katvanger en is daarna actief anderen gaan benaderen om bankpasjes en pincodes te bemachtigen die konden dienen om de continuïteit van de profijtelijke onderneming te waarborgen.
Van de zijde van de verdediging is – samengevat weergegeven – aangevoerd dat de rol die verdachte heeft gespeeld, niet in de buurt komt van die van een deelnemer aan een criminele organisatie als van een dergelijke organisatie al kan worden gesproken. De rol van verdachte is te klein, er is geen sprake van een structureel en duurzaam samenwerkingsverband met een vaste rolverdeling en hiërarchie, verdachte was niet op de hoogte van het criminele oogmerk en van de omstandigheid dat sprake was van oplichting en witwassen.
Bij de beoordeling van de vraag of verdachte heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, hanteert de rechtbank de volgende uitgangspunten.
Wil sprake kunnen zijn van een organisatie in de zin van artikel 140 Sr, dan moet daarin een gestructureerd samenwerkingsverband aanwijsbaar zijn waarin de deelnemers in een zekere duurzaamheid, met enige continuïteit samenwerken. Ofschoon het plegen van misdrijven niet de enige of voornaamste bestaansgrond hoeft te zijn en het ook niet zo is dat een deelnemer bekend moet zijn (geweest) met alle personen die deel uitmaken van de organisatie, dient men – om deelnemer te zijn – wel te behoren tot de organisatie en een aandeel te hebben in de gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie dan wel die gedragingen te ondersteunen. Deelneming aan de organisatie is hier de strafbaar gestelde gedraging. Deze vorm van deelneming vereist niet het meedoen aan door de organisatie beoogde misdrijven, zelfs opzet op die misdrijven is niet vereist. Wel is voor wetenschap van de deelnemer dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, opzet in onvoorwaardelijke zin vereist. De georganiseerdheid van het verband met de gerichtheid op het plegen van misdrijven leidt er in veel gevallen toe dat de deelnemers aan de organisatie gebonden raken en zich daaraan overigens ook niet eenvoudig en probleemloos kunnen onttrekken.
Het bepaalde in artikel 140 Sr betreft de verwoording van een zelfstandig strafbaar feit. Dat betekent dat van het begaan van dat strafbare feit reeds sprake kan zijn als (nog) geen (andere) strafbare feiten zijn gepleegd, maar wel het oogmerk daartoe bestaat alsmede deelneming in de eerder omschreven betekenis. Aan het bestaan van een organisatie als hier bedoeld, worden derhalve andere eisen gesteld dan die gelden voor het bewijs van deelneming aan strafbare feiten. Maar ook kunnen deze uiteenlopende eisen meebrengen dat vrijspraak van betrokkenheid bij een concreet ten laste gelegd feit nog niet betekent dat tevens vrijspraak moet volgen van deelneming aan de criminele organisatie in het verband waarvan dat strafbare feit zou zijn begaan. Omgekeerd brengt de “meerwaarde” van toevoeging van verdenking van deelneming aan een dergelijke organisatie mee, dat bewezenverklaring van de tevens geformuleerde verdenkingen van betrokkenheid bij het medeplegen van specifieke delicten niet automatisch tot bewezenverklaring van deelneming aan de organisatie leidt.
De vraag die met inachtneming van deze algemene uitgangspunten en criteria in casu beantwoord moet worden is of uit de verzameling van gegevens die als de resultaten van het onderzoek zijn neergelegd in het strafdossier alsmede uit de informatie die het onderzoek ter terechtzitting heeft opgeleverd, in voldoende mate onderbouwd kan worden afgeleid dat sprake is geweest van een samenwerkingsverband van een aard en duur, dat voldaan wordt aan de hierboven voor het bestaan van een criminele organisatie gestelde voorwaarden. En ook als kan worden vastgesteld dat sprake is geweest van een dergelijk samenwerkingsverband, zal tevens onderzocht moeten worden of verdachte daaraan heeft deelgenomen.
In het licht van de geldende criteria dringt zich dan de vraag op of er voldoende samenhang in het handelen van de veronderstelde deelnemers – in de vorm van voortdurende coördinatie en afstemming met het oog op het bereiken van het gemeenschappelijke verboden doel van de organisatie alsmede participatie daarin – zichtbaar is geworden. Voor de beantwoording van die vraag moet gezocht worden naar aanwijzingen of aanknopingspunten dat de veronderstelde deelnemers zich bewust waren van hun rol of taak in het geheel, zoals te vinden zouden zijn in de aard en frequentie van onderlinge afspraken en contacten. Uiteraard kunnen tot het bewijs van een dergelijke bewuste betrokkenheid ook bijdragen bewijsmiddelen die reeds dienen als redengevende feiten en omstandigheden voor bewezenverklaring van naast die van deelneming aan de criminele organisatie ten laste gelegde feiten.
Waardering van alle onderzoeksbevindingen leidt de rechtbank tot de vaststelling dat het de deelnemers aan het aanvankelijke samenwerkingsverband (medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en mogelijk nog een derde – niet in het onderzoek betrokken geraakte – persoon) was te doen om het verwerven van een inkomen door middel van het verkrijgen van betalingen voor op Marktplaats.nl aangeboden maar vervolgens niet geleverde goederen.Essentieel voor het welslagen van deze onderneming was de permanente beschikbaarheid van bankrekeningen en daarbij behorende bankpasjes, nodig om de gelden daadwerkelijk in bezit te krijgen. Door het oneigenlijke gebruik van deze rekeningen was immers de verwachting (en ook de praktijk) dat daaraan steeds snel een einde zou komen. Er moesten dus steeds inspanningen gericht zijn op het rekruteren van personen die bereid waren hun bankrekening ter beschikking te stellen. Ook het betalen van de afgesproken vergoedingen voor dat gebruik vergde een vorm van organisatie doordat in verband daarmee contacten moesten worden onderhouden. Het samenwerkingsverband groeide zo aan met nog een drietal personen die pasjes van zichzelf en/of anderen inbrachten. Achtereenvolgens waren dat medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 3] en verdachte.In de door genoemde vijf personen verrichte activiteiten – bestaande in de directe of indirecte betrokkenheid bij werkzaamheden in dienst van het uiteindelijke doel – wordt de vervulling van het centrale vereiste van een gestructureerd samenwerkingsverband waarin met enige continuïteit in een zekere duurzaamheid wordt samengewerkt, zichtbaar. Alle vijf bedoelde personen hebben, in de wetenschap dat hun activiteiten betekenis hadden voor hetgeen met de onderlinge samenwerking werd beoogd, voor kortere of langere tijd deelgenomen aan een organisatie die als oogmerk had het plegen van misdrijven.
Aan deze vaststelling kan niet afdoen dat de rechtbank geen overtuigende indicatie heeft gekregen omtrent pressie, laat staan het gebruik van geweld of de bedreiging daarmee, om de deelnemers aan de organisatie daarbij betrokken te houden. Veeleer ontstaat het beeld van regelmatig bijeenkomende of elkaar ontmoetende personen met een gemeenschappelijk doel waarbij dat doel – verwerving van inkomen – en niet een klemmende greep van een of meer deelnemers, het verband deed voortduren.
Gelet op al het bovenstaande moet verdachte worden aangemerkt als een van de deelnemers aan de beschreven organisatie, waarvan de rechtbank de aanvang van de deelneming door verdachte daaraan situeert op 1 december 2012 en deze laat voortduren tot 15 februari 2013. De omstandigheid dat verdachte is benaderd en overgehaald en zelf ook weer anderen betrekt in de onderneming vormt de weerlegging van het beweerde ontbreken van (opzet op) deelneming aan de organisatie. Dat zijn rol mogelijk niet gelijkwaardig is geweest aan die van (enkele) andere deelnemers aan de organisatie, is een kwestie die aan deze vaststelling niet kan afdoen, maar een die tot uitdrukking kan worden gebracht in de straftoemeting.
3.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Feit 1 primair
(Talpa zaak 9)
hij in de periode van 15 november 2012 tot en met 1 januari 2013 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met anderen, een voorwerp, te weten een geldbedrag (in totaal ongeveer
€ 16.671), voorhanden heeft gehad en heeft omgezet, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp afkomstig was uit enig misdrijf;
Feit 2
(Talpa zaak 14)
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 24 december 2012 tot en met 23 januari 2013 te Alkmaar, telkens tezamen en in vereniging met anderen, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander of anderen wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 66 (zesenzestig) personen, onder wie [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4], heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, immers hebben/zijn zijn mededaders toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- op de internetsite www.marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin goederen, zoals mobiele telefoons (iPhone en Samsung en HTC) en computerspellen (Nintendo 3DS en Wii) en tablets (iPad) en een computerspel (Fifa 2013) en fietscomputers (Garmin Edge) te koop werden aangeboden en
- zich op genoemde internetsite en in e-mailberichten onder andere [valse naam 1] en [valse naam 2] en [valse naam 3] en [valse naam 4] en [valse naam 5] genoemd en
- daarbij onder meer gebruik gemaakt van de e-mailadressen [valse mail 1]@hotmail.com en a.3geh1lfg5s2fr@mail.marktplaats.nl en [valse mail 2]@hotmail.com en [valse mail 3]@hotmail.nl en
- vervolgens met voornoemde personen per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen overeengekomen en
- vervolgens voornoemde personen een rekeningnummer, te weten [rekeningnummer], en de naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer, te weten [katvanger 1], gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag, zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan, diende te worden overgemaakt en
- vervolgens aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen en
- vervolgens nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen niet verzonden aan de desbetreffende personen,
waardoor genoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 3
(Talpa zaak 18)
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 21 januari 2013 tot en met 5 februari 2013 te Alkmaar, telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 69 (negenenzestig) personen, onder wie [slachtoffer 5] en [slachtoffer 6] en [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8], heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, immers heeft/is zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
-op de internetsite www.marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin goederen, zoals mobiele telefoons (Samsung en iPhone) en tablets (iPad en Samsung) en spelcomputers (Playstation en Nintendo 3DS) en computerspellen (voor een Playstation spelcomputer) te koop werden aangeboden en
- zich op genoemde internetsite en in e-mailberichten onder andere [valse naam 6] of [valse naam 7] of [valse naam 8] genoemd en
- daarbij onder meer gebruik gemaakt van de e-mailadressen [valse mail 4]@hotmail.nl of [valse mail 5]@hotmail.com of [valse mail 6]@gmail.com of [valse mail 7]@hotmail.nl of b.2uug4hhxmuzwi@mail.marktplaats.nl en
- vervolgens met voornoemde personen per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen overeengekomen en
- vervolgens voornoemde personen een rekeningnummer, te weten [rekeningnummer], en de naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer, te weten [katvanger 2], gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag, zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan, diende te worden overgemaakt en
- vervolgens aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen en
- vervolgens, nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen niet verzonden aan de desbetreffende personen,
waardoor genoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 4
(Talpa zaak 20)
hij op tijdstippen in de periode van 1 februari 2013 tot en met 12 februari 2013 te Alkmaar, telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 22 (tweeëntwintig) personen, onder wie [slachtoffer 9] en [slachtoffer 10] en [slachtoffer 11] en [slachtoffer 12], heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, immers heeft/is zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- op de internetsite www.marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin goederen, zoals mobiele telefoons (Samsung en iPhone) en spelcomputers (Nintendo 3DS en Wii) te koop werden aangeboden en
- zich op genoemde internetsite en in e-mailberichten onder andere [valse naam 9] of [valse naam 10] of [valse naam 11] of [valse naam 11]n genoemd en
- daarbij onder meer gebruik gemaakt van de e-mailadressen [valse mail 8]@hotmail.com of b.2rsaqc24g582z@mail.marktplaats.nl of b.31j1rq50127dv@mail.marktplaats.nl of [valse mail 9]@hotmail.com en
- vervolgens met voornoemde personen per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen overeengekomen en
- vervolgens voornoemde personen een rekeningnummer, te weten [rekeningnummer], en de naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer, te weten [katvanger 3], gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag, zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan, diende te worden overgemaakt en
- vervolgens aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen en
- vervolgens, nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen niet verzonden aan de desbetreffende personen,
waardoor genoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 5
(Talpa zaak 21)
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 6 januari 2013 tot en met 11 januari 2013 te Alkmaar, telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 36 (zesendertig) personen, onder wie [slachtoffer 13] en [slachtoffer 14] en [slachtoffer 15] en [slachtoffer 16], heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, immers heeft/is zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- op de internetsite www.marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin goederen, zoals mobiele telefoons (Samsung en iPhone) en tablets (iPad) en spelcomputers (Nintendo 3DS en Wii) en navigatieapparatuur (Garmin Zumo en Garmin Edge) te koop werden aangeboden en
- zich op genoemde internetsite en in e-mailberichten onder andere [valse naam 16] of [valse naam 17] of [valse naam 18] of [valse naam 19] genoemd en
- daarbij onder meer gebruik gemaakt van de e-mailadressen [valse mail 10]@hotmail.nl of [valse mail 11]@hotmail.nl of b.vqyt886viovr@mail.marktplaats.nl of b.s26p0ddidh5f@mail.marktplaats.nl of [valse mail 12]@hotmail.nl en
- vervolgens met voornoemde personen per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen overeengekomen en
- vervolgens voornoemde personen een rekeningnummer, te weten [rekeningnummer], en de naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer, te weten [katvanger 4], gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag, zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan, diende te worden overgemaakt en
- vervolgens aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen en
- vervolgens, nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen niet verzonden aan de desbetreffende personen,
waardoor genoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 6
(Talpa zaak 22)
hij op tijdstippen omstreeks de periode van 27 december 2012 tot en met 6 januari 2013 te Alkmaar, telkens tezamen en in vereniging met een ander, telkens met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, 19 (negentien) personen, onder wie [slachtoffer 17] en [slachtoffer 18] en [slachtoffer 19] en [slachtoffer 20], heeft bewogen tot de afgifte van geldbedragen, immers heeft/is zijn mededader toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid
- op de internetsite www.marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin goederen, zoals mobiele telefoons (Samsung en iPhone) en tablets (iPad) en een spelcomputer (Nintendo 3DS), te koop werden aangeboden en
- zich op genoemde internetsite en in e-mailberichten onder andere [valse naam 20] of [valse naam 21] of [valse naam 22] genoemd en
- daarbij onder meer gebruik gemaakt van de e-mailadressen [valse mail 13]@hotmail.nl of b.3izy0r497k8nk@mail.marktplaats.nl of b.30310kvupveax@mail.marktplaats.nl en
- vervolgens met voornoemde personen per e-mail en/of telefonisch een prijs voor de aankoop van die goederen overeengekomen en
- vervolgens voornoemde personen een rekeningnummer, te weten [rekeningnummer], en de naam van de tenaamgestelde van dat rekeningnummer, te weten [katvanger 5], gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag, zijnde de gehele koopprijs of een deel daarvan, diende te worden overgemaakt en
- vervolgens aangegeven dat na ontvangst van de betaling over zou worden gegaan tot verzending van de goederen en
- vervolgens, nadat het geldbedrag was overgemaakt, die goederen niet verzonden aan de desbetreffende personen,
waardoor genoemde personen werden bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Feit 7
hij in de periode van 1 december 2012 tot en met 15 februari 2013 te Alkmaar heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie, in wisselende samenstellingen, bestond uit (onder meer) verdachte en [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en [medeverdachte 4], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk oplichting en witwassen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1 primair: medeplegen van witwassen;
Feiten 2, 3, 4, 5 en 6 telkens: medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd;
Feit 7: het deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de sanctie
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede door de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Gedurende enkele maanden heeft verdachte deelgenomen aan een organisatie die als oogmerk had het plegen van oplichtingen en het witwassen van de daarmee verkregen geldbedragen. Aan de gehanteerde werkwijze, die bestond in het met gebruikmaking van (veelal: andermans) bankrekeningen en de daarbij behorende bankpassen en onder moeilijk herleidbare namen plaatsen van advertenties op deze website waarin diverse aantrekkelijk geprijsde goederen te koop werden aangeboden, die na overmaking van de overeengekomen koopsom niet werden geleverd, heeft verdachte een essentiële bijdrage geleverd door zowel zijn eigen bankrekeningnummers en bijbehorende bankpassen ter beschikking te stellen als er actief voor te zorgen dat de organisatie kwam te beschikken over de bankpassen van anderen opdat de daaraan gekoppelde bankrekeningen op de zojuist beschreven manier dienst konden doen. De overgemaakte betalingen werden met behulp van de bij de rekening behorende bankpas zo snel mogelijk opgenomen en uitgegeven en daarmee aan traceerbaarheid onttrokken. Voor zover gebruik werd gemaakt van zijn twee bankpassen, heeft verdachte aan laatstbedoelde vorm van witwassen deelgenomen. Voor zover het gaat om het in de lucratieve onderneming betrekken van katvangers door – tegen een daarvoor toegezegde beloning – hun pasjes te verwerven heeft verdachte een essentiële bijdrage geleverd aan oplichting van een groot aantal met behulp van die pasjes gedupeerde kopers.
Het door verdachte en zijn mededaders op grote schaal gepleegde bedrog heeft het vertrouwen, dat door consumenten moet kunnen worden gesteld in het (digitale) handelsverkeer, ernstig op de proef gesteld. Wanneer dit vertrouwen komt te ontbreken, zal de handel in (tweedehands) goederen via het internet afnemen, met als gevolg nadelige consequenties voor het maatschappelijk en economisch verkeer.
Daarnaast heeft de handelwijze van verdachte en zijn mededaders geleid tot financiële schade (en soms ook stress en verdriet) bij de vele kopers die van deze oplichting de dupe zijn geworden.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- het op naam van verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie, gedateerd 12 januari 2015, waaruit blijkt dat verdachte – zowel in het recente als in het verre verleden – reeds eerder ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk is veroordeeld. Daarbij valt op dat verdachte tussen 2003 en 2011 slechts één keer door de strafrechter is veroordeeld, hetgeen in contrast staat tot de periodes daarvoor en daarna.
Voorts blijkt dat verdachte ook na de periode waarin de in het onderhavige vonnis bewezen verklaarde feiten werden gepleegd meermalen door de strafrechter is veroordeeld, zodat het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
- het over verdachte uitgebrachte voorlichtingsrapport gedateerd 18 december 2014 van [naam], als reclasseringswerker verbonden aan GGZ Reclassering Palier. Hieruit blijkt onder meer dat verdachte enige jaren na een klinische opname en een woontraject in 2003 is teruggevallen in middelengebruik. Dit lijkt de verklaring te vormen voor het feit dat verdachte ook weer is teruggevallen in crimineel gedrag. Verdachte staat er thans voor open zijn verslavingsproblematiek en emotieregulatie opnieuw aan te pakken. Dit blijkt al wel uit de vrijwillige klinische opname van verdachte per 24 september 2014 bij de Emiliehoeve van Brijder Verslavingszorg te Den Haag. Om terugval in middelengebruik, criminaliteit en psychiatrische symptomen te voorkomen acht de reclassering het van belang dat verdachte opnieuw de kans krijgt tot opname in een behandelkliniek gericht op zijn verslaving en persoonlijkheidsproblematiek. Aanmelding van verdachte bij NIFP/IFZ heeft inmiddels niet geleid tot een indicatie voor heropname bij Emiliehoeve, maar tot de aanbeveling van een klinische opname bij een Forensische Verslavingskliniek van Bouman Verslavingszorg. Hiervoor is reeds een indicatie afgegeven en verdachte kan daar binnen een maand na vonniswijzing terecht.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter, gezien de geschetste persoonlijke omstandigheden van verdachte, bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer behoeft te worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van 3 jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.
Daarnaast acht de rechtbank, in overeenstemming met het advies van de reclassering, verplicht contact met de reclassering, klinische opname in een zorginstelling en opname in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang noodzakelijk. Voorwaarden van die strekking zullen aan de voorwaardelijke straf worden verbonden.
Anders dan gevorderd door de officier van justitie zal de rechtbank deze bijzondere voorwaarden niet dadelijk uitvoerbaar verklaren. De in artikel 14e van het Wetboek van Strafrecht voorziene mogelijkheid ziet op de situatie dat zowel de indexdelicten als de feiten waarvan herhaling gevreesd wordt misdrijven betreft die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Daarvan is in casu geen sprake.
7. Vorderingen benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregelen
Als benadeelde partijen hebben zich gevoegd:
Ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier Talpa 9), feit 2 (zaaksdossier Talpa 14), feit 3 (zaaksdossier Talpa 18), feit 4 (zaaksdossier Talpa 20), feit 5 (zaaksdossier Talpa 21) en
feit 6 (zaaksdossier Talpa 22) hebben zich in totaal 105 personen zich als benadeelde partijen gevoegd.
7.1. De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot hoofdelijke toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen – kort gezegd – tot het bedrag dat in de desbetreffende aangiftes is vermeld, te vermeerderen met de executiekosten en de wettelijke rente, conform het overzicht dat als bijlage I aan dit vonnis is gehecht, alsmede tot oplegging van de corresponderende schadevergoedingsmaatregelen.
Ten aanzien van feit 1 primair
De officier van justitie stelt in het bijzonder dat de vorderingen die betrekking hebben op het onder 1 primair ten laste gelegde feit ook toewijsbaar zijn, omdat sprake is van een rechtstreeks verband tussen het witwassen en de door de benadeelde partijen geleden schade. Hij verwijst daarbij naar een door de Hoge Raad gewezen arrest van 3 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:216. 7.2. Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten op het standpunt gesteld dat er geen sprake is van causaal verband tussen verdachte’s handelen en de door de benadeelde partijen geleden schade, nu verdachte zelf geen enkele oplichtings- of witwashandeling heeft verricht. De raadsman stelt voorts dat de benadeelde partijen ook zelf schuld hebben aan het ontstaan van de schade, nu de desbetreffende producten onder de marktwaarde werden aangeboden.
7.3. Het oordeel van de rechtbank inzake de vorderingen benadeelde partij
Ten aanzien van feit 1 primair
De rechtbank is van oordeel dat de bewezen verklaarde handeling – het medeplegen van witwassen – in dit geval dusdanig samenhangt met de in eerste instantie schadeveroorzakende feiten – de oplichtingen die eraan voorafgingen – en dat deze handeling zodanig bepalend is voor het ontstaan van de schade, dat deze schade van de betrokken benadeelde partijen als een rechtstreeks gevolg van dat witwassen moet worden aangemerkt. Verdachte heeft, door zijn bankrekeningen door middel van zijn bankpassen en pincodes ter beschikking van de plegers van de oplichtingen te stellen, een onmisbare bijdrage geleverd aan het contant maken van de door de benadeelde partijen overgeschreven geldbedragen, waardoor deze geldbedragen niet meer te traceren waren. De omstandigheid dat verdachte niet wordt verweten dat hij als medepleger van de desbetreffende oplichtingen moet worden gezien, staat daarom niet aan toewijzing van de vorderingen in de weg.
Ten aanzien van de feiten 2 tot en met 6
Ook de omstandigheid dat verdachte geen van de in de tenlastelegging feitelijk omschreven oplichtingshandelingen heeft verricht, staat niet aan toewijzing van de vorderingen in de weg. Zoals hiervoor (in paragraaf 3.1) is uiteengezet, heeft verdachte een rol gespeeld die maakt dat hij als medepleger van de ten laste gelegde oplichtingen moet worden aangemerkt. Dit brengt mee dat verdachte kan worden aangesproken voor de door de benadeelde partijen geleden schade.
Ten aanzien van de feiten 1 primair tot en met 6
Voor zover de vorderingen voldoende zijn onderbouwd door de benadeelde partijen in het licht van de door hen gedane aangiftes en het daaruit voortvloeiend bedrag aan materiële schade, is ter terechtzitting vast komen te staan dat deze benadeelde partijen rechtstreeks schade hebben geleden als gevolg van de aan verdachte ten laste gelegde en bewezen verklaarde feiten. Dat de producten in de advertenties vaak voor een bedrag onder de te verwachten marktwaarde werden aangeboden, maakt dat niet anders. Dat de kopers graag op de aanbiedingen ingingen, maakt niet dat sprake is van eigen schuld aan hun zijde. De advertenties waren niet van zodanige aard en inhoud dat daardoor duidelijk was dat deze niet echt konden zijn. De rechtbank zal derhalve ten aanzien van feit 1 (zaaksdossier Talpa 9), feit 2 (zaaksdossier Talpa 14), feit 3 (zaaksdossier Talpa 18), feit 4 (zaaksdossier Talpa 20), feit 5 (zaaksdossier Talpa 21) en feit 6 (zaaksdossier Talpa 22) 105 vorderingen benadeelde partij hoofdelijk toewijzen.
Dit brengt mee dat verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met hun vorderingen hebben gemaakt, welke kosten de rechtbank tot op heden begroot op nihil, en de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moeten maken.
Daar waar zij een hoger dan het toegekende bedrag hebben gevorderd, zal de rechtbank de benadeelde partijen voor dat gedeelte niet in hun vordering ontvangen.
Naar het oordeel van de rechtbank is in die gevallen niet komen vast te staan dat het meerdere het rechtstreeks gevolg is van de hiervoor in de rubriek bewezenverklaring bewezen verklaarde feiten. Gelet hierop zal de rechtbank in die voorkomende gevallen bepalen dat de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet ontvankelijk is.
Schadevergoedingsmaatregelen
Niet is gebleken dat verdachte nimmer de draagkracht zal hebben om de schadevergoedingsmaatregelen of de toegewezen vorderingen van de benadeelde partijen te voldoen, noch van andere omstandigheden die naar het oordeel van de rechtbank zouden moeten leiden tot het niet opleggen van de schadevergoedingsmaatregel. De rechtbank ziet als gevolg van verdachte’s verklaarde handelen [kort gezegd: medeplegen van witwassen en medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd] aanleiding ter zake van de vorderingen van de benadeelde partijen telkens de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 47, 57, 63, 140, 326 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Verklaart bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.2. weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Bepaalt dat de bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van NEGEN (9) MAANDEN, met bevel dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van drie (3) jaren.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich houdt aan de aanwijzingen door of namens de reclassering gegeven en zich gedurende de proeftijd van drie (3) jaren zal melden bij GGZ Reclassering Palier op het adres Johanna Westerdijkplein 40 te Den Haag, zolang en zo frequent als de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich zal laten opnemen in een Forensische Verslavingskliniek (FVK) van Bouman Verslavingszorg, althans een soortgelijke intramurale instelling, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de (geneesheer-)directeur van die instelling zullen worden gegeven, voor de duur van maximaal vijftien (15) maanden;
binnen een nader te indiceren traject zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen en
- zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld,
waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden, zolang deze instelling dit, in overleg met de officier van justitie te Haarlem, noodzakelijk oordeelt.
Wijst in totaal 105 vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen hoofdelijk toe, steeds bestaande uit materiële schade en veroordeelt verdachte tot betaling daarvan, tegen behoorlijk bewijs van kwijting.
Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een medeverdachte is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partijen – voor zover zij meer hebben gevorderd dan het toegewezen bedrag – voor het meerdere niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt aan verdachte op de hoofdelijke verplichting tot betaling aan de Staat van de bedragen ten behoeve van benadeelde partijen (in totaal 105) vermeerderd met de wettelijke rente over de desbetreffende bedragen vanaf respectievelijk 1 januari 2013 (feit 1), 23 januari 2013 (feit 2), 5 februari 2013 (feit 3), 12 februari 2013 (feit 4), 11 januari 2013 (feit 5) en 6 januari 2013 (feit 6) tot aan de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door vervangende hechtenis van hierna te noemen duur, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft
Bepaalt dat voor zover deze bedragen of een gedeelte daarvan reeds door of namens (een van) de medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de Staat zijn betaald, verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partijen in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. H.A. Stalenhoef, voorzitter,
mr. M.J.M. Verpalen en mr. C.A.M. van der Heijden, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffiers B.H.E. Zuidam en mr. A.M.A. Beckers,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 16 maart 2015.