ECLI:NL:RBNHO:2014:8366
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van bestuurder voor loonheffingsschulden van een B.V. na melding betalingsonmacht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 5 september 2014 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, een voormalig bestuurder van [A] B.V., en de ontvanger van de Belastingdienst. Eiser was aansprakelijk gesteld voor onbetaald gebleven loonheffingsschulden van de B.V. over de maanden juni, september, oktober en december 2012, alsmede januari en februari 2013. De ontvanger had eiser op 13 juni 2013 aansprakelijk gesteld op grond van artikel 36 van de Invorderingswet 1990, omdat eiser geen rechtsgeldige melding van betalingsonmacht had gedaan. Eiser betoogde dat hij per 6 februari 2013 niet langer bestuurder was en dat hij niet aansprakelijk kon worden gesteld voor schulden die na deze datum waren ontstaan. De rechtbank oordeelde echter dat eiser, ondanks de registratie van een nieuwe bestuurder, feitelijk nog steeds als bestuurder van de B.V. moest worden aangemerkt. De rechtbank baseerde dit oordeel op verschillende feiten, waaronder de melding van betalingsonmacht door eiser zelf en het feit dat hij geen bewijs had geleverd voor zijn ontslag als bestuurder. De rechtbank concludeerde dat eiser terecht aansprakelijk was gesteld voor de loonheffingsschulden, omdat hij niet had aangetoond dat de B.V. aan zijn meldingsplicht had voldaan. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en legde de proceskosten bij de partijen.