ECLI:NL:RBNHO:2014:6060
Rechtbank Noord-Holland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij weigering urgentieverklaring voor herhuisvesting
Op 30 juni 2014 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Haarlem, dat op 3 april 2014 had geweigerd haar een urgentieverklaring te verlenen. Dit verzoek was ingediend in het kader van een problematische inwoonsituatie bij haar ouders, waarbij verzoekster vreesde voor de psychische gezondheid van haar vader en de impact daarvan op haar kinderen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de inwoonsituatie van verzoekster geen dringende noodzaak voor herhuisvesting op korte termijn oplevert. Er was geen bewijs van een psychisch of medisch probleem van verzoekster of haar kinderen dat in directe relatie staat tot de woning van haar ouders. De voorzieningenrechter oordeelde dat de vrees van verzoekster voor de gevolgen van een mogelijke psychose van haar vader onvoldoende onderbouwd was, vooral gezien het feit dat zij al geruime tijd bij haar ouders woonde.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de hardheidsclausule, die in uitzonderlijke situaties kan worden toegepast, niet van toepassing was. Het beleid van verweerder om deze clausule alleen in zeer bijzondere gevallen toe te passen, werd niet onredelijk geacht. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de conclusie dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.