ECLI:NL:RBNHO:2014:11031
Rechtbank Noord-Holland
- Tussenbeschikking
- Rechtspraak.nl
Waardering van een zwembad in het kader van de Wet waardering onroerende zaken met maatschappelijke doelstellingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 2 mei 2014 een tussenuitspraak gedaan in een geschil over de waardering van een zwembad voor de kalenderjaren 2007 en 2010. Eiseres, [X] N.V., heeft beroep ingesteld tegen de waardebepalingen van de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, die de waarde van het zwembad respectievelijk op € 8.565.000 en € 9.012.500 heeft vastgesteld. Eiseres betwist deze waarderingen en stelt dat de waarde voor het zwembad moet worden bepaald op basis van de bedrijfswaarde, met een bepleite waarde van € 3.928.544 voor 2007 en € 5.115.706 voor 2010. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde heeft bepaald op basis van de gecorrigeerde vervangingswaarde, waarbij rekening is gehouden met technische en functionele veroudering.
De rechtbank heeft in haar beoordeling geconcludeerd dat de exploitatie van het zwembad niet uitsluitend commercieel is, maar ook een maatschappelijke doelstelling nastreeft. Dit betekent dat de waardering op basis van de bedrijfswaarde niet van toepassing is. De rechtbank heeft de partijen in de gelegenheid gesteld om zich nader te beraden over de vast te stellen waarde, en heeft het vooronderzoek heropend. De uitspraak benadrukt het belang van de maatschappelijke functie van onroerende zaken in de waardering onder de Wet WOZ, en dat niet alleen commerciële belangen bepalend zijn voor de waardering.
De rechtbank heeft de beslissing aangehouden en partijen de gelegenheid gegeven om binnen vier weken schriftelijk hun standpunten over de vast te stellen waarde naar voren te brengen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.