ECLI:NL:RBNHO:2014:10588
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen boete op grond van de Werkloosheidswet wegens schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Holland op 16 oktober 2014 uitspraak gedaan in een beroep tegen een boete die was opgelegd op grond van de Werkloosheidswet (WW). Eiseres ontving een WW-uitkering van 2 mei 2011 tot en met 31 maart 2013 en heeft in de week van 18 tot en met 24 februari 2013 enkele uren gewerkt bij een bedrijf, maar heeft deze werkzaamheden niet gemeld aan de uitvoeringsinstantie. De uitvoeringsinstantie legde haar een boete op van € 150,- wegens het niet voldoen aan de inlichtingenplicht. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete, waarbij zij zich beroept op verminderde verwijtbaarheid door persoonlijke omstandigheden, waaronder haar zwangerschap en de zorg voor haar kinderen. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en de boete verlaagd naar € 75,-, omdat de opgelegde boete niet in verhouding stond tot de ernst van de overtreding en de omstandigheden waaronder deze was gepleegd. De rechtbank oordeelde dat de uitvoeringsinstantie onvoldoende rekening had gehouden met de persoonlijke situatie van eiseres en dat de boete niet alleen op de ernst van de overtreding, maar ook op de omstandigheden van de overtreder moest worden afgestemd. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en zelf in de zaak voorzien door de boete te matigen.