RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Zitingsplaats Haarlem
zaaknummer: AWB/HAA 12/2017
Uitspraak van de meervoudige kamer van 11 april 2013 in de zaak tussen
[eisers], te [woonplaats], eisers,
het college van burgemeester en wethouders van Zandvoort, verweerder
(gemachtigde: mr. M. Langeveld).
Bij besluit van 2 november 2011 (het primaire besluit) heeft verweerder een verzoek van eisers om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) gedeeltelijk ingewilligd en gedeeltelijk afgewezen.
Bij besluit van 15 maart 2012 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers gegrond verklaard, het primaire besluit om een aantal stukken niet openbaar te maken gehandhaafd en de afwijzing van het verzoek van eisers met betrekking tot deze stukken nader gemotiveerd.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben de rechtbank toestemming verleend als bedoeld in artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 maart 2013.
Eisers zijn verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde, die ter zitting is vergezeld van F.J. Breg, financiële vastgoed- en gebiedsmanager VKZ B.V. en mr. G.Th.J. Harm, bedrijfsjurist AM.
1. Op deze zaak is gelet op het overgangsrecht van deel C, artikel 1, van de Wet aanpassing bestuursprocesrecht nog het recht van toepassing zoals dat gold tot en met 31 december 2012. Het in beroep bestreden besluit is namelijk bekendgemaakt vóór 1 januari 2013.
2. In beroep is nog slechts in geschil de openbaarmaking van het zogeheten Design-and-Build contract (inclusief bijlagen)inzake het Louis Davidscarré tussen de gemeente Zandvoort en AM Wonen B.V..
Eisers hebben aangegeven niet geïnteresseerd te zijn in de financiële gegevens uit het contract, maar wel in begripsomschrijvingen, aantallen en soorten woningen, aantallen en soorten detailhandelruimte, openbare ruimtes en de invulling daarvan, de parkeergarages en de daarbij behorende in- en uitgangen, uit- en of afspraken over maaiveld en peil, het kwaliteitsplan, milieudoelstellingen, bouwvolumes, parkeercapaciteit, boeteclausules, aansprakelijkheidsstelling, de onderhavige overeenkomst, de vraag- en aanbodspecificatie, de overeengekomen planning en de hiërarchie van de contractdocumenten. Zij willen over deze informatie beschikken met oog op nieuwbouwontwikkelingen direct naast hun woning.
De door verweerder verstrekte zakelijke inhoud van het Design-and-Build contract achten eisers ontoereikend.
3. Verweerder stelt zich op het standpunt dat het Design-and-Build contract niet kan worden verstrekt nu het gaat om een stuk ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd op grond van artikel 55 van de Gemeentewet.
4. De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Awb kennis genomen van de desbetreffende stukken en overweegt als volgt.
5. De rechtbank stelt vast dat verweerder op 27 mei 2008 heeft besloten tot geheimhouding van het Design-and-Build contract .
6 Ingevolge artikel 55, eerste lid, van de Gemeentewet kan het college op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wob, omtrent het in een besloten vergadering behandelde en omtrent de inhoud van de stukken die aan het college worden overgelegd, geheimhouding opleggen. Geheimhouding omtrent het in een besloten vergadering behandelde wordt tijdens die vergadering opgelegd. De geheimhouding wordt door hen die bij de behandeling aanwezig waren en allen die van het behandelde of de stukken kennis dragen, in acht genomen totdat het college haar opheft.
7. Voor de beoordeling van dit geschil is allereerst van belang, of het verzoek van eisers om informatie moet worden getoetst aan de hand van de Wob dan wel aan de hand van artikel 55 van de Gemeentewet. De rechtbank is van oordeel dat in deze zaak artikel 55 van de Gemeentewet het toetsingskader vormt. Deze bepaling geeft een bijzondere openbaarmakingsregeling in een formele wet, waarvan moet worden aangenomen dat deze uitputtend is. De regeling strekt er naar het oordeel van de rechtbank toe te voorkomen dat door (afzonderlijke) toepassing van de Wob afbreuk zou worden gedaan aan de goede werking van de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders om geheimhouding op te leggen omtrent de inhoud van stukken.
8. De door verweerder opgelegde geheimhouding omvat zowel het contract zelf als de annexen. Voor een deel van de annexen is de opgelegde geheimhouding kennelijk opgeheven, nu deze inmiddels aan derden zijn verstrekt of anderszins openbaar zijn gemaakt, bijvoorbeeld op de website van de gemeente. Ten aanzien van de overige stukken is niet gebleken dat de opgelegde geheimhouding is opgeheven. Met betrekking tot het verzoek van eisers aan verweerder om openbaarmaking van deze onder hem berustende stukken overweegt de rechtbank dat de geheimhoudingsplicht die verweerder met toepassing van artikel 55 van de Gemeentewet heeft opgelegd, aan de honorering van het verzoek in de weg staat. Gelet hierop heeft verweerder het verzoek van eisers om verstrekking van deze stukken op grond van de Wob terecht afgewezen.
7. Het beroep is derhalve ongegrond.
8. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. I.M. Ludwig, voorzitter, en mr. W.J.A.M. van Brussel en mr. S.M. van Velsen, leden, in aanwezigheid van mr. Y.R. Boonstra-van Herwijnen, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 11 april 2013.
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.