Uitspraak
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 3 april 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 24 juni 2013.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
nooitaan erflaatster heeft gevraagd wat zij met het geld deed. De rechtbank gaat daar niet in mee. De stelling dat B haar hoogbejaarde moeder in de bewuste periode ruim tweehonderdzestigduizend euro in contanten liet opnemen, zonder ook maar éénmaal te informeren waaraan deze bedragen werden besteed, acht de rechtbank volstrekt ongeloofwaardig.
2.842,00(2,0 punten × tarief € 1.421,00)
5.De beslissing
EUR 81.357,-;