Uitspraak
Ontstaan en loop van de gedingen
2.Tussen partijen vaststaande feiten
VERSTREKTE INLICHTINGEN
echtzijn in de zin van afkomstig van de bedrijfsadministratie van de bank. Ten tweede moeten ze
accuraatzijn in de zin van overeenkomen met de werkelijkheid inzake enerzijds de namen en adressen van de rekeninghouders en anderzijds de rekeningstanden. Hieruit kan besloten worden dat de stukken zowel inzake herkomst als inhoud inderdaad een hoog gehalte aan waarachtigheid bevatten.
Onderzoek tenaamstelling naar personen
[NAAM 1]en
[NAAM 2]voorlopig uit de herkende posten gelaten. Deze posten zijn wel opgeleverd maar voor verdere herkenning door middel van menselijke interventie voorgedragen
THvoor. In Nederland is dit een gebruikelijke schrijfwijze is voor [NAAM 3]. De officiele voorletter voor deze persoon is slechts de
T. In de gevallen waar het duidelijk was dat met TH [NAAM 3] bedoeld werd, is
THvervangen door T. Het zelfde geldt voor de naam [NAAM 3], daarbij is
CHRvervangen door
C. Deze posten zijn wel opgeleverd maar voor verdere herkenning door middel van menselijke interventie voorgedragen
v.
vd,
tere.d.. Dit is gedaan om matching op de combinatie van achternamen in BVR mogelijk te maken. Als voorbeeld hiervan kan het volgende dienen. Op de naamscombinatie
[NAAM 4], kan worden gezocht door te matchen met de naamscombinaties
[NAAM 4]en
[NAAM 4].
RACINE * NAME *CCY* CURRENT ACCOUNTS * DEPOSITS *
[NUMMER] [C] NLG 9,326.96 .00
262,044.82 .00 293,043.53 564,415.31 A”
RACINE * NAME *CCY* CURRENT ACCOUNTS * DEPOSITS *
[NUMMER] [C] NLG 1,074.78 .00
215,675.56 .00 445,951.73 662,702.16 A”
Redelijke schattingOndanks mijn herhaalde verzoeken om informatie en mijn verwijzing naar uw verplichtingen zoals genoemd in artikel 47 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, heeft u niet voldaan aan de op u rustende verplichtingen. (…)
€ 20.855
.Verweerder heeft daarbij geen gevolg gegeven aan de beslissing van de geheimhoudingskamer om de namen van de belastingambtenaren vrij te geven, hoewel beperking van de kennisneming daarvan niet gerechtvaardigd is geacht.
3.Geschil en standpunten van partijen
4.Beoordeling van het geschil
f215.675,56) en investment funds (
f445.951,93). Verweerder heeft gesteld dat uit de aangiften van eiser in de jaren tot en met 2007, alsmede uit informatie van derden, zoals banken en verzekeringsmaatschappijen, op geen enkele wijze blijkt van een bijzondere toename van het vermogen in Nederland en dat ervaringsregels leren dat rekeningen in het buitenland zoals die van eiser, langdurig worden aangehouden. Eiser heeft laatstvermelde stellingen van verweerder onvoldoende betwist, zodat de rechtbank deze stellingen als vaststaand aanneemt. Gelet hierop, alsmede op de hoogte en de aard van het saldo op 28 november 1996, en de geringe bedragen aan rente en dividend die zijn verantwoord in de aangiften acht de rechtbank aannemelijk dat eiser het sinds 28 november 1996 aanwezige vermogen ook na 1996 heeft aangehouden in het buitenland en dat hij evenals hiervoor overwogen voor het jaar 1996, de desbetreffende tegoeden opzettelijk niet heeft aangegeven in zijn aangiftes IB/PVV 2003 tot en met 2007 met het doel hierover geen belasting te betalen. De omstandigheid dat eiser blijkens de in onderdeel 2.5.3 vermelde brief niet heeft kunnen reageren voordat de boetes zijn opgelegd, staat in de gegeven omstandigheden, waarbij de rechtbank het oog heeft op de dreigende verjaringstermijn en het feit dat de betreffende materie op dat moment reeds bekend was bij eiser en zijn gemachtigde, niet in de weg aan de houdbaarheid van de boetes. Niet kan worden gezegd dat eiser hierdoor zozeer in zijn verdediging is geschaad dat hieraan consequenties dienen te worden verbonden voor de opgelegde boete. De omstandigheid dat de tegoeden in het buitenland zijn aangehouden met het doel deze buiten het zicht van de Nederlandse fiscus te houden vormt voorts een strafverzwarende omstandigheid als bedoeld in § 43 van het BBBB, zodat in beginsel een boete van 100% gerechtvaardigd is.
),€ 4.735 (2004), € 5.138 (2005), € 5.540 (2006) en € 5.943 (2007), acht de rechtbank gelet op alle omstandigheden van het geval passend en geboden.
5.Proceskosten
€ 352,50
= € 708