Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 oktober 2025 in de zaak tussen
[B], uit [plaats] ,
Rechtbank Midden-Nederland
Op 8 oktober 2025 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de zaken UTR 24/2563, 24/3469 en 24/4768, waarbij alle beroepen tegen de vergunningverlening aan een café in Zeist niet-ontvankelijk zijn verklaard. De voormalig exploitant van het café had zijn vergunning ingetrokken en had geen procesbelang meer, waardoor zijn beroep niet inhoudelijk kon worden behandeld. Eiser 1, die bezwaar had gemaakt tegen de vergunningverlening aan de voormalig exploitant, werd eveneens niet-ontvankelijk verklaard omdat zijn beroep niet automatisch ook betrekking had op de nieuwe exploitant. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester eiser 1 actiever had moeten informeren over de vergunningverlening aan de nieuwe exploitant, maar dit leidde niet tot ontvankelijkheid van zijn beroep. De laatste twee eisers, [C] en [D], werden niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen belanghebbenden waren; zij woonden te ver van het café en hadden niet aangetoond welke overlast zij ervoeren. De rechtbank concludeerde dat alle beroepen niet-ontvankelijk waren en dat de eisers geen griffierecht of proceskostenvergoeding zouden ontvangen.