ECLI:NL:RBMNE:2025:5053
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag kinderopvangtoeslag wegens te late indiening en toetsing van verschoonbare termijnoverschrijding
In deze zaak heeft eiser, die zich op 6 juni 2024 bij de Dienst Toeslagen heeft aangemeld voor herbeoordeling van zijn kinderopvangtoeslag, te maken met een afwijzing van zijn aanvraag. De Dienst Toeslagen heeft de aanvraag afgewezen met een besluit van 22 juli 2024, en dit is bevestigd in een bestreden besluit van 16 januari 2025. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld. De rechtbank heeft op 5 augustus 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de Dienst Toeslagen. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag van eiser te laat is ingediend, en dat er geen sprake is van verschoonbare termijnoverschrijding. Eiser heeft aangevoerd dat hij door persoonlijke omstandigheden, zoals depressie en een nekhernia, niet in staat was om tijdig aan te melden. De rechtbank stelt echter vast dat de wetgever rekening heeft gehouden met dergelijke situaties door een ruime aanmeldperiode van drieënhalf jaar te bieden. De rechtbank concludeert dat de wettelijke bepaling niet kan worden getoetst aan het evenredigheidsbeginsel en dat de termijn niet kan worden opgerekt. Eiser heeft niet aangetoond dat hij zodanig ontwricht was dat hij niet in staat was om zich tijdig aan te melden. De rechtbank wijst het beroep van eiser af, waardoor hij geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.