Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.[eiser sub 1] ,
2.
[eiseres sub 2],
1.De procedure
- de pleitnota van [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] .
2.De beoordeling
€ 178,00(plus eventueel de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak hebben [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] een kort geding aangespannen tegen RNHB B.V. naar aanleiding van een hypothecaire lening van € 120.000,- die zij op 12 februari 2021 hebben afgesloten. RNHB heeft de executie van een appartement aangekondigd na een betalingsachterstand en een beslaglegging door een derde partij. De eisers betwisten de rechtmatigheid van de executie en vorderen ook de verwijdering van hun BKR-registratie, die hen belemmert bij het verkrijgen van een herfinanciering voor een ander pand. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 januari 2025 heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de eisers in verzuim zijn met hun betalingsverplichtingen en dat RNHB recht heeft op executie. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen misbruik van recht is en wijst de vorderingen van de eisers af. Tevens wordt de vordering tot verwijdering van de BKR-registratie afgewezen, omdat de registratie terecht is en de belangenafweging in het nadeel van de eisers uitvalt. De eisers worden veroordeeld in de proceskosten van RNHB.